Eindelijk tijd voor het boek Dorp zonder zwaluwengewelf Moddersloot voor varkensstal Heb je ze al gezien? De boerenzwaluwen zijn terug! Geen 1-aprilgrap. Ze vlogen de niendeur binnen. Begin jaren negentig begon Arend Heideman (1948) aantekeningen te maken. “Wat automatisch gebeurt, ga je niet bijhouden. Ik maakte me zorgen over onze zwaluwen. Zouden ze wel terugkomen? Hoe lang nog?” Het ene jaar waren de eerste zwaluwen terug op 23 maart. Eén keer pas op 19 april. Spannend! En afgelopen bijna dertig jaar ook driemaal exact op 1 april, de grappenmakers. Journalist Heideman woont op het oudershuis, in een boerderij anderhalve kilometer buiten Gelselaar. Een dorp van niks, met zijn zevenhonderd inwoners? Helemaal mis. Dan kijk je niet goed. Het Gelderse dorp op de grens van de Achterhoek en Twente bruist van de verhalen. Over ganzen en putten van Bentheimer zandsteen. Over gereformeerden en remonstranten, meester Heuvel en zaadhandelaar Kolkman. De kern van Gelselaar is een beschermd dorpsgezicht. Lees en huiver in het boek Dorp zonder zwaluwengewelf, van de hand van Arend Heideman. Kerstkind Heideman zou eigenlijk boer worden. Ook weer niet. Vier jaar hielp hij zijn vader op het gemengde bedrijf met koeien, varkens en aanvankelijk ook kippen. “Vroeger had je huisslachtingen. Als ik zelf had moeten slachten, was ik vegetariër geworden. Boer zijn was toch niets voor mij. Vanaf Arend Heideman: “Hoe beknopter je schreef, hoe eerder je werd uitgenodigd voor een sollicitatiebezoek.“ “Ik maakte me zorgen over onze boerenzwaluwen. Zouden ze wel terugkomen?” Foto’s: Theo Leoné In een straal van 75 kilometer rondom Bentheim bevinden zich waterputten van Bentheimer zandsteen. Arend Heideman bracht ruim 200 exemplaren in beeld. Zou een van hen ouder zijn dan 1575? Dat jaartal staat gekerfd in de put bij de boerderij waar de Heidemannen wonen. Ook de op een na oudste put van Bentheimer zandsteen (uit 1579) bevindt zich in Gelselaar. Kanttekening van Arend: slechts op een kwart van de putten staat een jaartal. Maar toch. 22 het begin had ik grote belangstelling voor de historie. Als Trouw met de post kwam, was ik met de krant foetsie. De school was net een gevangenis, ik zat liever in het bos.” Gek op witte fietsen, in een wereld die snel beter moest, pakte Arend de cursus Journalistiek van de Leidse Onderwijsinstellingen op. En ook meteen maar lessen Russisch – waarom ook al weer? “In de journalistiek aan het werk komen was lastig. Ik werd programmeur bij Reesink in Zutphen. Daar ontdekte ik dat beknopt schrijven erg handig is. Hoe beknopter je schreef, hoe eerder je werd uitgenodigd voor een sollicitatiebezoek. “ Het vertrek bij Reesink leidde tot een woordenwisseling. Wist Arend veel dat de regionale radio-omroep Rono in Enschede of de Graafschapbode in Doetinchem wel eens contact zouden kunnen opnemen met zijn werkgever? Heideman maakte dat hij weg kwam en werd in 1972 nachtredacteur/ verslaggever in Doetinchem.
23 Online Touch Home