60

schrijven. Deze is gewonnen door NoordzeeWind dat Offshore Windpark Egmond aan Zee (OWEZ) heeft gerealiseerd. ‘Destijds was er nog niet veel wind op zee, een paar kleine parken in Denemarken en wat testturbines in het Verenigd Koninkrijk. Er moest een grote stap plaatsvinden van turbines van 0,8 MW naar 2 tot 3 MW en van land- naar zee-technieken. Dat was dus echt pionieren, leuk!.´ Een rode draad naar het huidige systeem is dat er destijds door de partijen, die hadden ingeschreven op de tender, voorgesteld is om een gezamenlijke startnotitie te schrijven om het proces op gang te helpen. Het belangrijkste issue met de omgeving was zicht. Daarna volgde Amalia en toen was het een tijd stil. Ronde 2 vergunningen In ronde 2 mocht er in principe overal een plek uitgekozen worden door initiatiefnemers. De randvoorwaarde was het doorlopen van een m.e.r. en het indienen van een volledige vergunningaanvraag. Mijn drukste project ooit zegt Anne-Marie Taris: in totaal zijn er 77 startnotities geschreven en zijn er in korte tijd redenen: projecten waren te groot voor een partij of het windpark was juist te klein en innovatief. De belangrijkste inhoudelijke reden voor afwijzing van vergunningen was de belemmeringen voor de scheepvaart. Vanuit deze sector kwam ook de meeste weerstand en er werd al snel een nautische commissie ingesteld. Daarnaast was de kleine mantelmeeuw, net als nu, een belangrijk inhoudelijk vraagstuk. Huidige systematiek net op zee Beiden ervaren het nieuwe systeem met kavels en een netbeheerder op zee als een uitstekend systeem waarmee de planning en kostenreductie gehaald worden. ‘Ronde 2 was voor een aantal ontwikkelaars frustrerend, veel inspanning weinig resultaat. Al wordt een deel van de toen vergunde gebieden nu alsnog ontwikkeld.‘ Hoogspanning op zee vele MER-en en vergunningaanvragen gemaakt voor de sluitingsdatum van 9 januari 2007. Er is inhoudelijk heel veel dubbel werk verricht omdat er vijf of zes startnotities en concept MER-en voor dezelfde plek werden ingediend. Op een gegeven moment liep het systeem vast, omdat er verschillen tussen documenten voor een gebied zaten en er steeds nieuwe vragen vanuit Rijkswaterstaat werden gesteld. Het leidde tot een moderne vorm van piraterij zegt Johan Dekkers. ´Er was nauwelijks ruimtelijke regie en er waren weinig spelregels tussen de verschillende stakeholders. Het was ieder voor zich en binnen de NWEA werden felle discussies gevoerd.´ Uiteindelijk zijn er 20 vergunningaanvragen ingediend waarvan er 12 gegund zijn. Veel partijen zijn op verschillende momenten afgehaakt om verschillende TenneT kwam in beeld als netbeheerder in 2013 en de aanwijzing (in 2016) is een belangrijke factor voor de kostenreductie. Het geeft ook vertrouwen aan de ontwikkelaars van de windparken dat de aansluiting er komt; kortom risicoreductie. Een ander belangrijk verschil met ronde 1 en 2 is het afwegingskader. In ronde 1 en 2 was de initiatiefnemer verantwoordelijk voor de (individuele) aansluiting van de windparken op het hoogspanningsnet. Er werd dan vaak voor de kortste route met de laagste kosten gekozen. TenneT maakt een bredere afweging waarin meerdere routes relatief ver ontwikkeld worden. Het MER wordt daardoor dan wel complexer, maar het keuzeproces is veel doordachter en stakeholders worden meer en eerder bij het proces betrokken. ‘In ronde 2 mocht er in principe overal een plek uitgekozen worden door initiatiefnemers.’ 60 Beeld: Ed van Rijswijk, Ministerie van Economische Zaken Tekst: Mariëlle de Sain, Eric Arends

61 Online Touch Home


You need flash player to view this online publication