25

Kerstanekdote Ruim zestig jaar geleden bezochten mijn broer en ik op zondagmorgen de zondagschool van onze kerk. De kerk huurde twee klaslokalen in het gebouw van onze lagere school, dus was het voor ons jarenlang gewoon de zevende dag in de week dat wij de schooldeuren passeerden, omdat in die tijd wij ook ’s zaterdagsmorgens naar school gingen. Zelfde school, zelfde lokalen en als je vroeg was ook je eigen schoolbankje. Alles vertrouwd, alleen andere juffen en verhalen. verzinnen van namen niet tot het sterkste punt behoorde en vernoeming prioriteit had. Alle eerstgeboren jongens werden Willem genoemd. Mijn opa, vader en broer allemaal een Willem. Om het binnen de familie makkelijker te maken bleef de roepnaam van opa Willem, mijn vader ging verder als Wim en mijn broer ging de eerste jaren van zijn leven als Willy door het leven, op de lagere- en zondagschool en in de buurt. Op kerstavond werd er in de Jeruzalemkerk tijdens de sfeervolle kerstdienst door de zondagschoolkinderen een kerstspel opgevoerd, in de ruimte voor het preekgestoelte. Enkele weken daarvoor had er door de dames van de zondagschool al een selectie plaatsgevonden, wie welke rol in het spel zou vertolken. De oudere kinderen waaronder mijn broer, eindklas lagere school, kregen daarbij een rol met tekst toebedeeld. De jongeren bleven tekstloos en hoorden tot het Volk, dat als fi gurant en opvulling het schouwspel stil stond te bekijken. De dames van de zondagschool hadden voor alle kinderen een tenue in elkaar gefl anst. Het Volk was gekleed in een donkerbruin, van dunne voeringstof genaaide kruising tussen een soepjurk en een te wijde broek, waar een touwtje afzakken moest voorkomen. Toen ook al in een tijd dat de kerken er rekening mee hielden dat kerkgangers in winterkleding in de banken plaatsnamen, dus de verwarming op een laag pitje, zo niet uit stond. Het trok behoorlijk koud op bij de acteurs in hun fl interdunne pakjes, waarbij je constant de angst had er een paar te moeten missen vanwege een (nood)gang naar het toilet. Gelukkig hielden wij het droog. Na de sfeervolle dienst en geslaagd kerstspel kreeg ieder kind bij het verlaten van de kerk een cadeautje toegestopt. Het moet nog vermeld worden dat in mijn familie van vaders kant het Het was in die tijd, eind vijftiger jaren vorige eeuw, waarin je als lagere schoolkind twee smaken mens had en er vrij simpel gedacht werd over bepaalde zaken en in ieder geval nog lang niet gesproken werd over een lhbti+ gemeenschap. Nu hadden de dames van de zondagschool cadeaucommissie zich bijzonder goed gekweten van hun taak en op afstand en naam de cadeautjes verdeeld. Zo kwam het dat alle jongens met een bal in het kerkportaal stonden en alle meisjes, inclusief Willy, met het leesboekje Vaders Pimpampoentje naar buiten kwamen. Die kerstnacht werd in het kerkportaal van de Jeruzalemkerk Onze Lieve Heer door een 12-jarig jongentje uit Assendorp boos en gefrustreerd aangeroepen “Wat hij in Godsnaam met dat meidenboekje aanmoest”, terwijl alle jongens balstuiterend de kerstnacht indoken. Het hoeft geen betoog dat Willy, zodra hij een half jaar later zijn entree maakte in het voorgezet onderwijs, zich meteen als Wim liet registreren en zo verder ging. Probleem opgelost, nooit meer cadeautjes gekregen die niet bij zijn geslacht hoorden. Alleen als hij of ik in Aa-landen nog ruime zeventig plussers tegenkomen waar hij mee op de lagere school heeft gezeten, of buur(t)jongens waar wij vroeger mee speelden, is het nog “Hoe is het (met) Willy?”. Daar kan hij mee leven, ze weten niet beter. Martin Bos 25

26 Online Touch Home


You need flash player to view this online publication