Kauwen: charmante sjacheraars in donker pak Er zijn van die vogels die je hart stelen. Voor mij is dat de kauw, onze kleinste kraai; een prachtige vogel die altijd keurig gekleed is in een zwart pak met bijpassende, grijze sjaal. Zijn uiterlijk is niet het enige dat me aanspreekt: ook zijn gedrag spreekt tot de verbeelding. Kauwen zijn namelijk vrijpostig, trouw en sociaal. Dit jaar is de Amethistzwam door de Nederlandse Mycologische Vereniging (mycologen.nl) uitgeroepen tot paddenstoel van het jaar. Ze schromen niet om in tuinen of op balkons iets mee te pikken dat eetbaar lijkt. Op terrasjes kun je soms een kauw zien wachten tot de bediening langs is geweest. En als je één kauw ziet, zijn soortgenoten nooit ver weg. Kauwen zijn, zoals meer kraaiensoorten, sociale slapers: ze slapen in grote groepen, die ze gezamenlijk opzoeken als de schemering invalt. Ze gebruiken daarbij vaste slaapplekken, waar ze zich vanuit verschillende richtingen verzamelen. Vogelaars spreken dan van slaaptrek. Lang geleden — een klasgenoot hield een kauw als ‘tamme kraai’ — las ik het prachtige boek Ik sprak met viervoeters, vogels en vissen van Konrad Lorenz, nu nog antiquarisch verkrijgbaar. Lorenz beschrijft in dat boek onder meer een kolonie kauwen in zijn omgeving: hoe ze hun leven lang trouw zijn aan hun partner, hoe ze gezamenlijk een jonge kauw proberen te ontzetten die belaagd wordt door kat of mens en hoe ze — iedereen heeft het wel eens gezien — bij harde wind in grote groepen hun vliegkunsten vertonen rond hoge gebouwen onder luid geroep van een explosief ‘ka, ka, ka!’. In sommige streken wordt de kauw vanwege dat geluid ook wel ka genoemd; soms ook torenka, omdat hij soms nestelt achter de galmgaten van kerktorens. Kauwen broeden in holtes en het liefst ook bij elkaar in de buurt. Ze leggen meestal een ei of vier, waar twee en een halve week op wordt gebroed. De jongen blijven vier tot vijf weken op her nest en worden na het uitvliegen nog eens vier weken gevoerd. Daarna zijn ze zelfstandig. Jongen kauwen zijn gemakkelijk te herkennen: hun nekveren zijn egaal zwart. Naarmate een kauw ouder wordt, worden de nekveren grijzer. Zoals de meeste kraaisoorten is de kauw een alleseter: hij lust insecten, wormen en slakken, 18
19 Online Touch Home