106

het laat wel zien dat het gedrag van de Kruisvaarders in Jeruzalem consistent was vergeleken met de legers in die periode – gegeven het feit dat alle staten dezelfde noties van belegering en verzet onderschreven. Inderdaad, in het jaar 1148 twijfelde Moslimcommandant Nu red-Din niet om elke Christen in Aleppo te doden. In 1268 toen de jihadlegers van de Mamlukse sultan Baybars Antiochië innam van de Kruisvaarders, was Baybars geërgerd door erachter te komen dat de Kruisvaarderleider, graaf Bohemond VI de stad al had verlaten. Hij schreef tot Bohemond om er zeker van te zijn dat hij wist wat zijn mannen hadden gedaan in Antiochië: Je zou je eigen ridders hebben moeten zien die zich op de grond neerknielden naast de hoeven van de paarden, je huizen bestormd door de plunderaars, en geplunderd door de plunderaars, je welvaart werd met de honderden kilo’s afgewogen, jullie vrouwen werden verkocht met hun vieren tegelijk, en gekocht door een dinar van je eigen geld! Je zou de kruizen gezien moeten hebben, die kapotgeslagen werden, de bladzijden van het nieuwe testament verspreid op de grond, en de grafstenen van de Patriarchen omvergegooid. Je had de Moslim vijand moeten zien die op de plaatsen traden waar jullie de Mis vierden, en de kelen van de Monniken werden doorgesneden, de priesters en diakenen op het altaar, en een plotselinge dood brengend aan de Patriarchen, en de koninkrijke prinsen tot slavernij gedwongen. Je hebt het vuur moeten zien dat door jullie paleizen raasde, de doden van deze wereld worden verbrand in het vuur van het ene huis naar de volgende, en je paleis dat er onherkenbaar beschadigd uitziet. De Kerk van Sint-Paulus en de Kathedraal van Sint Pieter naar beneden gehaald en vernietigd. Dan zou je hebben gezegd, “was ik nu maar stof, en dat geen enkele brief mij zulke tijding gebracht zou hebben!”11 Meest opvallend van alles mag zijn de Jihadisten die Constantinopel binnenvielen op 29 Mei 1453, en zij – net zoals de Kruisvaarders deden in Jeruzalem in 1099 – eindelijk een langdurig verzet braken tijdens hun belegering. Hier stroomden de rivieren van bloed opnieuw, zoals historicus Steven Runciman opmerkt. De Moslimsoldaten sloegen iedereen die men op straat tegenkwam met het zwaard dood, mannen, vrouwen en kinderen zonder onderscheid. Het bloed stroomde in de rivieren naar beneden in de smalle straten van de heuvel van Petra tot de Gouden Hoorn. Maar snel werd de lust om te slachten gestild. De soldaten beseften dat de gevangenen en hun kostbare voorwerpen hen een grotere winst zouden brengen.”12 Net als de Kruisvaarders, die het heiligdom schonden van zowel de synagoge als de moskee, plunderden en vernielden de Moslims de kloosters en gemeenschappen, en ontdeed hen van de bewoners, en plunderden hun huizen. Zij kwamen de Hagia Sofia binnen, die voor meer dan 1000 jaar de grootste kerk was geweest in het Christendom. De gelovigen die daar binnen de heilige muren verzameld waren, om te bidden voor de laatste doodsangsten van de laatste tijd. De Moslims riepen de viering van het morgengebed (Orthros) een halt toe, terwijl de priesters, volgens de legende, de heilige voorwerpen namen en in de oostelijke muur van de Kathedraal verdwenen, waardoor zij eens zouden terugkeren om de heilige dienst op een dag af te maken. De Moslimmannen doodden toen de ouderen en zwakkeren, en namen de rest gevangen als slaven. 11 Geciteerd in Madden, 181-182 12 Steven Runciman, The Fall of Constantinople 1453, Cambrigde University Press, 1965, 145 106

107 Online Touch Home


You need flash player to view this online publication