13

Vroeger was de blauwe reiger een schuwe soort. Dat is nauwelijks nog voor te stellen: tegenwoordig is er geen stadsvijver of –sloot meer waar deze vogels niet gezien worden. Het zijn geen echte cultuurvolgers, maar de weg naar de goudvissen in veel tuinvijvers hebben ze vaak snel gevonden. Ze komen overal voor waar voldoende ondiep water is, liefst waar ook bomen staan. Ze nestelen in kolonies en daar is het vaak een levendige bedoening met roepende en krijsende vogels. De man voert het bouwmateriaal aan en mevrouw Reiger maakt daarvan een nest en legt daarin vier tot zes eieren. Die worden in drie tot vier weken uitgebroed en dan duurt het nog een week of zes voor de jonge reigers vliegvlug zijn. Het nest wordt vaak meerdere jaren achter elkaar gebruikt. Naar schatting waren er in 2022 tussen de tien- en de elfduizend broedparen in ons land. ’s Winters is dat ongeveer het dubbele, als trekvogels hier komen overwinteren. Mogelijk profiteert de blauwe reiger van de zachte winters van de laatste jaren, omdat zijn voedsel bereikbaar blijft zolang er geen ijs ligt. Bij een gesloten ijsvloer gaan reigers noodgedwongen op zoek naar een wak, dat door eenden wordt opengehouden. Tekst en foto’s: Warner Bruins Slot 13

14 Online Touch Home


You need flash player to view this online publication