0

Jan Huyghe Opgelet! Laat je niet misleiden… Dit artikel gaat niet over een of andere lang vergeten Vinkem-strijd te Wulveringem. Wel over een Vinken-strijd met n achteraan, te Wulveringem. Het is rap gestruikeld over een beentje te veel. Dus: vinken, Fringilla coelebs. Op 11 mei 1845, dat is liefst 177 jaar geleden, waren die gevleugelde zangertjes in Wulveringem met 27, verdeeld in zeven teams, om onder elkaar strijd te leveren: welke ploeg zingt het meeste liedjes? Een goede oude vinkenzetting. Daarover schreef een onbekende reporter een verslag in de editie van 18 mei 1845 in Het Advertentieblad der steden Veurne, Nieuport, Dixmude en van geheel het arrondissement. Een weekblad. Die zetting moet een ongelooflijk feest geweest zijn, misschien wel het grootste ooit in Wulveringem? Hoe dan ook: de reporter van dienst leek wel het delirium nabij… nog voluit West-Vlaams spraken). Een extra troef om veel volk op de been te brengen! En volk was er, blijkbaar heeft de reporter de menige vremdelingen hoofdelijk geteld (..?), er waren 3037 zielen naar het feest afgezakt. Op een Pinkstermaandag van 6 u. des morgens! Nu moet ik eerst een eigen belevenis vertellen, voorgevallen zowat 45 jaar geleden. Ik had een lange vroege ochtendrit van Veurne naar Limburg voor de boeg. Om een hoekje af te steken, reed ik bij het verlaten van Veurne van de Brugsesteenweg naar de Nieuwpoortkeiweg tussen de bebouwing een smalle grintweg in (waar nu de Aldi is). Wat een vreemd zicht zag ik voor me!? Een lange rij mannen op lage stoeltjes met een lat in de hand, en voor elk van hen een klein bakje. Ik reed er langs, heel langzaam. Ze staarden me aan, met verbaasde blik, ze keken ontdaan, leken boos! Waarom? Toen ik door het straatje was en op weg naar Nieuwpoort, daagde het me: ik was voorbij een vinkenzetting gereden! Ik had de stilte doorbroken, stilte die de vinkeniers heilig is, anders horen ze de vink in z’n kooitje niet zingen. Ho, ik was ontsnapt aan een openbare lynchpartij... De strijd vond plaats in de vroege morgen van 6 tot 7 uur. De reporter meldt dat er zes genootschappen tegenwoordig waren, maar hij vergist zich, het waren er zeven: Veurne, Roesbrugge-Haringe, Hondschote, Roesbrugge-Beveren, Wulveringem, Wylder en Izenberge. Elk met vier vinken, behalve Wylder met drie. Totaal 27. Bovendien internationaal: een ploeg uit Hondschote en uit Wylder, Frans-Vlamingen (die zonder twijfel 1 © foto - Immaterieel Erfgoed, St.-Gillis Brussel - Vinkenzetting Deinze

Aldervreedzaemst één. Ze zijn onmisbaar, om het dorpsweefsel te versterken. Welnu, hoe heeft men op 11 mei 1845 de 3037 supporters tijdens de vinkenzetting in Wulveringem rustig, stil gehouden? En waren de vinken dan niet gestresseerd door de voorafgaandelijke stoet en slaende trommel en vliegende vaendels? Dat is een groot mysterie. Drieduizend zevenendertig… Kunnen de enkele straten van Wulveringem al die mensen verwerken? Dat is dubbel zoveel als het aantal supporters op de voetbalwedstrijd Seraing-Charleroi van zondag 14 augustus 2022, zegge en schrijve in de Jupiler Pro League..!? Maar de Vinken-stryd te Wulveringhem verliep ondanks de gigantische feestelijke invasie in de beste omstandigheden aldus het verslag van de persjongen ter plaatse. Aldervreedzaemst. Geen hooligans, bommenwerpers noch rookspuiters. Kassa kassa! We durven ervan uitgaan dat het aantal herbergen in 1845 in Wulveringem en Vinkem ongeveer hetzelfde was als in 1920. Vele ambachtslieden hielden ook herberg: naast de smidse, de wagenmaker, de schoenmaker, bij de kapper… a) in eene herberg alleen, 3 groote hespen, wegende 11 kilogrammen ider. Op ca. 60 herbergen (beide dorpen samen) betekent dat 180 hespen x 11 kg = 1.980 kg hesp… Met de medewerking van 90 varkens. b) by eenen bakker voor eene somme van 215 francs franschbrood. Let wel: het dagloon voor de gewone man bedroeg toen ca. 3 fr. Ten overstaan van 1845 mag men de waarde van toen naar de waarde van vandaag vermenigvuldigen met 9. Zo zou de betrokken bakker van 1845 die dag liefst 215 x 9 = 1.935 euro hebben ontvangen, kosten nog af te trekken. Zijn collega’s ook? c) 387 slapers, verdeeld in 133 beddens, ten advenante van eene kluite par bedstede = 13 francs 30 centiemen. Let wel: met drie personen in één bed!? Dat is blijkbaar 10 centiem per bed, 0,33 centiem per slaper. Of 3 euro in onze munt. Wat een goede tijd om op reis te gaan! Het schamel comfort en een grolpot naast je moest je er dan maar bijnemen. Natuurlijk ben ik er me wel van bewust dat mijn veronderstellingen en omrekeningen wat kort door de bocht zijn. Maar het lijkt me een feit dat de middenstand van Wulveringem, én Vinkem, op Sinksenmaandag 11 mei 1845 een heel aardige stuiver heeft verdiend. Het kan niet anders of de tering van de 3037 zielen op de vinkenzetting heeft veel nering gebracht. Kassa kassa! Enkele cijfers, ook voor Vinkem dat wel z’n graantje zal meegepikt hebben, daer aen palende. Inwoners 1846 672 Wulveringem 1.034 Vinkem 1920 965 518 2019 337 311 Hoeveel herbergen waren er in 1845 in Wulveringem en Vinkem om de 3037 zielen op de vinkenzetting van spijs en drank te voorzien? Is dit te achterhalen? Moeilijk. Stof voor een aparte studie. Misschien kunnen we er ons wel een idee van vormen, dankzij heemkundige Albert Dawyndt (19152006). Maandenlang trok hij begin de jaren 1970 op kroegentocht door Veurne-Ambacht en publiceerde zijn bevindingen in De herbergen in de jaren 1920 (drie delen, 1974). In zijn inleiding schrijft Albert dat er in 1889 officieel 185.036 herbergen in ons land waren (1 per 32 inwoners). Tja, in het Arm Vlaanderen van de tweede helft 19de eeuw verging jammer genoeg meer dagloon in drank voor de man dan in brood voor vrouw en kroost. Voor 1922 achterhaalt Albert 36 herbergen in Wulveringem (waarvan 9 aan ’t Zwaantje) of 1 per 27 inwoners. Voor Vinkem 30 herbergen of 1 per 17 inwoners. Niemand kon er dorst lijden. Vandaag, anno 2022 telt Wulveringem nog zes openbare horeca-zaken, Vinkem 2 © foto de vink - François Van Bauwel - Natuurpunt De vinkenstrijd Lezers-liefhebbers van de vinken vragen zich zeker af welk dorp heeft gewonnen en hoeveel liedjes ze presteerden.

het vertier in de herbergen achteraf... Ja, dáárover gaat het. Iedereen nam er aan deel want veel keuze was er niet. En het was ook een manier om trots te zijn op het dorp waar men woonde, op de collectieve samenhorigheid, op de gastvrijheid bezoekers te tonen wat “ons dorp” kon! En iedereen was het eens: wat een schone dag, om te onthouden! Bestaat dat nog, 177 jaar later? Soms denk ik: het is vandaag elke dag kermis, en nog zijn er zoveel mensen die zich vervelen… Hoe kan dat? 1. Veurne won den zilveren vogel, zynde den eersten prys, met het getal liemen van 2387. 2. Rousbrugghe-Haringhe, den tweeden prys, zynde een medalie, met het getal van 2191. 3. Hondschoote (Vrankryk), 1.e geldprys, te zamen 2058. 4. Roesbrugghe-Beveren, 2.e geldprys, te zamen 1815. 5. Wulveringhem, 3.e geldprys, te zamen 1505. 6. Wylder (Vrank.), medal. van verstkomend, te zamen 1269. 7. Isenberghe, den potlepel, zynde den prys voor minst liemen, te zamen 1150. L. Deman uit Hondschote verwierf de eremedaille voor zijn vink met het hoogste aantal liedjes: 963. Maar Hondschote kon ook bogen op de grootste luiaard: 107 deuntjes. Memorabel Onze reporter eindigt zijn verslag van de vinken-stryd met een wens: “Wy stellen dit voor op dat deze feest, welke aen Wulveringhem zoo veel luister geeft, in het geheugen van alle liefhebbers lang zoude gevestigd blyven.” Hij heeft gelijk. Het is niet naïef. Wij mogen dit vinkenfeest van 1845 niet bekijken, beoordelen door onze bril van 2022. Voor onze voorouders uit het jonge België, uit het arme Vlaanderen, was het bestaan een constante strijd om te overleven. De armoede was onmetelijk, de kindersterfte groot, de geletterdheid en algemene ontwikkeling minimaal tot nihil, de levensverwachting kort. Zes lange dagen per week diende hard gewerkt voor een schamel loon. En vooruitzichten op beterschap waren er nauwelijks. Tip: lees Arm Vlaanderen van Reimond Stijns/Isidoor Teirlinck. Schrijnend. Toeval of niet, het verhaal situeert zich in het dorp… Voorde. Maar beau was het er niet. Kenden de mensen in heel het land toen de woorden ontspanning, sport, vrije tijd? Velen verloren zich in dagelijks mateloos drankgebruik met alle gevolgen van dien. Voor de meesten viel de gezonde ontspanning ’s zondags na de kerkplicht: het bolspel, een kaartje leggen, biljarten, de vinkenzetting, de hanenkamp, enz. En één keer in het jaar de kermis, het hoogtepunt. Maar als er zich een extra feest aankondigde hoeft het niemand van nu te verwonderen dat de hele dorpsgemeenschap van toen daarbij wilde zijn! Een vinkenzetting die 3.000 mensen bijeenbrengt? Zelf kan ik het moeilijk geloven. Maar in mijn verbeelding zie ik wel: wapperende vlaggen en vaandels, de dorpsharmonie, de versierde huizen en straten, de verre deelnemers die met paard en wagen het dorp inrijden, 3 Den listigen Bachus Het verhaal is nog niet af. Waarschijnlijk pas in de late namiddag trokken de zegevierende vinkeniers van Veurne te voet of met paard en wagen weer naar huis, want daar was ook een Sinksenfeest aan de gang. Dat wilden ze niet missen. Er diende gepronkt met de zilveren medaille!

Met triomfkreten, toeters en trompetten, en in stoet stapten of reden de vinkeniers de stad in naar de Grote Markt en lieten zich bedriegen door den listigen Bachus. Was de reporter van 1845 een van hen? Ik heb een sterk vermoeden. Indien geen lid, dan toch zeker sympathisant. Hij lijkt zo intens bij het gebeuren in Wulveringem en Veurne betrokken. Wat is waar en niet waar? Hij lijkt in overdrive te gaan met zijn 3037 zielen en zijn hespen, danst op het slappe koord van fantasie en werkelijkheid, maar doet dat in een schilderachtige schrijfstijl. Hij houdt van de onschuldige droom en kinderlijke verbeelding. En ik twijfel er evenmin aan dat hij zich ook door den listigen Bachus heeft laten bedriegen. Daarom heb ik een beetje met hem te doen. Ik voel me wat zielsgenoot van hem. Dus neem ik het hem niet kwalijk dat hij mogelijks wat overdrijft. Ook ik heb me, toen ik journalist was (1980-1995), talloze keren laten inpalmen, betoveren door de charme en poëzie van Beauvoorde, het tweelingdorp Wulveringem-Vinkem, het hart en mooiste dorp van ons geliefd VeurneAmbacht. Gegroet, beste onbekende collega van 1845. Ik ben blij dat ik na 177 jaar kan bijdragen tot uw wens “dat deze feest, welke aen Wulveringhem zoo veel luister geeft, in het geheugen van alle liefhebbers lang zoude gevestigd blyven.” Zo, om te besluiten, vers gebroed: Zingen zingen klaar en klinke! Schufel’n, schufel’n lik e vinke..! Jan Huyghe (*) Ophicléide: koperen blaasinstrument met gaten en kleppen, werd in de 19de eeuw in militaire muziek toegepast, thans in onbruik geraakt. Vervangen door de tuba. Een nieuwe medewerker Jan Huyghe Dag lieve mensen van Wulveringem-Vinkem, Beauvoorde, en alle andere lezers en lezeressen Eerst wil ik Stef danken dat ik voortaan af en toe iets mag schrijven voor De Beauvoordse Dorpsgazette, al 40 jaar zijn levenswerk (naast zijn Brigitte, kinderen en kleinkinderen). Mag ik me kort even voorstellen? Geboren (1956) en getogen in Veurne als zoon van Albert Huyghe en Margriet Dewulf. In 1996 verhuisd naar Oostduinkerke. Met Beauvoorde heb ik een nauwe band. Er waren veel Huyghe’s in Beauvoorde. Vader Albert is geboren op de Leliehoeve aan de Oosthoek, grootvader Germain en overgrootvader Karel waren er boer. Ze rusten nu al op het kerkhof van Wulveringem. Met hun echtgenote: respectievelijk Margriet Dewulf, Maria Morlion en MarieThérèse Dewaele. Ik heb er ook veel nonkels en tantes liggen: Jozef, Sylvain, pater Gerard, André, en Maurice in Vinkem. Al Huyghe’s. Ze fluisteren daar wat ondereen, onder de linden en ’t gefladder van de duiven in ‘t gebladerte. Soms, als ik in de buurt ben, ga ik hen wat afluisteren … Vader Albert heeft wel zijn sporen nagelaten in het dorp: hij was initiatiefnemer voor de rustbank En de boer hij ploegde voort tussen kerk en kasteel, en van het heldenhuldezerk voor Joe English bij de Torreelen in Vinkem. Ik heb in de jaren 80 en 90 veel onvergetelijke © wikipedia momenten in Beauvoorde meegemaakt, en er als journalist over geschreven. Over de SintOmaarsgilde (één keer meegespeeld), de dorpsmarkten, de tentoonstellingen in Vinkemkerk, de Beurs van Streekspecialiteiten met het cabaret, de gezondheidsmarsen op paasmaandag, de stoet van Tuur Djes, de poëziefestivals, de boekenmarkt, de Sint-Hubertusfeesten … Ik mocht er ook dikwijls optreden (oude en eigen volksliederen) met de vrienden van onze groep Sinksenbruid. Wel wel, waar is de tijd? Ja, Beauvoorde ligt me na aan het hart. En daarom doet het me plezier dat ik mag schrijven in Stefs gazette. Met een hartelijke groet! Jan 4

1 Online Touch

Index

  1. 1
  2. 2
  3. 3
  4. 4
Home


You need flash player to view this online publication