32
Vervolg in de groep Feesten zijn fijne gebeurtenissen.
Maar er zijn in ons leven ook dingen die niet leuk zijn.
Wat bijvoorbeeld? (ruzie, oneerlijkheid, afpakken, pesten, etc.)
Doe je zelf ook wel eens iets fout?
Met de midden- en bovenbouw kun je de tekst lezen uit Romeinen 7: Wat ik verlang
te doen, het goede, laat ik na; wat ik wil vermijden, het kwade, dat doe ik. (Rom.
7:19)
Hoe zouden jullie het vinden als die dingen er niet meer zijn?
Op een rij zetten – We delen elkaars verhalen want de verhalen van anderen
helpen ons, ons eigen verhaal scherper te krijgen. Wat weten we nu? Schrijf jullie
inzichten op. Wat willen we nog meer weten? Schrijf jullie vragen er bij.
Nu weten we
Wij houden van feesten en lekker eten. Maar soms gaat het niet goed en is het niet
leuk. Wat dan? Daarover gaat het Bijbelverhaal waar we nu naar gaan luisteren.
Wat willen we weten:
Schrijf in dit tekstvak wat jullie samen met de kinderen is opgevallen en de vragen en ideeën die bij jullie zijn
opgekomen tijdens deze activiteit
Verdiepen – We hebben onze verhalen rondom het thema gedeeld en nieuwe
vragen en ideeën gekregen. Nu gaan we luisteren naar de Bijbel. Wat zegt de Bijbel
over onze vragen en ideeën?
Bijbelvertelling: De bruiloft van het Lam
Dit verhaal is gebaseerd op Jesaja 25 en Openbaringen 19. Je kunt de details over het
vieren van het avondmaal in de vertelling aanpassen aan hoe jullie avondmaalsviering
verloopt.
Aan tafel!
“Marlies, Thijs, komen jullie eten?”. Mama staat in de deur van de bijkeuken en roept.
Marlies en Thijs zijn heerlijk aan het schommelen, maar als mama roept, hollen ze
direct naar haar toe.
Mama heeft beloofd, dat ze vanavond knakworstjes zouden krijgen, en daar hebben ze
wel zin in.
Even later zitten ze aan tafel te smullen van twee worstjes tussen een wit bolletje,
mmmmm.
“Wat een blije gezichten” zegt papa.
Na het eten pakt papa de Bijbel, maar hij begint niet meteen te lezen, zo als anders.
“Jullie weten vast nog wel wat er op de eerste bladzijde van de Bijbel staat, hè?” vraagt
hij.
Ja, hoor dat weten Marlies en Thijs wel. Dat is het verhaal van de Here God, Die alles
heel mooi maakte: de wolken, de sterren, de bloemen, de dieren én de mensen.
Iedereen woonde in een mooie tuin, het paradijs. En de mensen mochten van de Here
God voor alles om hen heen zorgen.
“Maar deden de mensen dat wel goed?” vraagt vader.
Thijs denkt even na, maar Marlies roept meteen: “Eerst wel, maar toen gingen ze niet
meer naar God luisteren, en moesten ze het paradijs uit”, “Ja”, zegt Thijs, “en toen ging
het allemaal verkeerd. Ze gingen vechten en maakten de aarde vies”.
“O, ja en toen werden de mensen ook ziek of verdrietig en alles ging een keertje dood”.
Marlies kijkt er heel verdrietig bij.
“Kijk” zegt vader “toen je net zo lekker zat te eten, keek je heel blij Marlies, en nu zie ik
een heel verdrietig gezicht. Nú zijn we soms blij en dan weer boos of bang of verdrietig.
33
Maar er gaat een keer iets gebeuren……dat is zo mooi, dat we nooit meer verdrietig of
boos zullen zijn. Weten jullie wanneer dat is?”
Ze denken allebei heel goed na, en dan roepen ze tegelijk: “Als de Here Jezus
terugkomt!”.
“Goed zo” zegt papa, en daar ga ik nu een stukje over lezen uit de Bijbel.
Heel lang geleden heeft de profeet Jesaja al verteld over de Here Jezus, dat Hij op
aarde wilde komen, om voor onze zonden de straf te dragen. Dat was voor de Here
Jezus heel verdrietig. Gelukkig weten wij, dat Hij niet in het graf is gebleven, maar weer
is opgestaan, en terug gegaan is naar Zijn Vader in de hemel.
En nu vertelt Jesaja, dat Hij nog een keer naar de aarde terugkomt, en dan zet Hij een
hele grote tafel klaar, en alle mensen, die bij Hem horen mogen dan allemaal bij Hem
aan tafel komen zitten. En dan geeft Hij iedereen heel veel en lekker eten. Luister
maar”.
Marlies en Thijs horen, dat iedereen op de aarde de Here Jezus dan zal zien en
begrijpen wie Hij is. En niemand zal meer verdrietig kijken of boos zijn of sterven.
Alleen maar blije gezichten.
“Nu wil de Here Jezus ook graag, dat we het goed onthouden en er steeds aan denken,
dat Hij nog een keer terug komt. Hoe zouden we dat in de kerk kunnen doen?” vraagt
vader. Maar dat vinden Marlies en Thijs wel een erg moeilijke vraag en ze kijken naar
mama, zou die hen helpen?
Mama lacht en zegt: “Morgenochtend gaan we naar de kerk, en dan zullen jullie het
zien, wat papa bedoelt”.
De volgende morgen kunnen ze bijna niet wachten, tot het tijd is. Eindelijk lopen ze
naar hun plekje voor in de kerk. Hè, wat is dat? Voor in de kerk staat een tafel met een
mooi wit kleed. Er staat nog meer, maar dat is niet te zien, daar ligt een witte doek
over.
“Kijk, zegt mama zachtjes, “straks vraagt de dominee aan de mensen om aan tafel te
komen, en dan krijgen ze een stukje brood en een slokje wijn. Dat staat klaar onder die
witte doek. Zo kunnen de mensen denken aan de Here Jezus, die gestorven is voor hun
zonden. Maar als ze aan tafel zitten, mogen ze ook aan die tafel denken, die de Here
Jezus klaar zal zetten, als Hij weer terug komt naar de aarde”.
Stilletjes kijken Marlies en Thijs naar alles wat er gebeurt.
Als ze uit de kerk thuiskomen, heeft mama een extra grote koek bij de limonade,
“want” zegt ze “vandaag is het een extra mooie zondag, omdat we avondmaal mochten
vieren in de kerk, want zo heet het als je samen in de kerk aan tafel gaat”.
´s Middags regent het en kunnen ze niet gaan wandelen. “Ik ga een mooie tekening
maken van het avondmaal, en dan hang ik hem op mijn kamer. Kan ik er steeds naar
kijken en er thuis ook aan denken, dat de Here Jezus nog een keer terug komt”, zegt
Thijs. Dat vindt Marlies een goed idee. En samen maken ze de mooiste tekening, die ze
ooit gemaakt hebben!
Gebed
Lieve God, wat een prachtige stad. Mogen wij daar eens wonen? Dat zal een feest zijn,
voor altijd. Dank U wel! (A.F. Troost, Alle mensen)
Neem in je gebed mee waar jullie het tijdens deze ontmoeting over gehad hebben. Je
kunt ook aan de kinderen vragen of zij gebedspunten hebben.