11

Mijn plek Tot zijn spijt is hij er niet geboren, maar hij heeft hier wel 28 jaar lang een geweldige tijd gehad. Jarno Geerlings (46) vertelt over zijn ouderlijk huis aan de Hofweg. Het huis was niet groot en ‘s winters was het er steenkoud, maar de omgeving maakte dit meer dan goed. ‘Mijn ouders betrokken deze woning in 1968. Vermoedelijk is het van oorsprong een werkmanshuisje van de boerderij van de Boer, die in de jaren ’20 gebouwd is. Voordat mijn ouders er kwamen wonen hadden er al verschillende mensen gewoond. Toen ik klein was, was het altijd een gezellige drukte bij ons thuis. Iedereen kwam graag bij ons, ook omdat er zoveel ruimte om het huis was. Mensen in het dorp hadden immers niet zo’n grote tuin. We hadden er heel veel dieren; geiten, katten, konijnen, niets was te gek. Dat gold ook voor de spelletjes die we deden. Zo plaatsten we ’s zomers de ene kant van de ladder op een konijnenhok en de andere kant aan de overkant van de sloot. In een kinderbadkuipje gleden we vervolgens zo via de ladder over de sloot heen. Net een glijbaan! In een winter bouwden we iglo’s in de sneeuwduinen om ons huis. Verder werd er veel gevist, gezwommen en hutten gebouwd. Vroeger was de levensstandaard een stuk lager dan nu. Dat gold zeker ook bij ons. We hadden bijvoorbeeld enkel glas en slechts één oliekachel in de kamer. ’s Winters kon het dus echt koud zijn in huis. Als het vroor stonden de bloemen zelfs op de ramen. We schaarden ons dan allemaal om de kachel om onszelf een beetje op te warmen. Boven sliepen we met z’n vieren, verdeeld over twee slaapkamers. Toen mijn jongste zus werd geboren hebben mijn ouders beneden nog een slaapkamer aangebouwd. Ik kreeg mijn eigen kamer, en mijn zussen sliepen samen op de kamer met een gordijn ertussen voor de privacy. Dat kun je je nu haast niet meer indenken, maar vonden we destijds heel gewoon. ‘We gleden in een badkuipje via een ladder over de sloot’ Ik beleef nu, veel meer dan vroeger, de schoonheid van de omgeving. Neem bijvoorbeeld de geuren die horen bij ieder jaargetijde; van het gieren, het hooien of de bloesems uit de boomgaard in het voorjaar. Wanneer ik dit ruik moet ik altijd aan vroeger denken. Die geuren maken nog altijd mooie herinneringen in mij los. Mijn ouders wonen er helaas niet meer, zij zijn in 2004 geëmigreerd. Toch rijd ik er nog dagelijks langs als ik naar mijn werk ga. Soms stop ik op vrijdagmiddag even bij de huidige bewoner, Henk de Boer, om even wat te drinken. Dat vind ik altijd heel fijn. Ik vertel dan vaak vol trots over de tijd dat ik daar gewoond heb. Wat mij betreft is dit nog steeds de mooiste plek van Ilpendam.’ ILPENDAM | 11

12 Online Touch Home


You need flash player to view this online publication