23

Alleseter Ik ben een alleseter. Ik eet granen, noten, drop, kaas, groenten, fruit… én vlees. Kippen, varkens, mosselen, vissen, eenden en koeien; rein of onrein, als ze maar gaar zijn. Ik trek het niet alleen op radijs en rijstwafels. Voor het eten van vlees schaam ik mij niet, maar ik moet het wel steeds vaker verdedigen. Op steeds minder ‘lekker’ wordende verjaardagsfeestjes bijvoorbeeld. Ik at al vlees toen ik net kon staan. Mijn eerste potje was boeuf bourguignon en toen Tefal eind jaren zeventig het gourmetstel lanceerde was ik verkocht. Thuis aten wij konijn op eerste kerstdag en mijn vader vertelde daarbij dat die beestjes niet aan een boom groeien. Tijdens het kruiden van het gevilde knaagdier leerde hij me over het konijnenskelet, waarom wild naar wild smaakt, maar ook hoe en waar het konijn in kwestie naar de eeuwige jachtgronden werd geschoten. Dat vond ik niet zielig, ik at het dier alleen wel met meer respect op. Nog altijd eet ik graag vlees en daar kies ik bewust voor. Vooral omdat ik het watertandend lekker vind. Ik eet ook vlees omdat ik door de Schijf van Vijf vanaf groep 1 erop gewezen ben dat onbewerkt mager vlees en vis onderdeel van mijn eetpatroon dienen te zijn. Ik volg die ‘instructies’ van het Voedingscentrum nog altijd trouw op. Kan ik ook zonder vlees en ben ik wel kritisch? Zeker. Zo eet ik niet elke dag vlees en vlees weggooien vind ik een no-go. Ik ben sowieso kritisch op voedselverspilling. Ook ben ik voorstander van een eerlijkere vleesprijs en accepteer dat ik voor vlees meer zal moeten betalen. Verder experimenteer ik ondertussen met verse groenten die ik van bevriende boeren krijg. En eerlijk is eerlijk; plantaardig koken levert verrassend smaakvolle gerechten op! Daarnaast lees ik graag over ontwikkelingen op het gebied van de verduurzaming van de veehouderij. Over de steeds modernere stallen met lagere milieubelasting en over de innovaties die de sector zelf al doorvoert voor nóg beter dierenwelzijn. Tenslotte zie ik door mijn vele bezoeken aan veehouders gelukkig ook met eigen ogen met hoeveel passie, inzet en begrip zij voor hun dieren zorgen. De agrarische sector is er om ons te voeden, de veehouders vormen daarin een belangrijke schakel. Boeren hebben bestaansrecht en verdienen een respectvolle benadering. Het zijn voedselvoorzieners die er in schaarsere tijden voor ons waren, die er nu voor ons zijn en die er hopelijk over dertig jaar nog steeds voor mij en mijn kinderen zullen zijn. Zodat wij granen, zuivel, groenten én vlees kunnen blijven eten! Geheel volgens D66-ideologie haal ik straks eerst maar even een halve kip. Daar voeg ik zaterdag op de markt de andere helft lekker aan toe. november 2019 23 COLUMN • KOEN JANSSEN

24 Online Touch Home


You need flash player to view this online publication