0

Een waar gebeurd familierelaas over een gezin uit Wulveringem, wat oorlog 1914-18 deed met mensen “ tijdens” en “erna”. Luk Grypdonck deel 14 De rotvaart der volkeren … vervolg ... Rudolf Müller, in 1897 werkzaam als leraar in Stuttgart, schreef een boek over wie eigenlijk de originele bedenker was van het Rode Kruis en wie de schrijver was van de inhoudelijke tekst “ A memory of Solferino”. Dunant startte dat jaar een uitgebreide correspondentie met Bertha Von Suttner. Daarin wisselden zij van gedachten, ideeën en voorstellen over het tot stand komen van vrouwenrechten. In 1897 was de Groene Kruis Vrouwenorganisatie in Brussel bijzonder actief. Gustave Moynier heeft herhaaldelijk gepoogd (in 1901 – 1902 – 1903 – 1905) om de Nobel Vredesprijs te pakken te krijgen. Het negatieve beeld dat Moynier over zich had afgeroepen zal er niet vreemd aan geweest zijn, dat hij er nooit één kreeg. In 1901 werd Dunant (na veel gepalaver) samen met Frédéric Passy voorgedragen voor de Nobel Vredesprijs wegens zijn bewezen verdiensten voor vredesinitiatieven. Met de officiële gelukwensen werd Dunant zijn reputatie definitief in eer hersteld. Een betrouwbaar aantal mensen hebben ervoor geijverd dat de prijzensom van 104.000 Zwitserse frank veilig geparkeerd stond op een rekening bij een Noorse Bank, waar niemand persoonlijk anders dan H. Dunant bij kon. Dunant heeft van dat bedrag nooit 1 frank uitbesteed. Hij hield het graag bij simpele dingen! Bij de uitreiking van de Nobelprijs heeft Moynier nooit moeite gedaan om tot een verzoening te komen met Dunant, spijts alle nodige protocols. Het Rode Kruis (instelling zelf) kreeg wel herhaaldelijk de Nobelprijs toegewezen zonder Moynier. De laatste jaren van Dunant zijn leven nam hij nog ettelijke prijzen in ontvangst, waaronder een doctoraatstitel van de medische faculteit van Heidelberg. Spijts de goede zorgen in het verzorgingstehuis te Heiden leed Dunant almaar meer aan depressies en achtervolgingsangsten voor Moynier en diens schuldeisers. Finaal moest ook de Calvinistische religie-gemeenschap het ontgelden, die zich repressief onrechtvaardig had misdragen. Hij spuwde die uit, kon ze niet meer horen, noch zien, noch verdragen…!!! In zijn laatste uren vroeg hij, dat een kopie van Rudolf Müllers boek over Solferino persoonlijk zou overhandigd worden aan de Italiaanse koningin…!?! Hij stierf op 30 oktober 1910 op de leeftijd van 82 jaar. Zijn laatste woordenwaren: “Waarheen is alle menselijkheid verdwenen”?? Hij overleefde Moynier de kwelduivel net geteld 2 maanden. Volgens zijn wensen werd Dunant in alle stilte begraven op het Sihlfeld Friedhof in Zurich. Dunant voorzag in zijn testament fondsen voor een “vrij bed” in het verzorgingstehuis in Heiden, dat altijd ter beschikking moest staan voor arme burgers uit de regio aldaar. Ook liet hij geld na aan vrienden, die hem verzorgden en opvingen zowel in Noorwegen als Zwitserland, evenals aan liefdadigheidsinstellingen. De overblijvende fondsen gingen naar de respectievelijke schuldeisers. Zijn financieel onvermogen om zijn schulden volledig te kunnen terugbetalen, bleef hem bezig houden als een ondraaglijke last tot aan zijn dood. Niemand minder dan Moynier was hiervoor hoofdverantwoordelijk dat anderen door zijn geklooi nooit aan hun centen zijn geraakt!!! Dunant zijn verjaardag - 8 mei - wordt nog steeds herdacht als werelddag van het Rode Kruis en de Rode halve Maan. In zowat alle steden in de Westerse wereld vindt men zijn naam terug op pleinen, lanen, straten, gebouwen en … zeeschepen! Moynier is naar mijn weten nooit aangesproken, verontrust of verhoord geworden voor zijn manipulaties, malversaties, intimidaties, obstructies, machtsmisbruik van zijn juristenpositie en persoonlijk profijt of winstbejag dat vasthing aan 40 jaar RK-voorzitterschap. Die meneer moet zowat het gevoel gehad hebben van onaantastbaarheid. Wijselijk - uit eerlijke schaamte - heeft men achteraf die man zijn naam in de anonimiteit gebracht en is die zonder opzoekingen nauwelijks bekend. Wat hij uitspookte, zou tegenwoordig op de sociale media zijn kop gekost hebben en is allerminst een stichtend voorbeeld voor het RK als instelling. 1

Mijn voetnoot sluit ik af aan het zonnige Gardameer in Italië Op een dag zag ik vanuit de auto, niet ver van Sirmeone, een merkwaardige watertoren in het landschap. Een beetje cultuur is nooit ver weg, dacht ik! Ik doorsnuisterde de Garda-reisgids en botste op het Monumentengebied van Solferino op 12km van het meer. Wist ik veel dat het de Risorgimento-toren betrof! Buiten de toren is er nog veel meer te zien op de historische site. Eerst en vooral draagt de toren de plaatsnaam San Martino della Battaglia, omdat de ossariumkapel van de gesneuvelden - in de schaduw van de toren (foto links) - San Martino heet. Solferino ligt een eind verderop, wat nog maar eens onderstreept hoe uitgestrekt het slagveld was. © twee foto’s en affiche: Amici dei Musei di Solferino e San Martino betreedt je deze plekken respectvol. Na grondige Internetopzoekingen over Solferino en Napoleon III constateerde ik nog drie historische plekken gemist te hebben: de La Rocca verdedigingstoren (11de eeuw) (foto rechts), het Memorial monumentaal Tutti-Fratelli uit 1959 met de RK-gedenkmuur en het 2de knekelhuis, de ossariumkerk van Solferinodorp, genaamd San Pietro in Viocoli. Wanneer men deze plaatsen bezoekt neem je best geen kinderen mee en Er is geen frappanter vergelijk tussen onze IJzertoren, de Dodengang en de Ieperse Menenpoort. Je wordt er heel droevig en stil van !!! Om de volledige locatie op warme zomerdagen rustig te bezoeken trek je best twee dagen uit. Alle plaatsen zijn mooi aangelegd met lange wandeldreven, zo ondermeer de ossariums San Martino, San Pietro in Viocoli, en het Tutti-Fratelli Memorial. De Risorgimento- en de La Rocca-torens hebben gratis en voldoende parkeerruimtes. De doodse stilte en ingetogenheid zorgt ervoor, dat het daar nooit stormloopt. Niemand ontsnapt aan het lugubere, spookachtige gevoel van de duizenden ogen die je aanstaren en je zonder woorden de vraag stellen voor wiens glorie zij zulk vreselijk lot tegemoet gingen!?! Zonder nationaliteitsonderscheid is al wie op het slagveld dood achterbleef met uniform en uitrusting aanvankelijk begraven in ondiepe massagrafkuilen. Later bij het heropenen heeft men waar mogelijk identificatie gedaan, beenderen en schedels aseptisch ontvleesd, gereinigd en respectvol ondergebracht in de twee genoemde ossariums. De muren van de kapel en kerk zijn indrukwekkend, van de vloer tot plafond disciplinair geborgen achter schedels en beenderen van 38 000 man. Met alle gerecupereerde soorten uniformen, wapenuitrusting, kanonnen, vaandels, persoonlijke soldaatvoorwerpen en dagboeken wordt een beklijvend beeld neergezet in de museums ondergebracht in beide torens. In de Risorgimento-toren zal je meer tijd spenderen want die is meer dan 70 m hoog. Van beneden naar helemaal boven is een hellend vlak gemaakt met tussenverdiepingen. Het ganse interieur is voorzien van enorme fresco-schilderijen met alle gebeurtenissen uit de slag. Om de site van La Rocca is zwaar slag geleverd, en dat wordt daar uiteengezet. Boven op beide torens is bij helder weer een prachtig panorama te zien van het slagveld in de 4 windstreken. In Solferino herdenkt men jaarlijks op 24 juni de slag en wordt een groots historisch re-inactment gehouden met duizenden figuranten (net zoals bij ons de slag bij Waterloo) (rechts: affiche van de herdenking op 24 juni 2018). 2

1 Online Touch

Index

  1. 1
  2. 2
Home


You need flash player to view this online publication