14

POKON - GEZONDE GROEI Calcium (Ca) Calcium wordt opgeslagen in de vacuole of in de celwand. Calcium in de vacuole zorgt voor osmotische waarde en stabiliseert de andere elementen als deze in te hoge mate worden opgenomen. Calcium die in de celwand wordt opgeslagen zorgt voor versteviging van de wand en doorlatendheid. De opname van calcium wordt sterk beïnvloed door magnesium, kalium, ammonium en natrium. Hoge gehalten van één of meerdere van deze elementen kunnen de calciumopname sterk verminderen. Calcium is een immobiel nutriënt. Bij een tekort van een mobiele nutriënt, kan de plant deze nutriënt zelf uit ouderen plantdelen halen en ze in jonge bladeren waar nodig stoppen. Bij calcium is dit niet het geval. Dit betekent dus dat deze stof altijd voldoende aanwezig dient te zijn in de plant. Magnesium (Mg) Het element magnesium heeft elke plant nodig als bouwsteen voor celwanden; voor de stevigheid van de plant. Daarbij is magnesium ook één van de bouwstenen voor de bladgroenkorrels (chlorofyl). Magnesium is daarnaast onmisbaar voor het plantenzym dat ervoor zorgt dat eiwitten gevormd kunnen worden uit aminozuren. Kalium en calcium kunnen de opname van magnesium sterk blokkeren. Al onze meststoffen hebben een uitgebalanceerde mix van voedingsstoffen. Er worden groeiproeven gedaan om de perfecte verhouding en dosering vast te stellen. Per plant kan de voedingsbehoefte verschillen. Een plant groeit het beste op een plant specifieke voeding. Als er regelmatig bemest wordt dan zullen er niet snel voedingstekorten ontstaan, mits de gebruiksaanwijzing wordt opgevolgd. Magnesiumgebrek: De vorming van bladgroen wordt beperkt. De geel verkleuring treedt op tussen de nerven, terwijl de nerven zelf groen blijven. De symptomen zijn vooral zichtbaar op de oudere bladeren. Calciumgebrek: Verschrompelende bladeren door een gebrekkige structuur van de celwanden. 13 Adviseer uw klant om planten tijdig te voeden zodat ze sterk en gezond blijven!

15 Online Touch Home


You need flash player to view this online publication