37

DE EIGEN ONTWIKKELKRACHT VAN HET POS IS ZO GROOT DAT WE NOG STEEDS BEZIG ZIJN OM TE ONTDEKKEN WAT WE ELKAAR KUNNEN BIEDEN. Eigen ontwikkelkracht benutten ‘De behoeften in de regio’s zijn heel verschillend en wisselend, afhankelijk van de fase waarin men zit, dus het moet echt maatwerk kunnen worden. Je moet zeker geen eenheidsworst willen en ook niet alle initiatieven willen controleren en in de hand houden, maatwerk is gebaat bij eigen organisatie in de regio. Eigen ontwikkelkracht benutten. Dat betekent dat we nu veel meer insteken op kleinschalig en lokaal niveau, vooral als het gaat om de uitvoering. Ons professionaliseringsplan is een dynamisch document. Het bevat onze visie en uitgangspunten en wordt daarnaast jaarlijks aangevuld. Het geeft steun bij het netwerken, zoeken naar mogelijkheden om kennis te verbreden, in verschillende regio’s worden verschillende accenten gelegd.’ Transitie ‘Toen ik samen met Linda Keuvelaar begon als coördinatieduo was onze belangrijkste opdracht om beleid vanuit de stuurgroep te vertalen naar de werkvloer. We zijn aan de slag gegaan met het accent op professionaliseren, organiseren en communiceren, vervolgens hebben we verbreed en met het project hebben we een verdiepingsslag kunnen maken. De visie op opleiden heeft zich nu sterk ontwikkeld, dankzij een stel mensen dat elkaar in de samenwerking echt gevonden heeft, resultaatgerichte projectleiding en doorzettingsvermogen, niet blijven praten maar gaan doen. We hebben beleid ontwikkeld terwijl we ook experimenteerden in de praktijk, dat zijn trajecten met vallen en opstaan. Wat ik nu ervaar is dat er een behoorlijke dynamiek is ontstaan; we zien steeds weer dingen waar we iets mee willen. Je ziet dat er een bepaalde mindset ontstaat. We zitten in een transitie naar een nieuwe professionele cultuur.’ Informeel leren ‘Neem nou de mentor, je ziet dat de begeleiding van studenten heel veel impact heeft op hoe die tegen zijn eigen ontwikkeling aankijkt, en dat dit stimuleert om dit ook met collega’s te gaan doen, kijken naar elkaar en reflecteren. Je hoort dat heel veel terug, die invloed op de eigen ontwikkeling. Professionaliseren houdt meer in dan een training volgen, er zijn veel vormen van informeel leren en die hebben veel effect.’ Toekomst ‘In de visie van het POS neemt het werkplekleren een belangrijke plaats bij het professionaliseren. Daarom is het ook van groot belang dat niet alleen de student en mentor van elkaar leren, maar dat bijvoorbeeld ook studieloopbaanbegeleiders hier actief bij betrokken zijn. En omgekeerd worden experts vanuit het werkveld steeds vaker betrokken bij het aanbod voor studenten. In de kindcentra zien we dat samenwerking in een multidisciplinair team geïntroduceerd wordt. Dan is het logisch dat nagedacht wordt over leren van en met elkaar door studenten in een gemengd leerteam.’ Mooi beroep ‘De manier waarop we de inductiefase vormgeven met een inhoudelijk kader en beoordelingskader is in Nederland een voorbeeld. Het leuke is: starters zijn blij met wat er gebeurt. Ze zeggen: ik weet nu welke richting ik uit moet, bij wie ik terecht kan met vragen, en ik ben blij dat ik op een professionele manier wordt beoordeeld op basisbekwaamheid. Studenten en starters gaan het onderwijs in met een bepaald ideaal, maar gaan te vaak ten onder aan werkdruk. Dat is denk ik de belangrijkste opdracht die we hebben, om hen te ondersteunen en ruimte te bieden aan hun bevlogenheid. Als je een school binnenkomt en dat ziet, is dat toch prachtig? Uiteindelijk zijn kinderen zo ontzettend bij gebaat bij goede professionals die met plezier naar hun werk gaan. Als je daar energie uit weet te halen, heb je een hartstikke mooi beroep.’ In de afgelopen drie jaar zijn alle basisschoolcoaches en studieloopbaanbegeleiders in het POS geprofessionaliseerd. Hier zijn wel verschillen per regio, dit heeft onder andere te maken met de fase van ontwikkeling. In de regio Den Bosch/Veghel heeft een groot accent gelegen op professionalisering van mentoren, in totaal zijn daar 73 mentoren getraind. Versterking samenwerking 37

38 Online Touch Home


You need flash player to view this online publication