9

pensioenfonds worden tegenwoordig hoge eisen gesteld, ook qua beschikbaarheid. Zelf kan ik het leeswerk gelukkig meestal thuis doen, ook ’s avonds of in het weekend. Het werk is overigens echt niet voor al mijn pensioenrollen hetzelfde, elk eerst bij de Nederlandsche Bank om vervolgens te verhuizen naar de Europese Centrale Bank in Frankfurt. Ook was ze enkele jaren adviseur van de Europese Commissie in Brussel. Terug in Nederland ging ze aan de slag bij het beleggingsbedrijf van het Algemeen Burgerlijk Pensioenfonds, het grootste pensioenfonds van Nederland. ‘’Dat was nog in de tijd van de gulden. ABP regelt de pensioenen voor alle ambtenaren, verpleegsters, onderwijzers, politiemensen, gemeentewerkers. Dat zorgt ook voor veelzijdigheid in het bestuur, iets wat je nu bij PGB ook terugziet. Ik ben bij PGB oorspronkelijk voorgedragen door het verbond van grafische ondernemers KVGO. Mijn herbenoeming in 2016 verliep echter via de Werkgeversraad, waar alle sectoren waarvoor PGB tegenwoordig de pensioenen regelt, in vertegenwoordigd zijn.’’ Kapteijn is verder in verschillende rollen actief bij nog vijf andere pensioenfondsen en een beleggingsbedrijf in ons land. ‘’Ik ben een ZZP-er onder de pensioenbestuurders.’’ Ze is in 2012 vanwege haar deskundigheid op financieel gebied en op dat van risicomanagement binnengehaald bij het PGB. ‘’Vroeger werd een pensioeninstelling als PGB vooral gerund door de uitvoerende dienst, de bestuurders kwamen eens per maand op een middag bij elkaar. Maar mede door de financiële crisis in 2008 is de taak van het bestuur verzwaard en een deskundigheidsslag ingezet. Er moest meer expertise komen, met name wat betreft vermogensbeheer en risicomanagement. Aan bestuurders van een fonds heeft zijn eigen karakteristieke kenmerken, dat verschilt van fonds tot fonds.’’ Risico-tolerantie Binnen PGB was bij haar komst de basis al gelegd op het gebied van risicomanagement. Onder invloed van Kapteijn is dat verder uitgebouwd en is er meer structuur in aangebracht. Zo is er in nauw overleg met alle betrokkenen een risicomanagementbeleid opgesteld waarin de risico-tolerantie voor alle denkbare activiteiten in kaart is gebracht. Jaarlijks wordt gecheckt of aan alle omschreven eisen is voldaan en of dat ook op de juiste manier is gebeurd. ‘’Het gaat er om vast te stellen of we wat risico’s betreft binnen de door onszelf gestelde kaders zijn gebleven. Risico’s helemaal uitbannen, dat kan niet. De deelnemers van ons pensioenfonds vragen dat ook niet, dat is weer gebleken uit ons onderzoek naar de risicobereidheid. Ook de gepensioneerden willen best dat er risico’s worden genomen bij de beleggingen, ik denk dat dat komt omdat ze hopen dat er dan sneller geïndexeerd kan worden. Je moet risico nemen om rendement te kunnen maken. Het gaat er echter om te bepalen hoe ver je met die risico’s wilt gaan en vervolgens te monitoren dat je ook binnen die gestelde kaders blijft. Risico is onzekerheid, hoe ver wil je gaan met die onzekerheid? Het moet uiteindelijk niet zo zijn dat we te veel risico nemen waardoor de pensioenen in gevaar komen. Het gaat wel om geld van anderen dat we als pensioenfonds in beheer hebben. En vergeet ook niet dat we als bestuurder uiteindelijk aansprakelijk zijn als er iets mis gaat.’’ Een spiegel voorhouden Het risicobeheer ligt in eerste instantie bij wat Kapteijn noemt ‘de eerste lijn’. ‘’Dat zijn de mensen in de uitvoerende organisatie voor het pensioenbeheer en het vermogensbeheer. We hebben in “de tweede lijn” een paar risicomanagers kunnen vinden die heel goed zijn, daar ben ik erg blij mee. Zij houden de mensen een spiegel voor, wat zijn nu precies de risico’s, hoe ga je daar mee om. Het reflecterend vermogen bevorderen, de discussie aangaan, mensen aanspreken op hun eigen analyses en denkvermogen. Dan verdiep je de discussie en krijg je glans. Het is onze taak als bestuur en specifiek mijn taak binnen dat bestuur om er voor te zorgen dat deze processen in orde zijn en dat alles op het gebied van risicomanagement op de juiste manier verloopt.’’ ‘’In het bestuur moet ik echt weleens ‘‘straks is er voor mij niets meer over, de gepensioneerden maken alles op” zeggen: ho, ho, zullen we daar niet nog eens goed naar kijken. Uiteindelijk wordt van mij een objectieve mening verwacht. Dat is ook wat voor deze functie vereist is, je moet over onafhankelijkheid van geest beschikken. Het is daarbij wel zo dat het bestuur bij PGB collegiaal functioneert. Er zijn wel fondsen waar bijvoorbeeld de bonden en werkgevers toch meer tegenover elkaar staan. Het feit dat het bestuur van PGB paritair is samengesteld werkt nog altijd goed. Het bevordert de solidariteit bij de pensioenen. Dat is zeker bij de discussies over het pensioenstelsel van belang. Je hoort nog vaak dat jongeren roepen: straks is er voor mij niets meer over, de gepensioneerden maken alles op. Dat is onjuist. Dit misverstand moeten we uit de wereld helpen. Ieder bouwt zijn eigen pensioen op. En het bestuur beheert het fonds voor alle generaties.” Ruud Peys 9

10 Online Touch Home


You need flash player to view this online publication