15

BELANG BEWEGINGSONDERWIJS MET KLEUTERS ratie en verkennende activiteiten en daardoor onvoldoende tot ontwikkeling gekomen fundamentele motorische vaardigheden, wat een grote invloed kan hebben op een of meerdere andere ontwikkelingsdomeinen. Deskundigen wijzen erop dat het ‘motorische probleem’ in steeds grotere cirkels om zich heen grijpt en van invloed is op het domein van sociale en cognitieve vaardigheden en taken. Een probleem op het ene vlak heeft effect op het hele kind, aangezien de verschillende domeinen met elkaar verweven zijn. De ontwikkeling krijgt vorm in differentiatie en integratie van de verschillende domeinen, wat onder meer zichtbaar wordt in het bewegen en de motoriek. Het samenspel tussen biologische factoren en omgevingsfactoren is intensief. Zonder dit samenspel is er geen ontwikkeling mogelijk. De mate waarin verschilt in de diverse leeftijdsperioden en kan specifiek zijn voor een bepaald ontwikkelingsdomein. De ontwikkeling kent als het ware een script waarin zich gevoelige perioden bevinden en waarin behoefte is aan de juiste stimulatie. De kleuterperiode is juist zo’n periode waarin de ontluikende taal en begrippen heel effectief aan elkaar kunnen worden gekoppeld en waar ervaringen en de mogelijkheden met het lijf in de ruimte hun beslag krijgen en worden geïncorporeerd. Zich normaal ontwikkelende kleuters laten in een normale prikkelende omgeving dan ook een min of meer voorspelbare ontwikkeling zien. Uiteraard is ieder kind anders, maar de grote lijn is dan zichtbaar hetzelfde. Het merendeel van de kinderen gaat omrollen, zitten, staan en uiteindelijk lopen. Een dergelijke lijn is ook te ontdekken binnen het onderwijs op deze leeftijd. Zowel in het klaslokaal als in het speellokaal. VOORBEELD 1.2 SAMEN SPELEN IS SAMEN DELEN De meester heeft ook vandaag het speellokaal in vieren verdeeld. Hier op school noemen ze dat speeltuintjes. Vandaag heeft de meester in het ballentuintje maar drie ballen neergelegd. Hij legt ook uit dat er meer kinderen zijn dan dat er ballen zijn, dus je kiest vandaag een maatje (sociaal) om samen de kegels mee om te rollen (motorisch). De een rolt, de ander telt de puntjes en zet ze weer rechtop. Daarna mag je wisselen. Robin is samen met Anke. Dat kwam zo uit, want de anderen hadden al een maatje gevonden. Robin is nog maar net op school en kent nog niet alle regeltjes en samen een bal delen, dat is natuurlijk helemaal raar. Zodra Robin is geweest en Anke de kegels netjes heeft teruggezet, wil zij graag rollen. Robin denkt daar anders over. Hij rolt gewoon weer en gaat weer zelf de bal halen om nog een keer te kunnen. Anke houdt Robin tegen en vertelt hem dat het zo niet moet. Nu mag zij. Maar Robin geeft de bal niet. Die bal is van hem. Anke probeert het nog een keer, maar helaas. Ze loopt gefrustreerd (emotioneel) naar de meester, misschien dat de meester het Robin nog een keer kan vertellen. Anke weet allang (cognitief), samen spelen samen delen en als je er samen niet uitkomt, je naar de meester mag gaan. De meester zegt altijd dat als je nieuw bent we je nog een beetje moeten helpen. Dan moet je dat allemaal nog leren. 8 9 10 11 12 13 Doelen Leerdoelen voor het motorische domein, die je voor een les bewegingsonderwijs voorbereidt, hebben uiteraard betrekking op het beter uitvoeren van 14 15 1 2 Samenspel 3 4 5 6 7

16 Online Touch Home


You need flash player to view this online publication