75

al-Sabbah al-Kindi (801-873), bijvoorbeeld, stelde voor dat religie en filosofie twee verschillende, maar gelijke paden, van waarheid waren.21 Met andere woorden, filosofen hoeven geen aandacht of hulde te bewijzen aan de Koran, met zijn zelfbedienende profeet en Bordello Paradijs. Abu Bakr ar-Razi (864-930), in het westen bekend als Rhazes, ging zelfs zover door te zeggen dat alleen filosofie tot de hoogste waarheid leidt. Andere Moslim filosofen volgden een vergelijkbare gevaarlijke onderzoekslijn. In zijn De Incoherentie van Filosofen, beschuldigt alGhazali de Moslim filosofen van “ontkennen van de geopenbaarde wetten en religieuze getuigenissen” en van “afwijzen van de details van religie en sektarisme, door te geloven in mensgemaakte wetten en verfraaide trucjes.”22 Hij beschuldige Moslim filosofen als al-Farabi en Avicenna voor het uitdagen van “de enige principes van religie” Aan het eind van “De Incoherentie van Filosofen”, stelt Mohammed versus Jezus “Niemand is goed dan God alleen” Jezus (Marcus 10:18) “De Joden zeggen: ‘Allahs hand is geketend.’ Moge hun eigen handen geketend worden! Mogen zij vervloekt worden voor wat zij zeggen! In geen geval. Zijn handen zijn beiden uitgerekt: Hij doet en schenkt zoals Hij het zelf wil” Koran 5:64 al-Ghazali een retorische vraag over de filosofen: “Zeg je daarom definitief dat zij ongelovigen zijn en dat het doden van degene die hun overtuigingen vasthouden verplicht is?”23 Hij beantwoord deze vraag met “Door hen ongelovigen te benoemen is noodzakelijk vanwege drie redenen”: hun leringen dat de wereld eeuwig bestond, dat Allah bepaalde dingen niet zou weten, maar alleen universele dingen, en dat er geen wederopstanding is van het lichaam. Dus, door de dictaten van de Islamitische wet, was het “verplicht” om hen te doden. Dit is niet echt een manier om een gezonde filosofische traditie te stimuleren. Er zijn Moslim filosofen geweest na al-Ghazali, maar die bereikten nooit de status van die van Avicenna. Averroes (ook wel genoemd Abul-Waleed Muhammad Ibn Rushd) antwoordde al-Ghazali in een boek met de titel Incoherentie van de Incoherentie, dat erop aandrong dat filosofen nooit overgedienstig moeten zijn naar theologen, of aan mooipraterij doen, maar de schade was al gedaan. De Gouwen Eeuw van Islamitische filosofie, zoals het was, was voorbij. Al-Ghazali’s aanval op de filosofen was een geraffineerde manifestatie van een tendens dat altijd Het idee dat Allahs hand “niet geketend” is, is een reflectie van zijn absolute vrijheid en soevereiniteit. Als God goed is, zoals Jezus zegt, dat is Zijn goedheid te onderscheiden in de samenhang van zijn creatie; maar in Islam, zelfs door Allah goed te noemen, zou zelfs hem al vastbinden. intellectuele ontwikkeling in de Islamitische wereld verhinderd heeft: Er is een overheersende veronderstelling dat de Koran het perfecte boek is, en dat er geen ander boek nodig is. Met de Koran als perfecte boek en de Islamitische maatschappij de perfecte beschaving, waren er teveel Moslims die dachten geen kennis nodig te hebben, vanuit een andere bron – en zeker niet van ongelovigen. 21 Islam, Encyclopedia Brittanica, 2005, Encycl. Britt. Premium Service. www.brittanica.com 22 Abu Hamid al-Ghazali, The Incoherence of the Philosophers, translated M.E. Marmura, Provo, Brigham University Press, 2000, 2 23 Al-Ghazali, 226 75

76 Online Touch Home


You need flash player to view this online publication