Criminele schoonheid: de visdief Zijn naam wekt de indruk dat het een vogel is die het niet zo nauw neemt: de visdief. En zoals bij meer dieren het geval is, berust de naam op feiten: de visdief verschalkt inderdaad (kleine) visjes, die ze tijdens de balts (het ritueel van hofmakerij en paarvorming) aan elkaar aanbieden. Daarmee laten ze zien dat ze goede partners zijn, die in staat zijn een nest jonge vogels te verzorgen. Visdieven zijn, zoals alle sterns, elegant uitziende vogels: een vuurrode snavel met meestal een donkere punt, een zwart petje en een romp en vleugels met grijze en witte tinten. En ze zien er niet alleen elegant uit: ook de manier van vliegen is een en al gratie. Ze dansen als het ware door de lucht. Soms blijven ze stilhangen met slaande vleugels (het zgn. bidden), laten zich een beetje zakken, hangen dan weer even stil om tenslotte met een snelle duik een visje te pakken. Zoals bij veel watervogels is de stand van de visdief vanaf de jaren ’50 drastisch afgenomen als gevolg van lozingen op het oppervlaktewater. Waren er rond 1950 nog 40.000 broedparen in Nederland, inmiddels is dat aantal teruggelopen tot de helft. Waarschijnlijk speelt de vertroebeling van het oppervlaktewater in die terugloop een belangrijke rol, omdat de visdief, een oogjager die het moet hebben van zijn gezichtsvermogen, zijn prooi niet kan zien. Hij staat op de Rode Lijst, wat inhoudt dat deze soort een hogere prioriteit verdient bij het nemen van beschermingsmaatregelen, zoals het inrichten van een terrein als geschikt broedomgeving. In principe is de visdief een kustvogel, maar ook in het binnenlanden boven de vijvers in Aa-landen—laat hij zich zeer regelmatig zien. Visdieven vormen een mooi voorbeeld van de inventiviteit waarmee dieren zich aan hun omgeving weten aan te passen. Zoals veel andere grondbroeders hebben ook visdieven te lijden onder vogels en roofdieren die hun nesten plunderen. Tegen die vogels is niet heel veel te doen, maar tegen vossen en marters hebben visdieven een briljante oplossing gevonden. Al een aantal jaren wijken ze uit naar grote, platte daken met een grindlaag. Daar kunnen ze nestelen buiten bereik van roofdieren. Zo huist op het dak van het distributiecentrum van Albert Heijn in Marslanden al jaren een visdiefkolonie, die enige tijd als de grootste van Overijssel gold. Vanaf half april komen de meeste visdieven terug van de West-Afrikaanse kust, waar ze de winter hebben doorgebracht. Het nest is niet meer dan een kuiltje, waarin twee tot drie eieren worden gelegd, die na ruim drie weken uitkomen. Drie tot vier weken later kunnen de jongen vliegen en als ze voldoende vet hebben opgeslagen, zijn ze klaar voor de trek naar West Afrika, die kan doorgaan tot begin oktober. Overigens vallen de trekprestaties van de visdief in het niet bij die van zijn neef, de noordse stern: die vliegt jaarlijks heen en weer tussen arctische en antarctische streken en legt zo in een jaar een afstand af gelijk aan de omtrek van de aarde! Tekst en foto’s: Warner Bruins Slot 33
34 Online Touch Home