15

Tabel 17: Percentages aantal keer voorgelezen in de afgelopen maand in het Nederlands per geboorteland ouder. 20 30 40 50 60 70 10 0 Bonaire niet een keer 1 tot 5 keer 6 tot 10 keer 11 tot 20 keer 21 keer of meer 40,9 38,6 9,1 5,7 5,7 Nederland 33,3 19 0 14,3 33,3 Eiland in de An=llen (inclusief Aruba) 31,3 41,7 12,5 2,1 12,5 Midden- en Zuid Amerika 60,9 30,4 0 0 8,7 Totaal 40,3 35,9 7,7 5 11 Er blijkt bij het voorlezen in het Nederlands ook een verband met het opleidingsniveau. In de groep ouders met een hoog opleidingsniveau wordt het vaakst voorgelezen. De groep ouders met een hoog opleidingsniveau lijkt iets boven de beide andere groepen uit te steken, maar dit verschil is niet significant (zie tabel). Tabel 18: Aantal keer voorlezen in het Nederlands per opleidingsniveau. 10 20 30 40 50 60 0 niet een keer 1 tot 5 keer 5 tot 10 keer 10 tot 20 keer 20 keer of meer Laag 43,2 35,8 11,1 2,5 7,4 Middelbaar 38 50 6 4 2 2.2.3 In welke taal kijken de kinderen televisie? Het taalcontact met het Papiamentu en het Nederlands via de televisie voor kinderen in de leeftijd van 0 tot 4 jaar blijkt beperkt. De programma’s die het meest door deze groep kinderen wordt bekeken zijn in het Engels (46,4%). Het maakt geen verschil wat het geboorteland van de ouders is. Alleen de groep ouders met een laag opleidingsniveau geeft aan dat hun kind(eren) naar een Spaanstalig programma kijkt/kijken. Hoog 34,2 18,4 5,3 10,5 31,6 Totaal 39,6 36,1 8,3 4,7 11,2 CPS Onderwijsontwikkeling en advies 14

16 Online Touch Home


You need flash player to view this online publication