1

deel 3 tweelingbroers Herman en Eric Met de paasdagen was het de gewoonte dat de misdienaars het voorrecht hadden zich te melden bij de boeren om ‘zogezegde’ paaseieren op te halen. Zo klopten wij ook aan bij Maurice Chaerel. Maurice boerde op een zeer bescheiden doeningetje. Ieder jaar kregen we van Maurice hetzelfde antwoord: “Dit jaar zijn er geen. De bommen zijn er in gevallen”. “Tot volgend jaar, Maurice!” hoorde. Of Ma mère het storend vond, weten wij niet. Ze heeft in elk geval nooit gereageerd. Misschien heeft zij dat als positief ervaren omdat wij haar echt ondersteunden. gulle schenkers kunnen noemen. Ik denk echter dat ik dat beter niet doe, alhoewel ik vermoed dat die personen niet meer in leven zijn. Voor hun tijdsgenoten die wel nog in leven zijn en die wat bescheidener waren, is dit een minder aangenaam verhaal. Een andere tocht zal ik ook nooit vergeten. We kwamen aan ergens op het Zwaantje. Het kon wel gebeuren dat we tijdens een lange tocht een plasje wilden doen. Toen had men ook al weiden die een afsluiting hadden die onder spanning stond. Zo was dit ook bij mij en ik was mij er niet van bewust tot ik er aan begon. Ik sprong een meter achteruit. Het was geen aangename ervaring. Gelukkig heb ik er niets aan overgehouden. Ik weet of het nog gebruikelijk is dat na een huwelijksviering de misdienaars aan de uitgang van de kerk en bij het buitenwandelen van de gehuwden en familie de gelegenheid hadden om te “stroppen”? Ooit maakte ik mee dat we met vier misdienaars voor elk een bedrag van om en bij de 50 BEF hadden kunnen stroppen. Dat was nog nooit gebeurd. Ik zou zonder moeite nog de ten ondersteunen. En steeds maar luister scandeerden wij “biiiidt” voor ons, “biiiidt” voor ons. Pater Coene deed alsof hij het niet 1 Toen wij misdienaars waren, was er iedere avond ‘het lof’ in de kerk van Wulveringem. Tijdens dit lof werd de litanie gebeden met het gekende antwoord ‘bidt voor ons’. Ik weet niet of er nog andere mensen aanwezig waren buiten de pastoor, de zusters en de misdienaars. Het waren er in elk geval niet veel, zo kan ik mij herinneren. Vooral Ma mère gaf de toon aan met “biiiidt” voor ons. Eric en ik hadden dit al rap door en vonden dat wij haar moesOok aan het orgel in de kerk heb ik een bijzondere herinnering. Ik weet niet of de bediening in deze moderne tijd reeds elektrisch gebeurt, maar in onze tijd werkte het orgel enkel als de blaasbalg voldoende met lucht gevuld was. Het vullen gebeurde manueel door een houten stang gestadig heen en weer te laten bewegen. Wanneer de beweging stopte, dan stopte het geluid evenzeer. Zo gebeurde het dat de kosteres Romeintje aan het orgel zat en dat de orgelblazer door ons aangespoord, nu en dan eens stopte. Dat vonden wij heel plezant. Toch denk ik niet dat dit bij Romeintje even aangenaam overkwam. De orgelblazer in onze tijd was onze gebuur Gilbert Bouckhout. Nu zou ik eerlijk gezegd beschaamd zijn. We waren misdienaars van die tijd. Nog enkele verwijzingen naar de oorlog. Zo herinner ik mij dat tijdens een van de hete zomers de Duitsers over de middag kwamen uitrusten in de weide van Tuur Hoste ter hoogte van de schietpers. Daar stonden rond de pers een aantal bomen die veel schaduw wierpen in een kring om de pers. Zo lagen ze uit te rusten in hun bloot lijf. Mijn

2 Online Touch Home


You need flash player to view this online publication