6

Ben jij een pechvogel of een geluksvogel? Je bent een pechvogel als je nog nooit een pestvogel hebt gezien. En als je er wel een ziet, ben je een geluksvogel. Elk vogelaarhart begint sneller te kloppen als ze in de buurt gezien worden. Want pestvogels zijn hier maar af en toe, alleen in de wintermaanden. Vaak compenseren ze die betrekkelijke zeldzaamheid door in grotere aantallen ons land binnen te vallen. We spreken dan van een invasieve soort. Meestal betekent dat, dat we er op verschillende plaatsen van kunnen genieten. Ook in de Middeleeuwen was de pestvogel al een invasieve soort: meestal was hij er niet, maar àls hij kwam, was hij met veel soortgenoten. Zijn komst werd vergeleken met die van de pest. Ook die dodelijke ziekte kwam slechts af en toe voor, maar die maakte dan ook meteen veel slachtoffers. Aan die ziekte ontleent de pestvogel zijn naam, maar deze prachtige vogel heeft verder niets met de pest te maken. Pestvogels zijn gemakkelijk waar te nemen. Het zijn opvallende vogels met een fraaie kuif, met een mooie, contrastrijk getekende kop en bef en met een gele rand aan de staart. Ze zijn ongeveer zo groot als een spreeuw en net als spreeuwen trekken ze vaak in groepjes rond. En het leuke is: pestvogels zijn niet heel schuw en laten zich vrij gemakkelijk bekijken. Het zijn echte besseneters, met een duidelijke voorkeur voor heesters als Gelderse roos, lijsterbes en meidoorn. Als er dus pestvogels gesignaleerd zijn, let dan vooral eens op plekken waar deze heestersoorten staan. Je vergroot daarmee je kans een pestvogel te zien. De pestvogel is echt een vogel van het hoge noorden. Hij bouwt zijn nest in naaldbomen en gebruikt daarvoor mos als bouwmateriaal. Het legsel bestaat uit vier tot zes 6

7 Online Touch Home


You need flash player to view this online publication