38

36 \ Overig SIB’s zijn nu vooral gericht op werkgelegenheid, mogelijk omdat kostenbesparingen op dat terrein makkelijker te kwantificeren zijn en directer toe te schrijven zijn aan de dienstverlener. Sommige overheden hebben echter de ambitie om ook op andere beleidsterreinen SIB’s in te zetten, zoals mantelzorg, preventie, justitie en maatschappelijk vastgoed. De overheid is de partij die de cliënten aanlevert en betaalt voor het resultaat (als enige!). Dit is dus ook de partij die de data moet leveren: de overheidsadministratie is leidend. De cijfers moeten dus relevant en up-to-date zijn. Data van meer dan vijf jaar oud of data op landelijk niveau, terwijl het om een regio gaat, kunnen geen basis vormen voor een goede beschrijving van het resultaat. De voor een SIB noodzakelijke cultuurverandering bij de stakeholders zal voor de overheid wellicht het moeilijkste zijn. Afstappen van oude ideeën (zoals het niet garanderen van de cliënteninstroom, de financieringsvormen en subsidiecultuur, procedures en processen, over begrotings- en gemeentegrenzen heen kijken enz.) zal leiderschap en veel inspanning vragen. Ten slotte zal de overheid steeds de afweging moeten maken of het niet goedkoper is om zelf de dienstverleners voor te financieren, in plaats van een investeerder in te schakelen. Geld lenen kan voor de overheid voordeliger zijn dan een eventueel rendement uitkeren. Het risico om de doelstellingen van een project niet te halen, is bij een SIB kleiner, maar de prijs is iets hoger.

39 Online Touch Home


You need flash player to view this online publication