EPILOOG De verdienstelijkheid van Cornelius van Dun en zijn belangrijkheid blijken onder meer uit feit dat hij op zijn testamentair verzoek begraven werd in St. Margaret's Church in London (een der belangrijkste parochiekerken aldaar), in het graf waar zijn overleden echtgenote reeds lag, en uit het feit dat een halfverheven beeldhouwwerk van hem zich in die kerk bevindt. Het mag een wonder heten dat dit beeldhouwwerk de beeldenstorm van 1643-1644 overleefde. Onder het revolutionair bewind van Cromwell werd er immers een order uitgevaardigd om alle monumenten in de kerken te vernietigen, waarbij er aan de kerkmeesters en andere functionarissen het bevel werd gegeven hierbij behulpzaam te zijn. Noch de glasramen, noch de beelden in de St. Margaret's kerk werden ontzien. De koperen gedenkplaten van de grafstenen, alsook de orgelpijpen, werden per stuk verkocht. Ook tijdens de tweede Wereldoorlog werd er door de bombardementen op Londen veel schade toegebracht, zowel aan de kerk als aan het interieur. Zo werd een groot deel van de glasramen door de explosies vernietigd.(12) Noemenswaardig tenslotte is ook het feit dat in Londen een straat naar hem werd genoemd. --------------------------------------------------------------------------------------------------------------(1) Hoewel hij in de meeste Engelse teksten omschreven wordt als “Cornelius VAN DON (or VANDUN)”, is zijn oorspronkelijke naam “van Dunne” (zij het soms vermeld als “Van Danne”) terug te vinden in een boek betreffende de Londense St. Margaret’s- parochie, genaamd “The Will Book of St. Margaret’s, Westminster”, evenals in het boek “The Almshouses of London”, waarin men schrijft : “Cornelius Van Danne - his name being anglicised to Vandon”. (The Almshouses of London, uitgev.Ashford Press Publishing, p. 32, Hampshire, 1987.Endowed Charities (County of London), Ordered by The House of Commons to be Printed, p.229,230,231 341, 406, London). Cornellys vandon. In zijn handgeschreven testament noemt hij zichzelf (2) “ … records were once housed in the Guard’s headquarters in St.James’ Palace, and may have been destroyed in a fire which damaged the palace in January 1809.” Uit: The Yeomen of the Guard and the Early Tudors. The Formation of a Royal Bodyguard. Anita Hewerdine, L.R.Tauris & Co Ltd, London 2012, p.3. Eveneens vermeld in omzeggens alle naslagwerken over de Yeomen of the Guard. (3) Eén der 17 portretten gemaakt door Thomas Trotter die zich in de National Portret Gallery in Londen bevinden, gepubliceerd door Robert Wilkinson en W. Richardson op 30 juni 1794. (4) The Letters and Papers, Foreign and Domestic of Henry VIII, Vol.23, records 360-373, may 1546. (5) Deze theatergroep, ontstaan in Zuid-Californë in 1974 en sinds 2000 erkend als een vzw en rechtspersoon van Openbaar Publiek Opvoedkundig Belang, evoceert tijdens de zomermaanden de gebeurtenissen die terugslaan op de talrijke zomerrondreizen (Summer Progresses) van koningin Elisabeth I. Alle personages zijn historisch, in die zin dat niet alleen hun kledij en de uitrusting, maar ook hun optreden zou berusten op historisch vaststaande gegevens. (6) The Life and Times of Elisabeth I, Neville Williams, uitgev. George Weidenfeld and Nicholson Ltd and Book Club Associates 1972, Vert. Elisabeth I, uitgev. Unieboek B.V. Bussum, 1973, p. 41 (7) The Yeomen of the Guard, T. Preston, London 1889, p.70-71. (8) 143M/TAM E69. Archief van Westminster Abbey, beschrijving notaris R. Gribbes op 6/9/1577, ref. 483
490 Online Touch Home