53

Zo’n 15 tot 20% van de investeringskosten in een windpark gaat op in de voorfase, tot en met de vergunning. Tegelijk gaan minstens 3 van de 5 projecten niet door. Waarom mislukt het zo vaak? Aaldert: Wind op zee lukt omdat dit helemaal getrokken wordt door het ministerie. Maar wind op land laten we over aan initiatiefnemers, meestal grondeigenaren, die dan maar moeten uitzoeken of het haalbaar is. EZ of de provincie kan daar veel makkelijker op sturen. Maar die hebben de grondposities weer niet. Daar zit het ingewikkelde. Hans: Het ligt ook aan warrig provinciaal beleid. Neem Noord-Holland die zegt er mogen alleen zes molens in een rij staan. Tja, dan weet je per definitie dat projecten niet gaan lukken. Dat restrictief beleid werkt niet mee. Het wordt ook nog eens om de vier jaren bepaald en dat kruist de ontwikkeling van een project. Is men bij provincies en gemeenten voldoende professioneel toegerust om projecten in goede banen te leiden? Hans: Onvoldoende, denk ik. Ze huren gelukkig professionals in, maar een gemiddelde ambtenaar krijgt maar één keer in zijn leven in een wethouders periode ermee te maken. Aaldert: Gemeenten spelen, plat gezegd, nauwelijks een rol. Omdat het een Rijkscoördinatieregeling is of een provinciale. Bij provincies verschilt het heel erg. Groningen is, met alle krachtenvelden die daar spelen, denk ik goed bezig, die durven best wel dingen te doen. Je moet ze niet allemaal over één kam scheren en als je dat dan toch doet: ja, het moet professioneler. Hans: Als een dorp zegt ‘wij willen energieneutraal worden’ dan is dat natuurlijk romantisch denken. Maar als je het alleen voor een dorp opneemt kan het niet. Je zal naar de regio moeten kijken en het integraal moeten benaderen. Til het over de provincie heen; hier leggen we zon neer en daar een biocentrale. Heb er een visie op. Aaldert: We worden bestuurd naar een achttiende eeuws Thorbecke model. Nederland is veel te klein voor 450 gemeenten. Daar zit het probleem. Een wethouder is veel te benauwd niet herkozen te worden. De schaal waarin hij functioneert is zodanig dat hij in de supermarkt zijn kiezers tegenkomt. Groen is business Hans: De groene transitie is een enorme kans voor de BV Nederland. Het moet ook business zijn, anders krijg je geen innovatie. Ik wil niet aan het hoofd van een sector staan die op subsidie draait. Maar dan wil ik wel een eerlijk speelveld. Voor CO2-uitstoot is geen goede prijs. De uitstoot van fossiel, de milieueffecten en fijnstof worden onvoldoende beprijsd. Aaldert: Dan laatste kan Nederland niet oplossen. Dan moet je naar Brussel. Maar het moet veel breder. Als ik door Spanje rijd of Portugal, zie ik overal zonnepanelen. Wat blijkt, in het Spaanse bouwbesluit staat dat je bij nieuwbouw zonnepanelen moet toepassen. Nederland heeft een opgave van 50.000 woningen per jaar. Dat is één regeltje in het bouwbesluit. Dat mis ik. Gaan we het halen, of maken we ons zorgen? Aaldert: Het gaat gebeuren, maar het is een hele lange weg. Wij hier in dit land, of in West Europa, of de eerste wereld of hoe je het maar wilt noemen, wij moeten de voortrekkersrol pakken. Welvaart inleveren, daar ben ik van overtuigd, om aan een stuk welzijn te komen. Maar je moet je geen zorgen maken; daar ben ik te positief voor. Hans: Nou, ik ben wel scherp. Zorgen heb ik niet, maar ik ben wel scherp op het tempo en de mate waar in we verantwoordelijkheid nemen. Ik ben scherp op het leiderschap dat ik verwacht om ons heen en het integrale denken dan nodig is. Aaldert: Het ‘Armageddon-denken’, dat helpt ons niet. Ik zag van het weekend een TED-talk (TEDx Dubbelinterview Hans Timmers en Aaldert ten Veen 53

54 Online Touch Home


You need flash player to view this online publication