167

Een oprechte erkenning dat wij geconfronteerd worden met een hernieuwde jihad zou een goede start zijn voor een lange weg om dit soort blunders van de diplomatie en de veiligheidsdiensten te voorkomen. Dit is niet zo vergezocht als het lijkt te zijn. Jihad terroristen hebben de oorlog verklaard aan de Verenigde Staten, en aan andere Moslimlanden. Alles wat de V.S. en de West-Europese landen moeten doen, is de vijand identificeren zoals zij zichzelf identificeren. Jihad internationaal verslaan Na de terroristische aanslagen op 11 September 2001, waarschuwde President Bush de wereld, “Je bent of met de terroristen, of je bent met ons.” Maar als gevolg van de aanhoudende weigering van Washington, om exact te erkennen wie de terroristen zijn, en waarvoor zij staan en waarvoor zij vechten, heeft die gedurfde bewering keer aan effect ingeboet. De duidelijke lijn in het zand werd keer op keer weer vervaagd en onduidelijk gemaakt. En weinigen, als die er waren, durfden de juiste vragen te stellen. Staatssecretaris Condoleezza Rice, werd tijdens de hoorzittingen van de Senaat onophoudelijk ondervraagd over Irak, massavernietigingswapens, en hoe lang het leger zou verblijven in het door conflicten verscheurde land. Maar niemand vroeg haar een belangrijke vraag: Wanneer en hoe zal de Amerikaanse buitenlandse politiek aangepast worden, om de onze jihad-tegenstanders te verslaan, en niet de jihad-tactieken? Drie jaar na 11 September was dit nog steeds niet gedaan. Het zou het eerste wat gedaan zou moeten worden in een structurele aanpak van het probleem. Andere landen namen dit van Amerika aan als een axioma – inclusief de vijanden van Amerika. Artikel 3 van de Iraanse constitutie stelt als voorwaarde dat Iran zijn buitenlandse beleid moet baseren op “Islamitische criteria, broederlijke toewijding aan alle Moslims, niet spaarzame steun voor de ‘vrijheidsstrijders’ van de wereld.” Ik stel voor dat de Verenigde Staten iets soortgelijks doet: de doelen en interesses duidelijk formuleren met betrekking tot de wereldwijde jihad. Dit zou in ieder geval een serieuze her-evaluatie teweegbrengen van de Amerikaanse houding wereldwijd. Hier een aantal voorstellen om dit te bereiken: In de eerste plaats, is het schandalig dat zoveel jaar nadat president Bush aankondigde dat “of je bent met de terroristen, of je bent met ons,” dat de Verenigde Staten nog steeds landen als vrienden en geallieerden ziet – of tenminste ontvangers zijn van de vrijgevige gulheid ervan – waarin jihadistische activiteit zo wijd verbreid is. Hier enkele voorstellen voor het buitenlands beleid voor het ministerie van Buitenlandse Zaken: Verbind buitenlandse hulp met de voorwaarde voor de behandeling van niet-Moslims. Een ministerie (state department) dat werkelijk de belangen van Amerika op het oog heeft, zou bijvoorbeeld onmiddellijk alle vormen van Amerikaanse hulp aan stopzetten aan, Kosovo, Algerije, Somalië, Noord-Sudan, Egypte, Jordanië, de Palestijnen, Pakistan, Indonesië, en zelfs Irak en Afghanistan, en elke andere staat, totdat elke aantoonbare hulp – zoals materialen, onderwijsmiddelen, religieuze instellingen – voor jihad oorlogsvoering stopgezet wordt. Ook moeten deze landen volledige rechten toekennen aan alle nietMoslims. Geef de wereldwijde allianties opnieuw vorm op grond van dezelfde voorwaarden. De vriendschappen met Pakistan, Saoedi-Arabië, en andere exporteurs van jihad zullen stopgezet moeten worden en ingelicht moeten worden over de voorwaarden. Het continueren van vriendschapsbanden met de Verenigde Staten zou absoluut afhankelijk 167

168 Online Touch Home


You need flash player to view this online publication