12

Interview maar het zou geen belemmering moeten zijn om ermee aan de slag te gaan. Pas als duidelijk is waar het probleem precies zit, kan men aan de goede oplossing werken.” Wat voor soort wet -en regelgeving biedt eigenlijk de meeste ruimte aan innovatie? “Innovatie komt tot bloei als de doelstellingen duidelijk, meetbaar en op de lange termijn gericht zijn. En het moet mogelijk zijn om er een eigen invulling aan te geven. Daar kunnen bedrijven dan in investeren. Daarnaast is het van belang dat wet- en regelgeving goed wordt toegepast. Bij Europese regelgeving moet die eerst worden omgezet, vertaald, naar het nationale recht. Dat vraagt goede interpretatie van de verplichtingen. Maar daarna volgt de minstens zo belangrijke fase van de implementatie, de uitvoering. De Europese Kaderrichtlijn Water zit vanuit dat oogpunt goed in elkaar, zij biedt de lidstaten veel ruimte in de wijze waarop de doelen behaald kunnen worden en geeft ze de mogelijkheid rekening te houden met lokale omstandigheden. Maar de doelen moeten wel worden gehaald. Dankzij deze richtlijn en de wetenschap dat Europese regels ook worden gehandhaafd, is de waterkwaliteit in de Europese wateren sterk verbeterd. Alhoewel nog niet voldoende.” Dat brengt ons onvermijdelijk naar de Nederlandse uitvoering van de Europese Kaderrichtlijn Water. Het is intussen duidelijk dat wij de doelstellingen niet zullen halen voor de officiële deadline in 2027. Wat zal er dan gebeuren? “Dat is voor iedereen een spannende vraag. Het zal er primair om gaan of we de doelen halen of een terecht beroep op mogelijke uitzonderingen hebben gedaan, of nog kunnen doen. Toch zal ook meespelen of we gedaan hebben wat we konden en wat de redenen zijn dat we de doelen niet halen. En dat is lastig vast te stellen. Gewoon de maatregelen uitvoeren die we bedacht hebben zal niet voldoende zijn. Het is zaak goed te monitoren of die maatregelen het gewenste effect hebben en ze desnoods aan te passen als ze onvoldoende blijken te zijn. We moeten niet alleen de toestand van onze wateren monitoren, maar ook op zoek gaan naar de oorzaken waarom we bepaalde doelen niet halen. En monitoren welke maatregelen het meeste effect hebben, zodat we daar verder in kunnen investeren. “Het verbeteren van de ecologische kwaliteit is betrekkelijk nieuw en nog niet alle kennis is voorhanden. Dat vraagt de bereidheid te leren en aanpassingen te doen waar nodig. Nederland heeft lange tijd onvoldoende gedaan, zeker waar het gaat om de verontreiniging met meststoffen. De focus lag op haalbaarheid, betaalbaarheid en een pragmatische implementatie, waarbij van het begin af aan zoveel mogelijk een beroep werd gedaan op uitzonderingsbepalingen. Er is veel tijd en energie gestoken in het creëren van draagvlak, maar het draagvlak om de doelen ook daadwerkelijk te gaan halen, is nooit ontstaan – althans niet bij iedereen die bij het participatietraject was betrokken. Het is onduidelijk welke landen de Europese Commissie in 2027 zal kiezen om voor het Europese Hof van Justitie te brengen. Met die onzekerheid moeten we leven. In ieder geval zal In Nederland, maar ook in andere landen, de komende jaren de nadruk moeten liggen op de daadwerkelijke uitvoering van maatregelen en beleid en monitoring, zodat duidelijk wordt wat de meest effectieve maatregelen zijn.” Een medewerker van waterschap Drents Overijsselse Delta neemt watermonsters voor het monitoren van de waterkwaliteit (foto: WDO Delta). 12 WATERFORUM NR 6

13 Online Touch Home


You need flash player to view this online publication