6

Grote schrik Toen Joel uit Oeganda vijf jaar oud was, werd hij ernstig ziek. “Eerst dacht ik dat het een gewone kinderziekte was. Maar op een gegeven moment at hij nauwelijks nog, werd magerder en begon steeds erger te hoesten”, herinnert opa Victor zich. Twee jaar daarvoor overleed Joels’ vader, de zoon van Victor, aan aids. “Ik begon te vrezen dat ook Joel hiv heeft”. Sinds de dood van zijn vader woont Joel samen met zijn jongere broertje en zusje bij opa Victor. Opa besloot alle drie de kinderen te laten testen bij een kliniek. De ernstig zieke Joel bleek als enige hiv-positief. “Ik schrok me kapot. Ik wist eigenlijk maar weinig van het virus en vreesde dat Joel ons allemaal met hiv zou infecteren”, vertelt hij. Gelukkig kwam opa in contact met onze lokale gezondheidswerker Eva, die hem geruststelde. “Eva vertelde me dat hiv alleen kan worden over - gedragen via bloed, waardoor ik me iets minder zorgen begon te maken.” Ook was opa bang dat Joel op korte termijn zou overlijden. Eva legde hem echter uit dat Joel weer kon opknappen, als hij iedere dag zijn hiv-remmers zou gaan nemen. Lastige medicijnen Dat was makkelijker gezegd dan gedaan. “Joel vond het in het begin moeilijk om zijn medicijnen in te nemen.” Gelukkig kregen ze hulp. “De dokters gaven hem een snoepje als hij zijn medicijnen zou innemen.” Inmiddels gaat het goed. Maar omdat Joel pas acht jaar is, onthoudt hij nog niet goed zelf wanneer hij de tabletten moet nemen. “Ik herinner hem er daarom elke ochtend aan.” Gezondheidswerker Eva is ook een grote steun, vertelt opa. Als hij er bijvoorbeeld een paar dagen niet is door werk, dan bezorgt zij de medicijnen bij hen thuis. Zo komt Joel niet zonder hiv-remmers te zitten. “Ik was echt bang dat Joel dood zou gaan. Maar Eva hield continu haarvinger aan de pols. Zo checkte ze steeds of we nog wel medicijnen hadden en of Joel ze dagelijks nam. Ook herinnert ze ons nog altijd aan alle doktersafspraken. Ze is een enorme steun voor ons.” Pesten Niet iedereen gaat zo goed met Joels’ hiv-status om, merkte opa recent nog. “Op school pestten kinderen hem met zijn hiv. Dat brak mijn hart”, vertelt opa Victor, die hierachter kwam omdat Joel opeens niet meer naar school wilde. “Na lang doorvragen vertelde hij dat andere kinderen hem pestten. ‘Je bent ziek en gaat dood’, riepen sommige schoolkinderen naar Joel.” Opa sprak met het schoolhoofd, die de bewuste kinderen aansprak. Helaas hield het pesten niet op, en besloot opa om Joel en zijn jongste broertje bij een andere school in te schrijven. “Ook heb ik zijn broertje op het hart gedrukt dat hij op school tegen niemand mag zeggen dat Joel hiv heeft. Op de nieuwe school heeft Joel het gelukkig weer naar zijn zin.” Deze impact had jouw steun in 2024: • Gezondheidswerkers gingen in 8 landen in afgelegen gebieden op zoek naar kinderen met hiv. Daar hielp je tienduizenden kinderen en zwangere vrouwen in Indonesië, Malawi, Mozambique, Nigeria, Oeganda, Tanzania, Zambia en Zuid-Afrika mee. Zo redt jouw bijdrage dit jaar levens: • Ons werk in deze 8 landen gaat door. • Daarnaast steun je een nieuw project in Zuid-Afrika. Daar leven 640.000 kinderen die door aids geen ouders meer hebben. Vaak hebben deze kinderen zelf ook hiv en worden ze door grootouders opgevoed. Wij organiseren speciale bijeenkomsten waarbij opa’s en oma’s met én van elkaar leren hoe ze hun kleinkind het beste kunnen ondersteunen. Ze krijgen ook hulp bij het zorgen voor voldoende inkomen, zodat ze goed voor de kinderen kunnen zorgen. Per motortaxi gaat Victor (72) altijd met zijn kleinzoon Joel (8) naar de kliniek om nieuwe hiv-remmers te halen. “Ik herinner hem eraan dat hij alles in het leven kan worden, zolang hij zijn medicijnen maar neemt.” Goed voorbeeld Ondanks de uitdagingen heeft opa Victor er alle vertrouwen in dat Joel een sterk, gezond mens zal worden. “Zo ken ik een Oegandese radio-dj die open is over zijn hiv. Dat is een succesvolle man. Dat vertel ik Joel, dat geeft hem hoop.” “Opa helpt mij veel”, beaamt Joel met zachte, verlegen stem. “Hij leert mij om voor onze twee koeien en hun kalfjes te zorgen. Samen snijden we gras en geven dat aan hen. Of we brengen ze naar een veldje waar ze kunnen grazen. Ook gaan we altijd samen op de mototaxi naar de kliniek.” Eerder wilde Joel monteur worden. “Nu wil hij dokter worden”, grinnikt opa. “Ik herinner Joel er vooral aan dat hij alles kan worden, zolang hij zijn medicijnen maar elke dag neemt.” Ons kinderproject in Oeganda is mede mogelijk gemaakt door een nalatenschap. “ Het brak mijn hart dat Joel gepest werd” 6 Red ribbon

7 Online Touch Home


You need flash player to view this online publication