18

over Nederland verspreide diensten en die hadden elk hun eigen opleidingen. Of soms zelfs geen opleidingen, en waren het collega’s die de nieuwelingen – meestal provisorisch – enigszins wegwijs maakten. ‘Want hoe zet je in een organisatie ‘een school’ op?’ Er was dus een schone taak voor mij weggelegd. Het feit dat ik bij het ziekenhuis de bedrijfsmatige kant van het opleiden had opgepakt, was voor een belangrijk deel debet aan mijn aanstelling. Alleen, dit was allemaal een maatje groter. Want hoe zet je in een organisatie ‘een school’ op? Waar ik in mijn eerste baan nog hulp kreeg van een boek (zie hoofdstuk 1), moest ik het nu allemaal zelf uitzoeken. Want er was geen ‘handleiding’ die ik kon raadplegen. Het was pionieren op alle fronten. Zowel inhoudelijk als bedrijfsmatig. De bedrijfsmatige kant komt in de volgende hoofdstukken van dit Witboek aan de orde. Nu eerst de inhoudelijke. In dit kader waren er twee vraagstukken. Om te beginnen: hoe organiseer je effectief opleidingen voor de grote groepen nieuwe medewerkers? Ten tweede: de opleidingen in het kader van de nieuwe vreemdelingenwet? Een van mijn taken was het centraal organiseren van opleidingsprogramma’s voor nieuwe medewerkers. Tientallen stroomden er maandelijks in. Veelal jonge mensen, net uit de schoolbanken. Rechtenstudie op zak. Maar er zaten ook mensen tussen die een totaal andere richting hadden gestudeerd. Mijn opgedane kennis bij het ziekenhuis kwam goed van pas. Want, zwemmen leer je immers niet uit een boekje. 18

19 Online Touch Home


You need flash player to view this online publication