41

155 4 De leer-kracht van het kind 4.1 Leerbehoeften 4.2 Leerstijlen 4.3 Skill-willmatrix 4.4 De acht van het brein Dit hoofdstuk gaat over de leer­kracht van de leerling. Een kind is in de basis volledig toegerust voor zijn eigen ontwikkeling. Deze kind-kracht ontstaat vanuit drie psychologische basisbehoeften; de behoefte aan relatie, aan competentie en aan autonomie. Deze drie behoeften zorgen ervoor dat kinderen betekenisvolle relaties willen, dat ze het beste van zichzelf willen laten zien en dat ze zich willen ontwikkelen. De kleuter is door deze psychologische basisbehoeften intrinsiek gemotiveerd om te leren. Het tot wasdom laten komen van dit potentieel, deze leer-kracht, vraagt om uitdaging en ondersteuning. De kleuter is nieuwsgierig en ondernemend. Deze ondernemingslust is de basis van zijn ontwikkeling. Dit vraagt aansluiting bij wat de kleuter belangrijk vindt en op een manier die prettig voelt. De mogelijkheden om deze kracht volledig te benutten en tot zijn recht te laten komen worden in dit hoofdstuk besproken. Activerend onderwijs is berust op deze drie psychologische basisbehoeften van kinderen, bekend vanuit adaptief onderwijs. Naast de drie basisbehoeften hebben kinderen ook verschillende leerbehoeften (paragraaf 4.1). Ruimte voor individuele speelkriebels, aandacht voor de modaliteit van deelnemen en de vier eigens. Informatie komt bij het kind op een specifieke manier binnen en wordt ook op een specifieke manier verwerkt. Je leest over de manieren waarop verkregen informatie wordt verwerkt: de leerstijlen (paragraaf 4.2). Daarna wordt de relatie tussen willen en kunnen, de skillwillmatrix (paragraaf 4.3), toegelicht, waarna het hoofdstuk wordt afgesloten met de breinprincipes. Nieuwe inzichten over breinleren (paragraaf 4.4) hebben ertoe geleid dat er meer aandacht is ontstaan voor een leerprocesgerichte benadering van ‘de lerende’ en daarmee voor de motorisch lerende mens. 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14

42 Online Touch Home


You need flash player to view this online publication