33

re richting dezelfde met betrekking tot absorptie, brekingsindex, geleidbaarheid, treksterkte, etc.). het gitaarfront kan maken. Hoe hoger in de bergen een boom groeit, hoe minder hij daar groeistoffen kan opnemen, en hoe dichter de jaarringen zijn. Daardoor kan je het fineer dunner maken om een bepaalde klank te bekomen. Het fineer van een fijnspar of ceder uit de Alpen met bredere jaarringen zal dikker gemaakt moeten worden om dezelfde klank te krijgen. Het atelier houdt Tim zo stofvrij mogelijk om de vernislaag van zijn uitgestalde gitaren te beschermen. Een vernislaag kan aangetast worden door stof, zeker de gepolitoerde. Het politoeren gebeurt bij mij op een historisch correcte manier van vernissen waarbij ik met gellak, alcohol en een beetje olie laagje per laagje over een tijdspanne van 3 weken aanbreng. Het is een heel fragiele vernis. Ik gebruik ook synthetische vernissen, die met een spuitpistool worden aangebracht. Polyeruthaan kan beter tegen stof. (© foto’s fineer & machines - Stef Duron) Stoflockers zorgen ervoor dat een ruimte stofvrij blijft, maar dit is hier niet de bedoeling. Dit is wel zo in het bedrijf Maene in Ruiselede waar ik werkzaam ben. Ik sta daar in voor de eindcontrole (PTA : pianotechnische-afwerking) van historische instrumenten: piano’s-forte, clavecimbels, … Het gaat wel om nieuwbouw-piano’s. Het mechanische gedeelte, de globale assemblage en het speelvaardig maken van de piano’s behoort hoofdzakelijk tot mijn takenpakket. Een piano is een pak complexer dan een gitaar. Omdat in mijn vorig, klein atelier (© foto - Tim Duyck) in de Wulveringemstraat ook mijn machines stonden, vormde het stof een groot probleem. Daarom koos ik voor de huidige locatie waar ze in een afzonderlijk lokaal zijn ondergebracht. Een gitaar is fragieler, heeft slechts 6 snaren in tegenstelling tot een robuuste piano, die zwaarder en solider is. Als luthier moet ik met veel meer zaken rekening houden: het hout is veel dunner. De diktes van de gelamineerde zijkanten en vooral van de gitaarfronten en de binnenste balkjesconstructie die op hun beurt nog verschillen in lengte, hoogte en dikte; dit alles samen bepaalt de klank. (© Tim Duyck - foto rechtsboven) Hoe dikker de gitaarwanden, hoe warmer de klank? Hoe dichter de jaarringen van het gebruikte hout op elkaar staan, hoe stijver het hout is, hoe dunner je 33 Dit bepaalt mee het gewicht van het instrument, want hoe lichter een gitaar weegt, hoe comfortabeler voor de gebruiker. Een zwaar instrument is té vermoeiend om te bespelen. In de praktijk wordt het front in drie lagen in een vacuum-zak plat geperst en nadien bol getrokken tot een koepelvorm, die de totale stevigheid in de hand werkt. Aan de binnenkant van het front houden balkjes die met een mal dezelfde bolvorm krijgen het front in de gewenste koepelvorm. Het komt neer op nauwkeurig werken tot op een honderdste deel van een mm. Het front moet uiteindelijk ‘als een doosje’ klikken in de omtrek van de tekstvervolg op p. 36

34 Online Touch Home


You need flash player to view this online publication