10

Overheid en beleid De stelling –> De overheid eist te veel aan social return bij aanbestedingen Tekst: Christine Lucassen Illustratie: Idris van Heffen Landelijke en lokale overheidsinstellingen stellen bij aanbestedingen vaak forse eisen op het gebied van social return. Maar mensen met een arbeids beperking werk bieden, is niet voor alle opdrachten in dezelfde mate mogelijk. Schieten we door? Rampzalig Het kan slimmer Daan Stuit, voorzitter brancheorganisatie MKB INFRA ‘De overheid stelt niet zozeer te veel, maar vooral niet de juiste eisen. Gemeenten stellen al langer social return-eisen in bestekken. Onze leden vinden het systeem zoals het nu wordt toegepast rampzalig – want projectgebonden. Je krijgt draaideurwerklozen. Dan heb je een project voor, zeg, de gemeente Delft met een bestek­eis dat vijf procent van de loonsom wordt gebruikt om mensen uit hun kaartenbakken in te zetten. Na vier, vijf maanden is het project afgelopen en staan die mensen weer op straat. Daarna krijg je hetzelfde in bijvoorbeeld Den Haag, met mensen uit hún kaartenbakken. Het gaat allemaal erg regionaal of gemeentelijk en niet duurzaam. Stel daarom landelijke en structurele social return-eisen, en stel ze niet per project maar per bedrijf. Bied ondernemingen de mogelijkheid om via een opleidingsinstituut op brancheniveau deelnemers aan een tweejarig leer­werktraject in te huren en op verschillende projecten te laten werken. Zo leren ze een vak en krijgen ze tijd om zichzelf te redden op de arbeidsmarkt.’ Yuri Starrenburg, voorzitter PSO Nederland ‘De diversiteit in de wijze waarop gemeenten hun social return­beleid uitvoeren is zo groot dat je hier geen ja of nee op kunt zeggen. Maar het uitvragen van social return kan veel slimmer. Gebruik social return­beleid niet als doel, maar als middel om een maatschappelijk vraagstuk mee op te lossen. Steeds meer bedrijven en gemeenten zitten op de goede weg. Zo kan de overheid bij aan bestedingen onder de EU­drempel de Prestatieladder Socialer Ondernemen als één van de gunningcriteria mee nemen, waar mee bedrijven aantonen dat ze gemiddeld duurzaam socialer opereren. Als een bedrijf met PSO­keurmerk bijvoorbeeld een offerte voor een onder houdscontract maakt van € 200.000 en een concurrent zonder € 180.000 vraagt, kan een gemeente dat eerste bedrijf vanwege de bewezen social return een fictieve korting geven en daarmee de opdracht gunnen. Gemeenten kunnen ook de social return­eisen in bestekken kwijt schelden voor ondernemingen op PSO­trede 2 of hoger. Zo voorkom je dat bedrijven zeggen: ‘Ik wíl wel, maar ik kán het niet duurzaam omdat ik telkens andere mensen moet inzetten.’ 10 Baanbreker nr. 3 2015

11 Online Touch Home


You need flash player to view this online publication