33

NJI COLUMN Door Gerwin Klok, branchemanager Nederlandse Jachtbouw Industrie Regels die overbodig of juist nodig zijn Ondernemers hebben te maken met duizenden verplichtingen en regels. Veel zijn onwerkbaar, overbodig, of kosten bedrijven klappen met geld. In opvolgende regeerakkoorden staan voornemens over de reducering van regeldruk. Helaas wordt hierbij niet doorgepakt en neemt de regeldruk alleen maar nog verder toe. Het Adviescollege Toetsing Regeldruk concludeert in zijn laatste jaarverslag dat afname van de regeldrukkosten alleen toevalt aan burgers, niet aan het bedrijfsleven. In bijna de helft van de nieuwe regels kan niet worden vastgesteld of deze passend zijn en of ze voldoende zijn toegesneden op de praktijk van alledag, aldus het college. In jachtbouw is dat niet anders en vanwege de aard van het product en de sector hebben jachtbouwers met bovengemiddeld veel regels en wettelijke verplichtingen te maken. Enerzijds zijn er de producteisen, maar daarnaast wordt op werven een grote variëteit aan (gevaarlijke) stoffen toegepast. Qua Arbo-wetgeving moet worden voldaan aan de strenge eisen die gelden voor bouwplaatsen, om nog maar een dwarsplaats te noemen. INVENTARISATIE Begin dit jaar is de NJI samen met collega-brancheorganisaties in de agrotechniek, oppervlaktebescherming en metaalverwerking, met steun van het ministerie van Economische Zaken en Klimaat, een begin gemaakt met een systematische inventarisatie naar overbodige en knellende regelgeving, en hoe de hieruit voortvloeiende belemmeringen kunnen worden aangepakt. We leven in een beschaafde regio, dus zaken als doorbetaling bij ziekte, inzet van oudere werknemers en verplichte zorg voor omgeving en milieu worden in deze trajecten niet ter discussie gesteld. Bovendien worden deze onderwerpen al in bredere programma’s als hervorming arbeidsmarkt en commissie-Van Straalen onder de loep genomen, of verhinderen Europese verordeningen iedere aanpassing. Desondanks is er wel degelijk een aantal onderwerpen waarop door aanpassing van regels belemmeringen kunnen worden weggenomen, zonder dat daarbij de noodzakelijk geachte maatschappelijke doelen worden ondermijnd. ANTIFOULING Het meest in het oog springt de regelgeving rond antifouling. Bovenop de EU-richtlijn heeft de Nederlandse overheid een eigen kop geplaatst die ertoe leidt dat de AF-verven die goed werken hier niet (meer) mogen worden toegepast, maar in de ons omringende landen wel. Doordat het niet verboden is om met niet-toegelaten AF-verven wel hier rond te varen, is het logisch dat veel eigenaren van met name op zout water varende schepen massaal doorvaren naar onze buurlanden om daar hun schepen te laten behandelen. Om vervolgens het schip weer vrolijk af te meren in de Nederlandse thuishaven. Ook rondom aanbestedingen voor patrouilleschepen, werkschepen en pontjes zijn de regels en voorwaarden dermate strak en star dat kleinere werven dergelijke uit belastinggeld bekostigde opdrachten amper gegund krijgen. Alle reden om met de politieke steun van een onvoldoende ingevuld ACTAL-programma op zoek te gaan naar openingen om deze regels te ‘moderniseren’. DE BRUINE VLOOT BESTAAT UIT SCHEPEN DIE MERENDEELS HOUTEN MASTEN HEBBEN. FOTO RENS GROENENDIJK JACHTBOUW NEDERLAND AUGUSTUS 2019 33 MEER REGELS Toch zijn er zelfs in de jachtbouw ook onderwerpen die vragen om ogenschijnlijk meer regels. Het meest in het oog springend zijn de risico’s die verbonden zijn met het gebruik en de handling van massieve houten masten, waarmee sommige traditionele schepen zijn uitgerust. Iedere branchekenner herinnert zich het ongeval al weer drie jaar geleden met de tweemaster Amicitia, waarbij ten gevolge van niet tijdig ontdekte inwendige houtrot de top van de zware mast afbrak en drie passagiers dodelijk werden geraakt. Dit, en als ik afga op andere verhalen ook minder fatale incidenten, heeft aanleiding gegeven tot een stuk zelfregulering onder de eigenaren en exploitanten van deze schepen. Maar dit heeft niet kunnen verhinderen dat eerder dit jaar tijdens het hellingen van een dergelijk schip, waarbij de massieve houten mast werd gestreken, opnieuw onverwacht de top afbrak, met nog een slachtoffer tot gevolg. Hoe dit zo heeft kunnen gebeuren en de schuldvraag zijn onderwerp van onderzoek, maar duidelijk is wel dat de regels en veiligheidsprocedures op dit moment nog steeds niet toereikend zijn om de veiligheid rondom het gebruik en de handling van massieve houten masten te garanderen. In dat geval is de roep om meer, althans betere, regels alleszins begrijpelijk en ook terecht. Niets doen is geen optie. SPECIFIEKE KENNIS NODIG Wel is het daarbij van belang dat deze regels uitvoerbaar, controleerbaar en handhaafbaar zijn, waarbij onder uitvoerbaar ook het kostenaspect moet worden begrepen. Om dit te kunnen verwezenlijken, is de specifi eke kennis nodig die eigenlijk alleen in de sector zelf aanwezig is. Het nu lopende maatwerkprogramma, waar branchespecialisten en beleidsmakers bij de overheid bij elkaar zijn gebracht, biedt een prachtige mogelijkheid om – ook al is dit programma bedoeld om regels te schrappen – tot een betere veiligheidstoestand te komen.

34 Online Touch Home


You need flash player to view this online publication