0

2 Voorwoord Voor je ligt een proefles van de lessenserie ´Zondag gaan we naar de kerk´. Want: is er een betere plek om samen te leren geloven dan in de kerk? Ook jíj mag de kinderen begeleiden in het toegroeien naar de gewone kerkgang. In de lessenserie leren we over dingen die in de kerk gebeuren of te zien zijn. We luisteren naar wat de Bijbel ons hierover vertelt en we ontdekken samen dat we die dingen niet zomaar doen. De gemeente is de plaats waar de Heilige Geest mensen wil toerusten, wil bemoedigen en aansporen. Het is de plek waar kinderen en volwassenen elk op hun eigen niveau ervaringen opdoen in de traditie, de rituelen, de sacramenten, de feesten, de verkondiging, het zingen en uitdelen. Samen mens worden naar Gods bedoeling, samen wortelen en groeien in het geloof dat staat in de dagelijkse werkelijkheid. Daar gaat het om. Dat lezen we bijvoorbeeld in Psalm 78: 3-7 Wij hebben het gehoord, wij weten het, onze ouders hebben het ons verteld. Wij willen het onze kinderen niet onthouden, wij zullen aan het komend geslacht vertellen van de roemrijke, krachtige daden van de HEER, van de wonderen die hij heeft gedaan. Hij stelde een richtlijn vast voor Jakob en kondigde in Israël een wet af. Onze voorouders gaf hij de opdracht die aan hun kinderen te leren. Zo zou het volgende geslacht ervan weten, en zij die nog geboren moesten worden, zouden het weer aan hun kinderen vertellen. Dan zouden zij op God vertrouwen, Gods grote daden niet vergeten en zich richten naar zijn geboden. Deze les ‘Bid elke dag’ is onderdeel van de serie ‘Zondag gaan we naar de kerk. Deel 1.’ Daarom zoomen we in deze les over bidden met name in op de voorbede in de kerk. Het gebedenboekje dat we tijdens de verwerking maken en vullen, biedt daarnaast genoeg ruimte om hier ook thuis mee aan de slag te gaan. Let wel: de lessen zijn apart te gebruiken, maar komen het best tot hun recht als serie. Tijdens deze serie werk je met elkaar toe naar een eindproductie, nl. voor de onderbouw een kijkdoos en voor de bovenbouw een tijdschrift (glossy?) of krant over de kerk. De koppeling tussen de praktijk van alle dag en het praktische dat een Bijbelverhaal ons leert, is de basis voor sAmen. Wat in de verhalen aan de orde is, komt ook terug in het gewone dagelijkse leven (Deuteronomium 6:49, Jakobus 1:22). We ontdekken samen hoe en waar dat gebeurt. Dat maakt dat we persoonlijk betrokken raken. Daarom laten we kinderen deelnemen, meedoen aan activiteiten die zichtbaar en relevant zijn en tegelijk een extra dimensie hebben door de duiding die de Bijbel er aan geeft. We ervaren en praten er over en doen al doende kennis en vaardigheden op. De lessen van sAmen kennen een vaste structuur en samenhang. In deze les staat bij elke stap een korte omschrijving. We hebben de structuur uitgebreider beschreven in onze handleiding die je gratis ontvangt bij elke serie van sAmen. Om het materiaal optimaal te gebruiken adviseren wij onze starterstraining ‘Ontwikkelingsgericht Kinderwerk’, eventueel gecombineerd met de startbijeenkomst van jullie lessenserie. Ik wens je Gods zegen toe bij dit belangrijke werk. Fieke Bijnagte (coördinator sAmen) 2

3 Overzicht van het complete pakket 1. ZONDAG, EEN BIJZONDERE DAG! We denken met de kinderen na over de zondag: waarom is die dag een bijzondere dag? We ontdekken dat God de Schepper weet wat we nodig hebben. En dat we als gemeente in Zijn Huis bij elkaar mogen komen om Hem te dienen. Bijbelvertelling: Hoe de wereld begon 2. WELKOM IN DE KERK! We ontdekken dat elke kerk anders is, maar één ding is zeker: de kerk is geen museum waar je een keer naar toe gaat om te kijken hoe het er uit ziet. Er is veel te beleven. Het gaat om de ontmoeting met God en mensen, daar kun je naar verlangen. We ontmoeten de koster / gastheer / gastvrouw die de kerk elke zondag klaarmaakt voor de mensen die komen en die ons welkom heet. We mogen horen dat we welkom zijn! Bijbelvertelling: Verlangen naar Gods huis (n.a.v. Psalm 84) 3. ALLE MENSEN! We leren dat de kerk niets is als er geen mensen komen. Iedereen is welkom in de kerk. Alle mensen mogen deel zijn van Gods gezin. “Heer, wij zijn bijeen gekomen, mensen overal vandaan. Had U ons niet meegenomen, niemand was hier heen gegaan.” (Gezang 460) Bijbelvertelling: Het allermooiste feest! 4. ZINGEN TOT GODS EER (1) In deze les ontdekken we de betekenis van zingen / muziek. We zingen als we iets te vieren hebben, we willen God loven en prijzen. Door te zingen kunnen we elkaar ook bemoedigen en opbouwen. We kunnen onze gevoelens van verwondering, verdriet, etc. uiten. En het zingen is iets wat we heel goed samen kunnen doen. Dat doen we dan ook! Bijbelvertelling: Kleine David speel op je harp. 5. ZINGEN TOT GODS EER (2) In deze tweede les over ‘zingen tot Gods eer’ gaan we verder met het thema zingen. We maken kennis met de organist of muziekleider en mogen hem of haar vragen stellen. Bijbelvertelling: David speelt voor Saul 6. LEES JE BIJBEL (1) In deze les ontdekken we dat de Bijbel een kostbaar boek is. Het is een brief van God over hoe hij wil dat we leven. Het gaat over mensen van toen, maar de inhoud is nog steeds actueel. Het is Het Boek om God te leren kennen. En we lezen erin hoeveel God van ons houdt. Daarom bewaren we onze Bijbel(s) vanaf vandaag in een schatkist. Bijbelvertelling: Een boodschap van Jezus 7. LEES JE BIJBEL (2) We kijken met de kinderen naar diverse Bijbels: de kansel-Bijbel, Bijbels voor volwassenen, kinderbijbels. Ook gaan we elkaars meegebrachte kinderbijbels bekijken. We ontdekken dat er heel veel soorten Bijbels zijn, maar dat ze allemaal wijzen op die ene God. Bijbelvertelling: Filippus en de kamerling 8. BID ELKE DAG (1) In de kerk mogen we God ontmoeten. We zingen, we luisteren en … we bidden tot God. We horen deze les dat we voor anderen mogen bidden. Net als Elia en de dominee of voorganger. We maken de voorbede concreet door middel van een gebedsmapje dat we zelf vullen met foto’s en tekeningen van gebedspunten. Bijbelvertelling: Elia op de Karmel 9. BID ELKE DAG (2) We ontdekken dat je niet altijd in je eigen woorden hoeft te bidden. Toen de discipelen aan Jezus vroegen hoe ze moesten bidden gaf Jezus hen het Onze Vader. We zingen dit gebed, leren het uit ons hoofd en mogen weten: God wil onze Vader zijn. Voor alle duidelijkheid staan we er ook bij stil dat onze aardse vader kan lijken op God de Vader, maar ook anders is: onvolmaakt, hij kan afwezig zijn en hij kan fouten maken. Bijbelvertelling: Jezus leert het Onze Vader aan de discipelen 10. GEEF HET WOORD DOOR! In deze les denken we na over de persoon van de dominee / voorganger. We ontdekken dat hij / zij het Woord van God mag uitleggen maar dat hij / zij dat soms ook best moeilijk vindt. Bijbelvertelling: Jona gaat naar Nineve 3

4 Bid elke dag Focus! – Deze pagina helpt je om je in een aantal stappen voor te bereiden op de bijeenkomst. Waar gaat het over? Waar sta je zelf? Wat zegt de Bijbel? Waar staan de kinderen? Lees tijdens je voorbereiding ook het logboek door dat je collega’s hebben ingevuld, zodat je weet wat er in eerdere bijeenkomsten ter sprake is gekomen (of niet). Bedoeling In de kerk mogen we God ontmoeten. We zingen, we luisteren en … we bidden tot God. We horen deze les dat we voor anderen mogen bidden. Net als Elia en de dominee of voorganger. We maken de voorbede concreet door middel van een gebedsmapje dat we zelf vullen met foto’s en tekeningen van gebedspunten. Richt je aandacht Vraag je af God, blijf niet ver van mij, mijn God, kom mij haastig te hulp (Ps. 71:12) ● Wat betekent bidden voor mij?  Wanneer helpt bidden mij?  Wanneer werd ik verhoord?  Voor wie bid ik? Bidden Lezen Vraag God om zijn Zegen, opdat je Zijn Woord zult begrijpen. Wat is bidden? Als gelovig mens mag je weten dat God altijd bij je is. Hij lijkt vaak ver weg maar Hij belooft met zijn Geest bij, ja zelfs in ons te zijn. God is dus boven ons, als Schepper. Jezus loopt naast ons, Hij trekt met ons op. De Heilige Geest is in ons. Hij reist altijd met ons mee. Of we dat ervaren nu of niet. Er mag een constante relatie zijn met God. Dat klinkt wellicht wat hoogdravend maar van Hem uit zit het op die wijze in elkaar. Als ik mij afvraag of God mij wel hoort dan zegt dat waarschijnlijk meer iets over ons en de ruis die wij op de lijn ervaren dan van God. Hij zegt dat Hij ons altijd hoort. Dat is geloofstaal, dat merken we niet altijd. Toch is het goed dat we hiervan doordrongen zijn. Juist op die momenten dat ik denk: ‘hoort Hij me wel?’. Wij kunnen er wél voor zorgen dat de lijn open is. Dat doen we door eerlijk met Hem, elkaar en onszelf om te gaan. Mooie en moeilijke ervaringen en emoties kunnen we met Hem bespreken. Bidden noemt de Bijbel dat. Hoe doe je dat? Er zijn eigenlijk veel vormen. Maar de vorm is slechts een hulpmiddel. Mensen bidden op de knieën, met strak gevouwen handen, gesloten ogen of steken hun handen in de lucht. Ze bidden op de fiets, tijdens het lopen, in de trein… etc. Mattheüs 6: 5-13 geeft ons best concrete aanwijzingen. Het gaat er hier vooral om dat we open en eerlijk zijn en niet bidden zoals anderen doen… Jezus lijkt ons aan te spreken op een open houding. En als wij open zijn dan kunnen we ook de openheid (lees Stem van God) van de ander verwelkomen. Bidden voor de kinderen: Wat je eenvoudigweg kunt doen, is de namen van de kinderen hardop uitspreken, de kinderen waar jij zorg voor draagt. Kinderen die jij in jouw groep hebt. God weet immers wat die kinderen nodig hebben. Wij, als begeleiders, hoeven alleen maar present te zijn. Oplettend, zodat ze erbij blijven, aandacht krijgen en niet uit de boot vallen. Leef je in Het startverhaal voor de kindernevendienst over Lukas kan je hierbij helpen. Extra Meer verdieping, artikelen en links over dit thema vind je onder het kopje ‘extra’s’ op de website www.samenlerengeloven.nl. 4

5 De bedoeling van deze bijeenkomst voor mij en mijn groep is: Herschrijf in dit tekstvak in eigen woorden jouw bedoeling voor deze les. Gebruik hierbij de bedoeling die bovenaan deze pagina staat. Verkennen – We starten met de kinderen. We gaan ontdekken wat de kinderen al weten en ervaren hebben van het thema en wat ze willen weten. Je gaat op zoek naar hun verhaal. Stel vragen en vertel gerust ook jouw verhaal. Noteer vragen die opkomen en bewaar die voor een later moment. Opening Starter Heet de kinderen welkom en zing jullie welkomstlied Lees de gebedspunten van deze dienst voor aan de kinderen. Praat door over voorbede in de kerk: waarom, hoe? Laat gebedskaarten zien, bijvoorbeeld van de Michacampagne, de eigen zendelingen uit de kerk, adoptiekinderen, etc.: wil je voor deze mensen bidden? Wie wil mag er één meenemen. Voor de onderbouw een verhaal als alternatieve starter: Daar gaat Lukas. Hij mag mee naar de kerk met zijn vader en moeder. Zijn zusje Marloes is naar de crèche. Eerst moest hij daar ook heen, maar nu is hij groot!!! Hij luistert goed naar de dominee die op de preekstoel staat en praat. De dominee zegt dat ze nu gaan bidden en danken. Raar eigenlijk bidden en danken tegelijk! Lukas knijpt z’n ogen stijf dicht. Dat kan hij best. Op school moet dat ook. Wat duurt het hier lang, de dominee praat maar door. Stiekem gluurt hij door zijn ooghaartjes. Maar alle mensen zijn nog eerbiedig. Gauw doet hij zijn ogen weer dicht. Stel je voor, straks ziet iemand dat hij kijkt onder het bidden…. Lukas knijpt zijn rechteroog stijf dicht en dan zijn linkeroog. Hij knipoogt met zijn ogen dicht, dat is grappig. Niet echt netjes eerbiedig denkt hij! De dominee noemt namen van zieke mensen. Ook de naam van buurvrouw de Wit, die schuin tegenover Lukas woont. Ja, die is vrijdag met de ambulance naar het ziekenhuis gebracht. Lukas heeft het zelf gezien. De blauwe zwaailampen gingen niet aan en de ambulance reed niet eens hard weg. Lukas vond dat jammer, maar helaas. Moeder was gisteren nog even naar buurman de Wit gelopen. Hij vertelde dat het gelukkig wel meeviel en dat buurvrouw de Wit maar een paar dagen in het ziekenhuis hoeft te blijven. Buurvrouw de Wit is een aardige vrouw, ze geeft altijd een snoepje aan Lukas en zijn zusje Marloes. Lukas hoopt dat ze snel weer thuis mag komen. “Amen” zegt de dominee dan opeens. Lukas doet zijn ogen weer open, maar moet wel even knipperen. Hij had zijn ogen stijf dicht gedaan. Praat door over voorbede in de kerk: waarom, hoe? Onze vragen: Schrijf in dit tekstvak wat jullie samen met de kinderen is opgevallen en de vragen die bij jullie zijn opgekomen tijdens deze activiteit. 5

6 Op een rij zetten – We delen elkaars verhalen want de verhalen van anderen helpen ons, ons eigen verhaal scherper te krijgen. Wat weten we nu? Schrijf jullie inzichten op. Wat willen we nog meer weten? Schrijf jullie vragen er bij. Wat weten we al? Voor de onder-, midden- en bovenbouw samen doorpraten: ● Is er in de kerk ook weleens gebeden voor iemand die jij kent?  Hoor je dan wel wat de dominee zegt, of lukt dat niet altijd?  Lukt het jou al om mee te bidden, mee te denken met de woorden die de dominee zegt. Hoe gaat dat beter lukken?  De dominee bidt voor de zieken mensen, heb je dat weleens gehoord?  Hoe zit jij het liefst als je gaat bidden, wat vind je prettig zodat je je goed kunt concentreren, want dat is best lastig.  Bespreek eventueel de voorbedepunten die in de kerkdienst aan de orde komen.  Voor de bovenbouw: Mag je ook voor jezelf bidden? Ja, bijvoorbeeld of je mag blijven in Zijn liefde, of wij verstandig om mogen gaan met onze naast en of we dienstbaar mogen zijn. Bidden is belangrijk! Bidden hoort bij het leven. Bidden is spreken met God en luisteren naar God. Ik wil dat ook! Weet je hoe we dat noemen, als we voor anderen bidden? VOORBEDE  De dominee in de kerk doet voorbede  In de Bijbel lezen we ook over iemand die voor anderen bidt. Luister maar. Onze vragen en ideeën: Schrijf in dit tekstvak de vragen en ideeën die bij jullie zijn opgekomen tijdens dit gesprek. Verdiepen – We hebben onze verhalen rondom het thema gedeeld en nieuwe vragen en ideeën gekregen. Nu gaan we luisteren naar de Bijbel. Wat zegt de Bijbel over onze vragen en ideeën? Bijbelvertelling: Elia op de Karmel Je vind het in 1 Koningen 18. Dit verhaal staat in diverse kinderbijbels, bijvoorbeeld in ‘Mijn eerste Bijbel’, ‘De Bijbel voor Jou’, ‘De Bijbel voor Jullie’ (beide geschreven door Mulder-van Haeringen) en de ‘Bijbel voor kinderen’ (geschreven door Busser en Schröder). Gebed en zingen Door samen te bidden en / of te zingen zeggen we amen op de vertelling. Neem in je gebed mee waar jullie het tijdens deze ontmoeting over gehad hebben. We bidden tot U. We willen U loven en prijzen, we willen met U praten en naar U luisteren. We willen U danken voor: …………………… Wij willen aan U vragen: …………………… We willen stil zijn en naar U luisteren Dank U wel dat U er bent en naar ons bidden hoort. Amen Liedtips Wij danken U, halleluja Lees je Bijbel, bidt elke dag. Als je bidt, zal Hij je geven Leer om stil te zijn (Herman Boon) 6

7 Aan de slag – We hebben onze eigen verhalen gedeeld en de Bijbel heeft onze inzichten verrijkt en verdiept. Nu gaan we daarmee oefenen. We werken toe naar een eindproduct dat we delen met (een deel van) de gemeente. Verwerking Gebedenboekje/mapje met kaartjes en eventueel afbeeldingen. Benodigdheden:  Fotoboekje/mapje: bijv. een eenvoudig fotomapje (Hema, Blokker, Kruidvat e.d. hebben deze regelmatig in hun assortiment) of een aantal A5-jes dubbelgevouwen en in het midden aan elkaar geniet.  Verzamel kaarten en foto’s van onderwerpen voor de voorbede. Denk aan gebedskaarten of foto’s van zendelingen uit de kerk, adoptiekinderen, een actie die in de gemeente loopt, etc. Zorg ervoor dat ze passen in het gebedenboekje / mapje. Op de website www.samenlerengeloven.nl vind je ook gebedskaarten onder het kopje ‘extra’s’.  Blanco correspondentiekaarten.  Tip: vraag de voorbedepunten aan bij de persoon die deze samenstelt (bijv. de voorganger of scriba van jullie gemeente) Dan kun je die met de kinderen doornemen en kunnen ze bij terugkomst in de kerk horen of en hoe de voorganger voorbede doet voor de genoemde mensen en onderwerpen. Laat de kinderen gebedskaarten en foto’s kiezen voor in hun boekje. Vraag hen waarvoor ze nog meer kunnen bidden, ook thuis. Denk bijvoorbeeld aan een adoptiekind of zieke tante. Ze kunnen daar zelf iets over tekenen op een correspondentiekaart maar ze kunnen er thuis ook foto’s aan toevoegen. De kinderen versieren de kaart voor de voorkant van hun boekje. Onze vorderingen: Schrijf in dit tekstvak wat jullie gedaan hebben en wat aandachtspunten zijn voor de volgende keer. Afronden – We blikken terug wat we de afgelopen bijeenkomst(en) gehoord, ontdekt en gedaan hebben. We kijken vooruit om te zien wat er moet gebeuren voor de volgende keer. Als afronding van het thema presenteren we ons eindproduct. Afronding Thuisopdracht Reflectie Bespreek met de kinderen hoe ze dit mapje thuis kunnen gebruiken: bijv. aan tafel, voor het slapen gaan, etc. Geef de kinderen een briefje mee met een beschrijving zodat ze het mapje thuis aan kunnen vullen met persoonlijke foto’s / afbeeldingen en het ook echt kunnen gebruiken bij het bidden. Het is goed om aan het eind zelf terug te blikken op de afgelopen bijeenkomst. Misschien zijn er dingen die je hebt geleerd en mee kunt nemen naar een volgende keer. Schrijf hiervan een kort verslag en geef dit door aan je collega(‘s).  Hoe ging het?  Wat heb je zelf geleerd en ontdekt?  Wat was de inbreng van de kinderen? Waar kwamen ze mee: ideeën, opmerkingen, vragen?  Kwamen je bedoelingen dichterbij? Wat wilde je hen graag in deze bijeenkomst meegeven, laten ervaren, laten zien?  Wat neem je mee voor de volgende keer? 7

8 Onze afspraken: Schrijf in dit tekstvak op wat jullie willen onthouden en hebben afgesproken om thuis te doen voor de volgende keer. Enquete We zijn benieuwd naar jullie ervaring met deze les. Daarom stellen we het zeer op prijs wanneer je de enquête hierover wilt invullen. Die vind je op http://www.enquetemaken.be/toonenquete.php?id=49844. Het wachtwoord is ´bidelkedag´ (aan elkaar, zonder aanhalingstekens).  stichting sAmen Leren Geloven 8

Vertelplaat Artjan  sAmen

Logboek sAmen aan het werk 0. Focus: de bedoeling van deze bijeenkomst voor mij en mijn groep is… Herschrijf in dit tekstvak in eigen woorden jouw bedoeling voor deze les. Gebruik hierbij de bedoeling die bovenaan de eerste pagina van de bijeenkomst staat. 1. Verkennen 2. Op een rij zetten: wat willen we weten? Schrijf in dit tekstvak wat jullie samen met de kinderen is opgevallen en de vragen en ideeën die bij jullie zijn opgekomen tijdens deze activiteit 3. Verdiepen 4. Aan de slag: onze inzichten en vorderingen… Schrijf in dit tekstvak de nieuwe inzichten die bij jullie zijn opgekomen tijdens het luisteren naar de Bijbel. Schrijf ook op wat jullie gedaan hebben en hoe dat ging. 5. Afronden: onze afspraken en aandachtspunten… Schrijf in dit tekstvak op wat jullie hebben afgesproken om thuis te doen voor de volgende keer. Schrijf ook op hoe je deze les vond gaan. Hoe reageerden de kinderen? Wat werkte wel, wat werkte niet? 10

1 Online Touch

Index

  1. 1
  2. 2
  3. 3
  4. 4
  5. 5
  6. 6
  7. 7
  8. 8
  9. 9
  10. 10
Home


You need flash player to view this online publication