2011 verschenen monografie over dit orgel.21 Uiteraard was er binnen het kader van dat boek slechts een beperkte ruimte beschikbaar om aan ieder van hen die aandacht te schenken, die hij wellicht verdient. Gelukkig lijkt het tij te keren: inmiddels is Johannes Tammen nader voor het voetlicht gehaald22, terwijl er een uitgebreide studie over Johan van Meurs, de voorganger van Westerbrink, op stapel staat. In deze tweedelige bijdrage willen we vooral stilstaan bij de organisten, die het orgel de eerste ruim 40 jaren hebben bespeeld ná de overplaatsing in de Der Aa-‐kerk, t.w. Gerrit Cretier, Jurjen Walles, Willem Cammenga en Jan Worp. Daaraan voorafgaande besteden we echter eerst enige aandacht aan een tot nu toe minder belichte bladzijde uit de geschiedenis van het orgel zelf. Het betreft de periode tussen het overlijden van Johannes Tammen in 1809 en begin 1816, toen het instrument op zijn nieuwe stadplaats weer in gebruik kon worden genomen. De laatste jaren van het Schnitgerorgel in de Academie-‐ of Broerkerk Aftakeling 130 In de loop der jaren ging was de bouwkundige toestand van de Academiekerk steeds meer verslechterd. Het verval werd zo manifest dat het gebouw uit veiligheidsoverwegingen steeds minder werd gebruikt voor zowel academische, kerkelijke als andere activiteiten (zoals boekverkopingen). De kerk werd in 1821 door het Rijk (sinds de Franse tijd eigenaar van de kerk) officieel afgestaan aan de rooms-‐katholieke gemeenschap ter plaatse, al zou die pas 1829 effectief eigenaar worden. Tot eind 1826 vonden ondertussen nog wel al dan niet muzikaal opgeluisterde academische plechtigheden (zoals promoties) plaats in het koor.23 Een laatste concert in de ‘Academi Kerk’, na dat door Willem Tammen in 1803, was waarschijnlijk het ‘Geestelyk ORGEL-‐CONCERT’ door J.C. Dethmar, ‘Componist en Organist van de Gereformeerde Kerk te Cleef’ op 19 juli 1806 van 6 – 8 uur ’s avonds, met als bijzonderheid: ‘verscheiden Stukken worden door het 21 Peter Westerbrink, ‘De organisten van de Der Aa-kerk’, in: Jan Luth (red.), Wereldberoemde klanken. Het Arp Schnitgerorgel in de Der Aa-kerk te Groningen en zijn voorgangers, Zutphen 2011, 175 – 221. 22 Victor Timmer, ‘Rond Johannes Tammen, ‘beroemd organist en klokkenist te Groningen. Deel 1: Stad en ommeland(en)’, Het Orgel 109/5 (2013), 18 – 29; idem, ’Deel 2: Verwikkelingen in Amsterdam’, Het Orgel 109/6 (2013), 4 – 15. Victor Timmer, ‘Een Friese organist in Groninger dienst. Over de kortstondige carrière van Willem Cammenga’, Friese Orgelkrant 2015 (uitgave Stichting Organum Frisicum, Leeuwarden). 23 Zie over het gebouw zélf: A.(Auke) van der Woud, ‘De St.-Martinus en de Broerkerk in Groningen, Bulletin KNOB, 84/4 (september 1981), 195 – 219. Martin Hillenga en Kees Kuiken, ‘Een gesloten boek. De voormalige Academiekerk van Groningen’, Groninger kerken 31/4 (oktober 2014), 97 – 104; Over het muzikale gebruik van de Academiekerk tot 1815: Victor Timmer, ‘Muziek voor kerk en Hoogeschool. Rond het Schnitgerorgel in de vroegere Academiekerk’, Groninger Kerken, 31/4 (oktober 2014), 119 – 124.
137 Online Touch Home