12

“In winkels zie je hele maatschappij” Wim van Dijk van eierzoeker tot ijv De ijzers onder, schaatsen. Meer dan Wim van Dijk wil toegeven waren zijn Elfstedentochten in februari 1985 en 1986 mijlpalen. Vergeet ook de strenge winter van 1963 niet. Stiekem reed hij bij Dokkum een stuk mee. “De mens verandert niet zo veel. De patronen zijn redelijk stabiel. Wat mij het meest interesseert, boeide me als jongetje in Friesland ook al. Het buiten zijn, eieren rapen, schaatsen. Het geluk dat je haalt uit lezen en schrijven. Als je ouder bent en terugkijkt herken je de iconen van je leven. De leraar Nederlands die me geestdrift voor taal bijbracht, industrieel ontwerper Friso Kramer, de Zweed Frits Ahlquist – hij liet zien hoe je leiding kunt geven met charme. Ook Albert Heijn hoort in mijn rijtje.” Wim van Dijk (1948, Metslawier) kende wilde jaren als student sociologie in Groningen. De jaren zestig roerden zich. “Vijf jaar was ik werkstudent in een psychiatrische inrichting. Daar heb ik meer geleerd dan op de universiteit. Als student leefde je er op los. In de kliniek betekende je iets voor de mensen. Ik zag iemand in mijn armen sterven. Heel indrukwekkend. De liefde van de verplegers voor hun patiënten. Heel mooi. Je merkt dat patiënten zich aan je gaan hechten, aan zo’n hippe vogel.” Voor niks en niemand bang vond Van Dijk werk in Amsterdam bij Ahrend Kantoormeubelen. Werd bij het lastige bedrijf hoofd personeelszaken. Ahrend: 600 medewerkers en een wilde academicus. “Ik kwam van de universiteit en wist van niets. Was creatief en kritisch. Moest nog veel leren. Wat heb ik een grote mond gehad. Friso Kramer, bekend van zijn kegelvormige straatlantaarn, liet aan de directie een stoel zien. Wat ze daar van vonden. Mijn reactie: “Weet je wat je doet, laat de stoel zien aan de doelgroep”. Hij: 12 “Ben je gek? Ik ben een ontwerper”. De raad van bestuur vond mijn onbevangen opmerkingen wel leuk.” Op Ahrend volgde Albert Heijn. Zes jaar was Van Dijk personeelschef van zo’n 400 kleine winkels waar uiteindelijk 15.000 mensen zouden werken. “Bij Albert Heijn heb ik het vak geleerd. Ik moest naar alle branden. Vrolijke branden zoals jubilea tot mensen die hun baan niet aankonden en fraude toe. Vreselijk soms.” “Eerst plannen, dan rennen heb ik altijd onthouden“ In 1985 wisselde Van Dijk naar de post Hoofd Beleidsontwikkeling. Hoe de klantvriendelijkheid te bevorderen, hoe krijg je met massacommunicatie alle neuzen dezelfde richting op? Als hoofd van een vijfkoppig team werkte de in het westen neergestreken Fries een formule uit voor een nieuwe generatie klanten en medewerkers. “Een mooiere klus kun je niet krijgen. In heel wat landen heb ik formules bekeken. Wat werkt en waarom. De formule werd voor het eerst in Tilburg en later landelijk toegepast. Meneer Heijn had de slagzin: eerst plannen, dan rennen. Heb ik altijd onthouden. Ik zeg de slagzin elke dag wel een keer.” Een vergissing was de overstap naar het Sociaal Fonds Bouwnijverheid. Wat een ambtenarij. Wel hard gewerkt maar Van Dijk was duidelijk niet op zijn plek. Na zes jaar bouw keerde Van Dijk kort voor de eeuwwisseling terug naar de detailhandel. De keuze viel op A&P, voorheen Jac Hermans. Spannende tijden. Van Dijk wist bij binnenkomst al dat de Duitse eigenaren A&P wilden verkopen. In 2002 volgde de overname door Schuitema en verschenen op de winkels de borden C1000. “Ik was blij weer bij de detailhandel te zijn. Zet mij maar in een kantine of winkel. Daar komt de hele maatschappij over de vloer. Geweldig. Veel mensen bij A&P waren bang. Wat gaat met mijn baan gebeuren, wat met de winkels? Daar was ik volop mee bezig. Hoe haal je de angst bij de mensen weg. De overname verliep goed, een interessant proces.” Nooit nog had Van Dijk met Weide, koeien, vogels. Heerlijk het buitengebied in, zoals in de jonge jaren Foto’s Theo Leoné

13 Online Touch Home


You need flash player to view this online publication