103

In werkelijkheid was het zelfs zo, dat vele kruisvaarders zichzelf niet meer als Europeanen beschouwden. De kroniekschrijver Fulcher van Chartres scheef: Beschouw, Ik bidt en reflecteer hoe in onze tijd God het Westen naar het Oosten overgebracht heeft. Want wij waren Westerlingen en nu wij zijn nu Oriëntaals gemaakt. Hij die een Romein of een Frank was, is nu een Galileeër, of een inwoner van Palestina. Iemand die inwoner was van Rheims of Chartres is nu een inwoner gemaakt van Tyrus of Antiochië. Wij zijn al de plaatsen van onze geboorte vergeten, zij zijn al onbekend geworden voor ons, of tenminste blijven die onbenoemd. Sommigen bezitten hier al huizen en dienaars, die zij door een erfenis hebben verkregen. Sommigen hebben vrouwen genomen, niet uit hun eigen bevolking, maar van Syriërs, Armeniërs of zelfs Saracenen, en zij hebben zelfs de genade van de doop ontvangen. Sommigen van hen hebben al schoondochters, zwagers, stiefzonen of stiefvader. Er zijn hier zelfs kleinkinderen en achterkleinkinderen. De een verbouwd wijnstokken, de andere heeft velden. De een en de ander gebruiken onderling de spraak en het idioom van verschillende talen. Verschillende talen zijn nu gemeengoed gemaakt, en zijn bekend gemaakt bij verschillende rassen, en het geloof verenigd zij wiens voorvaders vreemdelingen waren. Zoals het is geschreven, “de leeuw en de rund zullen samen stro eten.” Zij die eens vreemdelingen waren, zijn nu inlanders, en hij die eens een reiziger was, is nu een inwoner.1 Tegelijkertijd werd een ander kenmerk van kolonialisme niet verwezenlijkt, namelijk emigratie op grote schaal. Er kwam geen massastroom van kolonisten op gang vanuit Europa naar het oosten, om zich te vestigen in de Kruisvaarder-staten. Politiek Correcte Mythe: Het innemen van Jeruzalem was uniek in Middeleeuwse geschiedenis en veroorzaakte wantrouwen bij Moslims voor het Westen Na een vijf weken lang durende belegering, drongen de Kruisvaarders Jeruzalem binnen op 15 Juli 1099. Een anonieme Christelijke tijdgenoot deed verslag van gebeurtenissen, en wat er vervolgens gebeurde, is in het geheugen van de wereld gegrift: Een van onze ridders, met naam Letholdus klom op de muur van de stad. Toen hij de top bereikte, vluchtten de verdedigers van de stad snel langs de muren, en door de stad. Onze mannen liepen hen achterna en achtervolgden hen, en doodden en hakten erop los, zo ver als de tempel van Salomo, en er was zo’n grote slachting dat het bloed van de vijand tot op de enkels van onze mannen was. De emir die bevel voerde vanuit de toren van David gaf zich over aan de graaf [van Sint-Gilles] en opende de poort waar de pelgrim altijd de belasting 1 Geciteerd in August C. Krey, The First Crusade: the Accounts of Eyewitnesses and Participants, Princeton, NJ, 1921, 280-81. Herdrukt in Medieval Sourcebook, www.fordham.edu 103

104 Online Touch Home


You need flash player to view this online publication