17

Ringsteking Westhoek 1841 > 1990 per blok van 10 jaar Periode 1841-50 1851-60 1861-70 1871-80 1881-90 1891-00 1901-10 1911-20 1921-30 1931-40 1941-50 1951-60 1961-70 1971-80 1981-90 Van 1841 tot 1990 % Tot. 4 17 25 31 49 39 63 19 81 47 35 67 52 53 14 596 100% P/M Sj. Kr. 4 17 25 28 14 2 Fiets And. A. Periode 1841-1880 2 1 2 1 2 2 100 43 14 28 5 3 1 3 3 2 4 2 2 1 2 1 1 voet 1/1/1 30 57 17 73 42 33 67 51 51 12 433 16,4% 7,0% 2,3% 73,3% 1 hond 1 moto Periode 1841-50 1851-60 1861-70 1871-80 Tot. 4 17 25 31 P/M Sj. Kr. 4 17 25 28 Fiets And. 2 1 voet * We noteren 77 ringstekingen, alle volgens de oorspronkelijke formule (met paard of muilezel of ezel), behalve 1 (te voet..?). * De oudste gevonden ringsteking vindt plaats in Nieuwpoort op zondag 26 september 184111, “op ezels”. * Langemark voert de lijst 1841-1880 aan met 16 edities. Daarna volgen Ieper 10, Veurne 6, Zonnebeke 6, Esen 3. De steden Diksmuide 1, Poperinge 0. Andere een enkele keer in dorpen, gehuchten. 6 1,0% Afkortingen 1ste regel: P/M = te paard en/of muilezel / Sj. = sjees, kar / Kr. = kruiwagen // in de regel 1881-1890 (rechts): telkens een ringsteking te voet, te water (?), tram (?) Samen leveren de genoemde oude kranten info over 596 ringstekingen in de Westhoek, van 1841 tot 1990 (voorlopig eindjaar van de databank). Vind ik op die wijze alle Westhoek-ringstekingen uit de oudst begonnen krant (Het Advertentieblad, 1825) tot het einde van de website HK (1990)? Vermoedelijk niet. Er zijn er zeker meer dan 596. Hoeveel? Moeilijk te zeggen. We mogen immers veronderstellen dat lang niet alle ringstekingen ter aankondiging aan krantenredacties gemeld of door de redactie opgenomen worden. En is er echt geen enkele ringsteking tussen 1825 (startjaar van Het Advertentieblad) en 1840 (eerste vondst in 1841)? Ook dat is erg twijfelachtig. Hoe dan ook, 596 ringstekingen van 1841 tot 1990 (150 jaar) lijkt me wel representatief voor onze streek: na aftrek van twee keer vier jaar oorlog + nasleep haalt de Westhoek gemiddeld 4,25 ringstekingen per jaar. Uit de tabel vallen diverse evoluties of tendensen vast te stellen. Laten we die even van dichterbij beschouwen. Ik geef ook cijfers over meer gedetailleerde aspecten die niet in de tabel kunnen staan doordat de detaillijst wel vijftien bladzijden telt… 55 Beschouwing 1 – Eerder dan 1841 vind ik geen enkel spoor van een ringsteking. Daarna lijkt het gebruik “herboren”: van 4 in het decennium 1841-1850 naar 31 in het decennium 1871-1880). Hoe valt dit te verklaren? Nergens melding van import uit een buurland, noch van een mogelijke promotor, noch van een vereniging met voortrekkersrol. Zelf durf ik een piste opperen: de naamloze kracht van de tijdsgeest, met name de late romantiek. Deze maatschappelijke stroming stelt dat de mens zich moet laten leiden door gevoel, verlangens, hoop, droom, avontuur, vrijheid, rebellie in plaats van enkel door het meet- en waarneembare, de strikte rede, regels, programma’s, strategieën van de Verlichting (die leidt tot de Franse Revolutie die uitmondt in terreur en dood). De romantici vinden integendeel de lichamelijke en geestelijke beleving van hun bestaan terug in o.m. de natuur en het levenskader van de middeleeuwen. Aldus: het onvoorspelbare, het onzekere, de mystiek, de verbeelding, de fantasie, de tover, het bovennatuurlijke aan de macht. Het hoeft dus niet te verwonderen dat precies in de romantiek de gebroeders Grimm sprookjes verzamelen, volkskundigen (o.m. E. de Coussemaker) te velde volksballaden noteren, schrijvers (o.a. H. Conscience) boeken pennen over kloosters en abdijen, draken, minnestrelen en ridders... M.a.w., het tijdsklimaat van de romantiek past in elk geval als gegoten omheen de ringsteking, verre verwante van het middeleeuwse steekspel.

18 Online Touch Home


You need flash player to view this online publication