7

De spreeuw, vrolijke vrijbuiter Met zijn gespikkelde verenkleed en zijn ruime repertoire van imitaties is de spreeuw een van de bekendste vogels van ons land: zowel in woonwijken, in het bos als op het platteland is de spreeuw een algemeen voorkomende vogel. ’s Zomers heeft hij een donker, paars glanzend pak aan en tegen de winter ruilt hij dat in voor een nieuw stel veren, die wit gespikkeld zijn. De witte spikkels van dat winterkleed slijten gedurende de winter en tegen de tijd dat het broedseizoen begint, ziet de spreeuw er weer piekfijn glanzend uit. Maar het mooi glanzende pak dat de spreeuw tijdens het broedseizoen aanheeft, is dus eigenlijk een al behoorlijk sleets kloffie! Ook de snavel kleurt mee met het seizoen: in de winter is de spreeuwensnavel donker, in de zomer is hij heldergeel van kleur. Jonge spreeuwen beginnen hun leven in een wat saai grijsbruin pak, dat al na de eerste maanden wordt ingeruild voor het winterkostuum van een volwassen spreeuw. Spreeuwen zijn ras-imitators. Menig vogelkijker kijkt in het voorjaar omhoog bij het horen van een buizerd, om vervolgens te zien hoe een spreeuw op een schoorsteen niet alleen een buizerd, maar ook veel andere vogelsoorten nabootst. Die zang wordt dan af en toe onderbroken door een snorrend prrrr, een karakteristiek spreeuwengeluid. En vervolgens wordt het hele optreden herhaald, maar dan met andere nummers. Je wordt vrolijk van het luisteren naar een zingende spreeuw! Spreeuwen zijn echte holenbroeders en ze zijn niet kieskeurig: boomholtes, nestkasten, toegankelijke ruimtes achter spleten en kieren in gebouwen. Spreeuwen leggen meestal één- soms tweemaal per jaar zo’n 4-6 eieren die binnen twee weken uitkomen. De jongen worden nog een week of drie op het nest gevoerd. Na het uitvliegen gaat dat nog een paar dagen door en dan moeten ze hun eigen kostje bij elkaar scharrelen. Dat kostje bestaat vooral uit insecten (emelten in grasland vinden spreeuwen heel lekker), maar ze eten wat hun voor de snavel komt. Zoals met veel soorten het geval is, blijkt uit tellingen dat het ook met de spreeuw niet goed gaat. Van 1984 tot 2019 is het aantal broedende spreeuwen in Nederland meer dan gehalveerd. Die afname wordt toegeschreven aan verdroging in de landbouw, waardoor landbouwgrond minder toegankelijk is voor de spreeuw. Een andere oorzaak wordt toegeschreven aan andere bouwwijzen, waardoor bijvoorbeeld ruimtes onder dakpannen niet meer beschikbaar zijn. De spreeuw komt niet voor in de top tien van de jaarlijkse tuinvogeltelling. ’s Zomers zijn er naar schatting 400-700.000 spreeuwen in ons land, ’s winters ligt dat getal met 1-3 miljoen flink hoger. ’s Winters vormen spreeuwen vaak enorme spreeuwenwolken: grote massa’s vogels die ’s avonds in de eerste schemering spectaculaire, golvende vliegdemonstraties geven, voordat ze gezamenlijk een rietveld induiken om daar dicht op elkaar gepakt de nacht door te brengen. Samen met hun neven de zwarte en de roze spreeuw komen spreeuwen in vrijwel geheel Europa voor. En sinds 1890 ook in de Verenigde Staten. In dat jaar namelijk zette een Amerikaanse vogelliefhebber 60 spreeuwen uit in het Newyorkse Central Park, en een jaar later nog eens 40 stuks. (Dertig jaar eerder had hij datzelfde met de huismus gedaan.) Waarom? Omdat een groep Amerikaanse natuurliefhebbers een uitwisseling wilde realiseren met allerlei plant- en diersoorten van de verschillende continenten. Die 100 spreeuwen verspreidden zich snel over hun nieuwe vaderland, met als resultaat dat ze in sommige agrarische kringen al snel als plaag werden beschouwd. Tekst en foto’s: Warner Bruins Slot Spreeuwenwolk Jonge spreeuwen 7 Zomerkleed Winterkleed Samen in bad

8 Online Touch Home


You need flash player to view this online publication