22

Gefl apper en gespetter rond het Lauwersmeer Wandelen langs wintergasten MET DUIZENDEN TEGELIJK VALLEN ZE IEDER NAJAAR ONS LAND BINNEN OM HIER TE OVERWINTEREN. WINTERGASTEN ALS ZWANEN, EENDEN EN GANZEN, AFKOMSTIG UIT SCANDINAVIË OF SIBERIË. EEN GOED MOMENT VOOR EEN LEVENDIGE WANDELING IN HÉT VOGELGEBIED BIJ UITSTEK, HET LAUWERSMEER. Lauwersoog ■ ELVIRA WERKMAN Het aardige van vogels kijken is dat je nooit van te voren precies weet wat je gaat zien. Zou er op de naam ‘Vogelroute’ garantie zitten? Op de parkeerplaats aan de Kwelderweg in het Lauwers meer is het rustig op deze doordeweekse, winterse dag. Twee wandelaars hebben al een ronde gemaakt en staan naast hun auto met de wandelschoenen in hun handen. Ferm kloppen ze hun schoenen tegen elkaar. Met gestrekte armen, om de rondvliegende klei niet in hun gezicht te krijgen. ‘Soppig, maar mooi,’ zeggen ze. MEERKOETEN Een wegwijzer stuurt je vanaf de parkeerplaats rechtsaf, langs een sloot en een natuur camping. Vijf minuten later sta je al op een klein uitkijkpunt. Gele rietvelden en veel open water. Naast slobeenden en krakeenden ook grote zaag bekken en tientallen meerkoeten. Meerkoeten zie je het hele jaar door in Nederland, maar in de winter zijn ze het talrijkst. Onze ‘eigen’ koeten worden aangevuld met tienduizenden extra uit het Noorden. Door een klaphekje duikt het pad het riet in. Twee roestige spijkers houden een briefje op zijn plek: ‘Geachte bezoeker, in het winter halfjaar kunnen de paden van deze route (zeer) moeilijk begaanbaar zijn.’ Ai... Maar eigenwijs als we zijn slaan we toch het pad in. GEFLAPPER EN GESPETTER Het valt mee. Je loopt weliswaar in het spoor van grote grazers en hier en daar gaat het langs het randje, maar het heeft iets avontuurlijks. En de voeten blijven droog. Onder het wandelen klinkt voort durend het gefl apper en gespetter van de eenden die te zien waren vanaf het uitkijk punt, nu verborgen achter een rietkraag. Hoe verder de route, des te ui tgestrekter de rietvelden links en rechts. Geel met bruine wuivende pluimen, zover je kijkt. Een im posant gezicht. Af en toe stilstaan om even te luisteren. Zoveel riet, het barst hier vast van de rietvogels. En ja hoor, na een tijdje klinkt een zacht tsjietsjietsjie, helder als kerstbelletjes. Baardmannetjes. Door de verrekijker is te zien hoe een mannetje en twee vrouwtjes buitelen in de topjes. Prachtig. Typische riet vogels die in de winter gemakkelijker te ontdekken zijn dan in de rest van het jaar. Verderop is een reusachtig nest in de verte, boven in een boomtop. Vast van de zeearend die hier zomers broedt. Wintergasten Elk jaar in de winter krijgt ons land een paar miljoen gasten over de vloer. Helemaal uit Scandinavië of Siberië komen ze hier vanaf het najaar overwinteren, om in de lente weer naar de broedgebieden in het Hoge Noorden te trekken. Echte wintergasten zijn watervogels als kleine en wilde zwanen, rotgans, kleine rietgans, brandgans, maar ook zangvogels als koperwieken, kramsvogels en kepen. Weten wat je ziet onderweg? Kijk voor ganzen herkenning eens op: www.sovon.nl/nl/content/ ganzen­herkennen Of raadpleeg de digitale vogelgids van Vogelbescherming Nederland www.vogelbescherming.nl/ ontdek­vogels/kennis­overvogels/vogelgids Meer over vogels in het Lauwers meergebied: www.avifaunagroningen.nl/ index.php/gebieden/559­delauwersmeer 22 ‘te voet’ januari 2019 © Shutterstock

23 Online Touch Home


You need flash player to view this online publication