17

’s Morgens vertrekken ze vanaf hun slaapplaatsen, vaak op open water als bescherming tegen roofdieren, naar hun dagverblijven, waar ze hun voedsel vinden. Dat is vooral gras. Dankzij de intensieve landbouw is extreem voedselrijk gras in ons land in overvloed te vinden. De meeste boeren zijn niet blij met ganzen op hun land, omdat sommige soorten bij het grazen niet alleen de grassprieten afbijten maar ook de worteltjes uit de grond trekken en opeten. Elk grassprietje telt en het is dan ook geen wonder dat ganzen in ons land bejaagd worden. Daarvoor is wel een ontheffing van de provincie nodig, omdat de kolgans een beschermde vogel is. Bovendien moet er geen andere methode beschikbaar zijn om de aangerichte schade te beperken. Tientallen jaren geleden leidde de ganzenjacht soms tot excessen, waarbij per dag tot vijfhonderd vogels werden geschoten. Die tijd lijkt voorbij. De meeste van onze winterse kolganzen komen uit Noordwest-Rusland en Siberië. Daar broeden ze vanaf begin juni, als het weer daar eindelijk lente-achtige trekjes begint te vertonen. Ze leggen eenmaal vijf of zes eieren. Bijzonder is dat ze meer jongen groot brengen in jaren waarin er veel lemmingen zijn. Waarom? Voor poolvossen zijn lemmingen een veel gemakkelijker prooi dan ganzenkuikens, die fanatiek worden verdedigd door blazende, slaande en pikkende ouders. De kolgans heeft een neefje dat sprekend op hem lijkt: de dwerggans, een ernstig bedreigde soort. Hij is van de kolgans te onderscheiden door het iets kleinere formaat, een gele oogring en een witte bles die duidelijk doorloopt tot op zijn voorhoofd. Rond Zwolle wordt er heel af en toe een gezien. Dwergganzen zijn zeer plaatstrouw: bij Strijen, in de Alblasserwaard, overwintert al jaren een groep van zo’n twintig vogels, vermoedelijk alle familie van elkaar. Tekst en foto’s: Warner Bruins Slot 17

18 Online Touch Home


You need flash player to view this online publication