6

Een groot aantal elementen in ons binnenmilieu hebben invloed op het welbevinden in huis. VOCHT: Veel woningen (zowel nieuwbouw als bestaande woningen) hebben last van vochtoverlast. Dit kan van buitenaf ontstaan en veel nieuwbouwwoningen hebben de eerste jaren last van bouwvocht. Maar veel vaker komt vocht van binnenuit, door koken, douchen en toiletgebruik. Ook door ademen en transpiratie ontstaat vocht. Een persoon produceert ongeveer 1 tot 2 liter vocht per dag door te ademen en te transpireren. Gemiddeld produceert een gezin 12 liter vocht per dag wat de woning in komt. Vochtproblemen, zoals schimmels, ontstaan in een woning wanneer de vochtige lucht door onvoldoende ventilatie blijft hangen. KOOLSTOFDIOXIDE (CO₂ ): CO₂ ontstaat in een woning onder andere doordat we het uitademen. Hoe meer we ons in huis bevinden des te meer CO₂ er vrij komt. Co₂ is een onzichtbaar en geurloos gas. Recente onderzoeken hebben aangetoond dat het effect van CO₂ op het welbevinden groter is dan we voorheen dachten. Onderzoek aan de State University in New York heeft in 2012 uitgewezen dat er al bij een geringe hoeveelheid (1.000 deeltjes per miljoen) een significante vermindering van de prestatie optreedt. Deskundigen zien vooral een probleem in ruimtes waar veel personen samenkomen, zoals kantoren en vergaderruimtes maar ook klaslokalen. Omdat CO₂ relatief eenvoudig met een CO₂ -meter gemeten kan worden, wordt de hoeveelheid CO₂ veel gebruikt als indicator voor de kwaliteit van het binnenklimaat. ALLERGENEN: Als er niet voldoende geventileerd wordt in huis kunnen bepaalde stoffen (allergenen) zich ophopen en allergische reacties veroorzaken. Die stoffen zijn onder andere huisstofmijten, schimmels, huisdieren (haren en huidschilfers) en pollen (stuifmeel). De concentratie van veel stoffen is IN het binnenmilieu vaak hoger dan buiten en dit kan gezondheidseffecten veroorzaken. Af en toe een raampje openen is NIET voldoende. JAGA | BINNENKLIMAAT | 6 F

7 Online Touch Home


You need flash player to view this online publication