11

……………………………………………………………………………………………………………………………………………………………. “Een nieuwe school ontwikkelen doe je niet met het onderwijsconcept van 100 jaar geleden.” ……………………………………………………………………………………………………………………………………………………………. In de praktijk zien we dit dan ook met enige regelmaat voorkomen. Vanuit een duidelijke visie op leren en de wens leerlingen het beste onderwijs te bieden wordt op deze scholen afgeweken van het onderwijs zoals dat vaak jarenlang de norm is geweest. Vanuit dit bewustzijn zijn de scholen vervolgens vanaf de grond op- en ingericht, alles beredeneerd vanuit de visie van de nieuw op te richten school. Hoe kan (de inrichting van) het gebouw bijvoorbeeld ten dienste staan van de visie op leren die centraal staat op school? En wat vraagt de visie bijvoorbeeld van (de kennis en vaardigheden van) het onderwijspersoneel? Naast deze visie kan ook het onderwijsaanbod in de regio een rol spelen in de overweging om een nieuwe school op te richten. Zo ontbrak het in sommige regio’s nog aan dit type scholen, waardoor de nieuw op te richten scholen in een bepaalde behoefte onder personeel, ouders en leerlingen kon voorzien. 2.5. Overeenkomsten of verschillen? De bovenstaande beweegredenen lijken in eerste instantie elk op zichzelf te staan, maar wanneer meer in samenhang naar deze redenen wordt gekeken, valt op dat zij allen uitgaan van hetzelfde uitgangspunt: het beste onderwijs voor leerlingen. Of er nu een nieuwe school wordt opgericht, scholen te maken krijgen met krimp of scholen het onderwijs anders gaan inrichten omdat de wereld om hen heen sterk verandert: zij zijn allen overtuigd van de meerwaarde van hun nieuwe concept voor de kwaliteit van het onderwijs en de (talent)ontwikkeling van hun leerlingen. Door hun onderwijs anders in te richten, verwachten zij hun leerlingen het beste onderwijs te kunnen bieden als voorbereiding op hun vervolgonderwijs, de arbeidsmarkt en samenleving. 2.6. Draagvlak als voorwaarde Op veel scholen is er een duidelijke aanleiding om het onderwijs anders te organiseren. Dat deze aanleiding er is, betekent echter niet direct dat er op school ook draagvlak is onder personeel, ouders en leerlingen voor de veranderingen die scholen willen inzetten. Als er sprake is van een nieuw op te richten school, zien we dat dit draagvlak er vaak wel is. Dat heeft er onder andere mee te maken dat het concept op deze scholen uitgewerkt kan worden met onderwijspersoneel dat daar zélf ook iets voor voelt. Op die manier zijn de veranderingen niet alleen ‘iets’ van het management, maar worden deze breed gedragen onder het personeel. Ouders en leerlingen kiezen bovendien vaak bewust voor de school en het concept, terwijl hier niet altijd sprake van hoeft te zijn als bestaande scholen het onderwijs anders gaan organiseren. Bestaande situatie: meer diffuus Op scholen die vanuit een bestaande situatie het onderwijs anders gaan organiseren, is het beeld dan ook wat diffuser. Over het algemeen is er op voorhand al redelijk wat draagvlak onder het personeel voor de in te zetten veranderingen, maar niet al het personeel staat hier vanaf de start al positief tegenover. Vaak is er een beperkte groep aanjagers, terwijl het overige personeel meegroeit in het proces. Maar over het ……………………………………………………………………………………………………………………………………………………………. Anders organiseren? Teamwork! | 11

12 Online Touch Home


You need flash player to view this online publication