17

Deel 25 Een beetje afzijdig van de Colme, langs de Kwadestraat ligt de herberg “In de Losplaats” Het Zwaantje lag immers langs de Ketseweg waar men de met mankracht of paardenkracht de aken naartoe trok. In zijn oorlogsherinneringen (1914-’18) vertelt Achiel Van Acker, die als 16-17 jarige een boot trok * om aan de kost te komen: “Het plezierigste was wel dat kleine Bulskampvaartje geweest, omdat het hier en daar zo smal was dat we voorzichtig moesten zijn om niet vast te lopen en waar we soms enkele kilometers achteruit moesten varen om te kunnen zwaaien”. (*) De Fraternité De scheepsgoederen die van Bergues werden aangevoerd, werden hier gelost in afwachting dat ze met paard en kar of met de tram landinwaarts werden gebracht. Het waren meestal kalk-, kolenschepen of kasseien die men aanbracht. Een deel van de geloste scheepsgoederen werden in een groot magazijn of stal naast de herberg ‘In de losplaats’ gestockeerd. Hier wachtten ze op vervoer met de stoomtram naar Poperinge. De ‘boottrekkers’ konden sinds 1892 hier ook terecht om bij een fris pintje uit te blazen. Boven de ramen zie je tot vandaag de sporen van de naam. ‘In de Losplaats’ was begin negentienhonderd eigendom van Edmond Tybaut en eega Irma Costenobel. Zij hadden de herberg in 1919 gekocht van Gustaaf Rubben. Remy Thybaut erfde de herberg van zijn ouders maar verkocht ze in 1949 reeds door aan Jozef Huyghe, landbouwer en herbergier. Vrouw Lydie Coene, zijn echtgenote, stond achter de toog. Aangezien de herberg langs de buurtspoorweg Veurne-Poperinge lag en er hier een halte was, noemde men de herberg weldara “De Tramstatie”. Vóór de herberg lag er ook een weegbrug. Vandaar dat men ook sprak van “De Weegbrug”. 17

18 Online Touch Home


You need flash player to view this online publication