35

Drones wetgever. De luchtvaartindustrie wil nu dat drones met transmitters worden uitgerust om onder meer botsingen te voorkomen. Deze transmitters wegen nu nog een paar kilo per stuk. Veel soorten drones kunnen met het zware gewicht niet opstijgen. “Ik verwacht dat drones binnen een jaar of tien geïntegreerd zijn met het overige luchtverkeer, waarbij professionele BVLOS-operaties met ongeveer vijf jaar onderdeel worden van het Nederlandse luchtruim”, aldus De Vries. Grotere actieradius Tot de vaste gebruikers van Unmanned Valley behoren de onderzoekers van het Micro Air Vehicle Laboratory (MAVLab) van de TU Delft. Samen met de Koninklijke Marine en de Kustwacht Nederland ontwikkelden zij een waterstofdrone die verticaal kan opstijgen en landen, en urenlang horizontaal als een vliegtuig kan vliegen op waterstof. De nieuwe drone maakte de afgelopen maanden diverse succesvolle testvluchten van ruim 3,5 uur vanaf een varend schip op de Noordzee. Dat biedt weer tal van nieuwe mogelijkheden in vergelijking met elektrisch aangedreven drones. Zo kunnen ze niet alleen veel verder vliegen, maar ook een zwaardere lading vervoeren. Voordat de drone op volle zee zijn vuurdoop kreeg, is hij uitgebreid getest op Unmanned Valley. Een van de redenen waarom Unmanned Valley een waterstofinstallatie wil installeren die drones van waterstof kunnen voorzien. Unmanned Valley en dronebedrijven Nieuwe EU-regels vergroten toepassingsmogelijkheden Met de invoering van de Europese droneregelgeving in 2021 heeft Nederland de ruimte om gebieden in te stellen waar minder strenge regels gelden voor het vliegen met drones; bijvoorbeeld om testen en experimenten mogelijk te maken. In aanloop daarnaartoe wil Unmanned Valley samen met MAVLab BVLOS-vliegen mogelijk maken. Hierdoor komen talloze nieuwe toepassingen in zicht. Bijvoorbeeld op zee, voor de inspectie en het onderhoud van windparken of het opsporen van drenkelingen; in de logistiek, voor het vervoer van materialen van en naar schepen of spoedtransport van medische goederen; in de opsporing en monitoring, bij de signalering van beginnende duin- of heibranden of inspectie van waterkwaliteit; of in de precisielandbouw, voor de bepaling waar en hoeveel gewasbeschermingsmiddelen moeten worden toegediend. Unmanned Valley en dronebedrijven in de watersector Unmanned Valley biedt onderdak aan meerdere bedrijven die in de watersector actief zijn. Hierbij gaat het om bedrijven die boven het water actief zijn, bijvoorbeeld bij de inspecties van dijken of om watervervuiling in waterwingebieden op te sporen, maar ook bedrijven die specifieke software ontwikkelen of professionele drone-opleidingen verzorgen. Rijkswaterstaat speelt in Nederland een enorme voortrekkersrol voor wat betreft het gebruik van drones en de ontwikkeling van nieuwe toepassingen, waarbij vanuit Unmanned Valley meerdere bedrijven betrokken zijn. Rijkswaterstaat zet steeds vaker drones in, bijvoorbeeld voor de ondersteuning bij calamiteiten op het water of inspecties van bruggen, sluizen en dijken. Zo vond in november nog een inspectie van de Afsluitdijk plaats. Verschillende types drones maakten opnames van de ‘Levvel Blokken’. Deze betonnen blokken zijn golfbrekerelementen om de Afsluitdijk de komende jaren te versterken. De Vries wil overigens graag samenwerken met de Dronehaven in de dokhaven van RDM in Rotterdam. Hier vinden sinds de opening in 2016 verschillende proeven plaats met varende drones. Net zoals dat geldt voor vliegende drones en autonoom rijdende auto’s, zullen ook varende drones steeds vaker worden ingezet. De noodzakelijke technologie voor een veilige aansturing is hiervoor inmiddels beschikbaar. Intercontinentaal varende drones laten nog wel langere tijd op zich wachten, maar op lokale scheepvaartverbindingen binnen territoriale gebieden - zoals de kust- en binnenwateren - kan de dronetechnologie al sneller worden ingezet. Met de Europese droneregelgeving kan Nederland in 2021 gebieden instellen waar minder strenge regels gelden voor het vliegen met drones. WATERFORUM DECEMBER 2020 35

36 Online Touch Home


You need flash player to view this online publication