van boerenmeisje tot kasteelvrouw of ... Jef Ameeuw De lotgevallen van Juliana Flyps en haar kasteelbewoners.
van boerenmeisje tot kasteelvrouw of ... Jef Ameeuw De lotgevallen van Juliana Flyps en haar kasteelbewoners. lay-out en publicatie - De Beauvoordse dorpsgazette - Stefaan Duron VOORWOORD Over Arthur Merghelynck is reeds heel wat gepubliceerd. Naast zijn eigen geschriften en documenten vulden anderen zijn biografie aan. Juliana, zijn echtgenote, kwam veel minder in de belangstelling te staan. Ze bleef op de achtergrond van het kasteelleven. Na de dood van haar man bleef mevrouw Merghelynck nochtans nog 33 jaar, tot aan haar overlijden in 1941, het kasteel bewonen, gewaardeerd door de bevolking. Een bewogen leven, getekend door twee oorlogen, bezetting, sterfgevallen, tegenslagen, … We trachten in dit verhaal de figuur van Juliana Flyps als laatste bewoonster van het kasteel ‘Beauvoorde’ wat meer te duiden. Jef Ameeuw mevr. Merghelynck in de Ridderzaal © foto - archief Jef Ameeuw 2
Arthur Merghelynck edelman, genealoog, kasteelheer, rusteloze zoeker Het Ieper van de 19de eeuw teerde nog op zijn rijk verleden. Omringende kastelen en schitterende stadswoningen waren er getuige van. De namen Iweins, Keingaert de Gheluvelt, Cotteau de Patin, de Heulespin, Carton en Merghelynck klonken nog na in de oren van veel Ieperlingen. © Foto - archief Jef Ameeuw - Dame Merghelynck, née Carton + 29 août 1869, moeder van Arthur Merghelynck De familie Merghelynck-Carton behoorde zeker tot de roemrijkste. Op de hoek van de Elverdingestraat en de Van de Peereboomstraat woonde de familie. Hier werd op 9 maart 1853 Arthur Merghelynck geboren. Bij zijn doop kreeg hij de voornamen Arthur-Maria-Augustus-Carolus. Acht jaar vroeger had zijn broer Ferdinand hier het levenslicht gezien. Na het overlijden van beide ouders erven de broers een enorm fortuin. Arthur is dan 18 jaar. © Foto - archief Jef Ameeuw Bron: ‘passies van een edelman’ Arthur Merghelynck, 20 jaar oud Werken hoeft niet, hij kan rustig leven maar wil zijn leven wel een eigen invulling geven. Zijn ontmoeting met Jules Cordonnier maakt hem wegwijs in de wereld van de familiekunde. (1) En hier zeker niet te vergeten is Amedée vander Stichele de Maubus, genealoog en bezitter van een rijke boekenschat. (1) Arthur Merghelynck - passies van een edelamen - Pag. 9 - 3
van boerenmeisje tot kasteelvrouw of ... Jef Ameeuw De lotgevallen van Juliana Flyps en haar kasteelbewoners. Arthur Merghelynck edelman, genealoog, kasteelheer, rusteloze zoeker In 1874 bekomt hij bij de erfenisverdeling met zijn broer ook het ouderlijk huis. Hier blijft hij wonen en bewaart er zijn historische documenten. (Zijn broer - °1845-1917 - dokter in de rechten en politieke administratieve wetenschappen woont in Brussel en resideert ook regelmatig op het kasteel St.-Jan.) Op zoek naar een buitenverblijf, passend bij zijn stand, komt Arthur bij toeval in Wulveringem (1874). (2) Hij geraakt in de ban van een vervallen ‘kasteelruïne’ uit de jaren 15911617. De ruïne is eigendom van Charles Ceulenaere en Pierre Moeneclaey. foto: kasteel anno 1900 Na moeizame onderhandelingen met de eigenaars kan hij op 28 oktober 1875 bij notaris Cornille de aankoopakte ondertekenen. Jonker Merghelynck wordt de nieuwe eigenaar van de ruïne en omgevend park en heeft het dorp opnieuw een kasteelheer. Merghelynck laat er geen gras over groeien. Hij pakt onmiddellijk de restauratie aan. Dit kasteel moet zijn oogappel worden. Ondertussen speurt hij de streek en NoordFrankrijk af op zoek naar passende bekleding, meubels en antiquiteiten. Terwijl de restauratiewerken in Wulveringem volop bezig zijn, kan hij op 15 april 1892 in Ieper het hotel Merghelynck, ooit eigendom van zijn overgrootvader François, terugkopen: piëteit jegens de voorvaderen dwingt hem “d’empêcher que cet immeuble ne tombât des moins profanes” (3) Op 1 mei 1892 vangt hij de restauratie van het pand aan. Maanden werkt hij er om het hotel zijn oude glans terug te geven. In 1894, twee jaar na de aankoop, wordt het hotel Merghelynck heropend als een hotel “gewijd aan de verfijnde levensstijl van de adel in de 18de eeuw”. (4) Ter gelegenheid van de opening geeft Merghelynck een schitterende fotomap uit in een beperkte oplage van 75 exemplaren. 25 hiervan zijn voorbehouden voor de genodigden uit binnen– en buitenland. De rest wordt te koop aangeboden. 2) A. Morisse - passie van een edelman - p. 11 - 2008 3) Tollebeek Jo - Het verleden in de 19de eeuw - Arthur Merghelynck en het kasteel van Beauvoorde - p.17 4) Jan Dewilde - Arthur Merghelynck, passies van een edelman - p. 79 4 deel 1a
Hotel Merghelynck - Ieper / ca anno 1900 - onder: voorpagina fotomap Hotel Merghelynck (© Jef Ameeuw) 5
Opdracht Franse Minister van Onderwijs (© Jef Ameeuw) Tijdens de restauratiewerken in zijn hotel heeft Merghelynck de gewoonte op het middaguur zijn aperitief te nemen in het nabijgelegen hotelrestaurant ‘het Gouden Hoofd’. Dit restaurant in de Rijselstraat ligt op nauwelijks een boogscheut van de markt. Het wordt uitgebaat door de familie Verbrugghe-Flyps. Hier werkt een zekere Juliana als dienster bij haar zuster en schoonbroer. (5) Tijdens zijn dagelijks bezoek in het ‘Gouden Hoofd’ ontstaan bij Arthur meer en meer gevoelens voor het meisje dat hem dagelijks bedient. Wie is dat meisje dat luistert naar de naam Juliana? Merghelynck is 39 jaar oud en ongehuwd. Hij bezit veel geld en een enorm patrimonium. Alleen, wanneer hij in zijn huis in de Elverdingestraat werkt of in zijn kasteel verblijft, begint de eenzaamheid meer en meer door te wegen. Komt daar nog bij dat hij sinds 6 april 1879 inwoner is van Wulveringem. - Op 6 april wordt hij voorzitter van de kerkraad en lid van het armenbestuur. - Op 3 maart 1882 is hij gemeenteraadslid en opnieuw lid van de kerkraad. - In 1883 wordt hij opnieuw verkozen in het armenbestuur (Er mochten slechts enkele gemeenteraadsleden in zetelen.). - Op 7 februari 1885 wordt hij tot burgemeester verkozen en blijft dit tot aan zijn ontslag op 11 september 1903. - Op 15 februari 1904 volgt Pieter Huyghe hem op. - August Cornille,afkomstig uit oksijde,huwt op 26 december 1874 met Sefanie Beesau, de jonge weduwe van notaris Rolly. Hij wordt burgemeester op 14 april 1879 en sterft te Gent op 2 februari 1892. Hotel de la Tête d’Or - het GoudenHoofd’ waar Juliana Flyps dienster was t.o. Merghelynck in de Rijselstraat te Ieper. 5) Valère Priem, Kastelen en landhuizen in de Westhoek - p. 152 6
verliefd, verloofd, getrouwd ... deel 2 Juliana is geboren in Langemark op 27 mei 1866. Vader Jacobus en moeder Nathalie Blanckaert baten er een klein hoevetje en herberg uit. Vader Philippus Jacobus is in Langemark geboren op 19 maart 1819. Moeder Virginia Nathalie eveneens in Langemark op 23 maart 1824. Het gezin telt elf kinderen - vier meisjes en zeven jongens. Juliana is de tiende in de rij. Wellicht gaat ze als kind naar de kleuter– en lagere meisjesschool, een twintigtal jaren voordien door de zusters Apostolinen uit Brugge hier geopend. (6) Zoals de meeste meisjes gaat ze - oud genoeg - dienen bij een rijke familie of werken als kinderoppas … rechts jonge Juliana (© foto kasteel) onder Geboorteakte Julienne Vader verklaart niet te kunnen ondertekenen, noch schrijven door onkunde. Zo kunnen ze een steentje bijdragen in het gezin. Na enige tijd wordt dit voor Juliana opdienen bij haar zus, die rond 1890 ‘Het Gouden Hoofd’ heeft overgenomen. 6) D. Lescouhier - Geschiedenis van het kerkelijk en godsdienstig leven in West-Vlaanderen - Deel III, p. 439 7
Tijdens zijn dagelijks aperitief komt Merghelynck meer en meer onder de indruk van het dienstertje en langzaamaan ontstaat er een romance tussen beiden. Voor de familie Merghelynck is dit ‘not done’ Het Iepers establishment roddelt en keert zich van hem af maar Merghelynck is een doorbijter en de wetten van de adel kunnen hem gestolen worden. Sommige vrienden steunen hem ook. “Het liefst zocht men zijn huwelijkspartner in het eigen milieu … Arthur Merghelynck was hierin zelf een buitenbeentje want zoals bekend huwde hij buiten zijn eigen stand met de dochter van een kleine landbouwer.” (7) Merghelynck kiest vrij voor het hart. Zijn huwelijksleven zal niet bepaald worden door anderen. Een verstandshuwelijk is niet aan hem besteed. “… Célébration de notre mariage … envers et contres Les menées d’une certaine conterie, qui n’ a pas reculé à mettre en oeuvre tous les moyens, mais en vain, pour arriver à faire échouer la consécration d’une union qu’ il a plu au bon Dieu de permettre malgré elle.” (8) Er zijn nu wel wederzijdse gevoelens die uitgroeien tot een echte relatie. Voor Juliana ligt het niet zo eenvoudig. Wat met haar roeping die ze volgens haar familie heeft. (9) En hun verschillende afkomst? En dat leeftijdsverschil van 13 jaar? Heel wat vragen die het meisje beroeren. Noot: Juliana dacht misschien naar het klooster te gaan. Dat ze in het klooster was en door Merghelynck eruit werd gehaald, behoort tot de fantasie. - boven: Kasteel met park anno 1888 (© Jef Ameeuw) - onder: Kasteel (huidige Wulveringemstraat) anno 1890 (© Jef Ameeuw) Na drie jaren praten, wikken en wegen, elkaar leren kennen … is het koppel klaar om de grote stap te zetten. Het huwelijk moet een volksfeest worden met als centrale plaats het park en het kasteel. Merghelyncks familie blijft afwezig, 7) P.A. Donche - Kwartierstaat Arthur Merghelynck (1853-1908) - pag. 121-122 8)Arthur Merghelynck, Ecuyer - Le fief-manoir dit “Beauvoorde” - Deel I - pag. 320 9) Marc Verhaegen - Westhoek - jg. 32, nr. 1 - voorjaar 2016 - pag. 105 8 evenals de Ieperse ‘high-life’. Dit huwelijk wordt door hen niet in dank afgenomen. De inwoners uit Wulveringem bezorgen de burgemeester en zijn dame een onvergetelijke dag.
Woensdag 19 juni 1895 wordt in de vooravond van het huwelijk op het kasteel voor notaris Augustin Florizoone het huwelijkscontract opgesteld en ondertekend. (10) “Alors apparut la fiancée, splendide dans une toilette splendide, et le cortège se dirigera vers la salle communale des mariages au milieu d’une foule sympathique.” (12) Er is ‘scheiding van goederen’ en bij overlijden van Arthur Merghelynck krijgt Juliana een jaarlijkse lijfrente van 12 000 fr plus het vruchtgebruik van het huis in Ieper en het kasteel. (11) ‘s Anderendaags 20 juni om 09.30 u vertrok de bruidstoet van uit het kasteel richting gemeentehuis. (foto rechts: Gemeentehuis Wulveringem waar het burgerlijk huwelijk werd voltrokken. Collectie Jef Ameeuw) Juliana schittert in haar prachtig toilet. Men moet zich een weg banen tussen de talrijke dorpsgenoten en sympathisanten. Eerst Schepen Pierre Huyghe vervult in vervanging van zijn burgemeester de formaliteiten. Na het wederzijdse ja-woord werden beiden in de echt verbonden. Nu vertrekt de stoet naar de kerk waar men onder het spelen van de huwelijksmars van Mendelsohn naar voor schrijdt voor een imposante plechtigheid. Pastoor Ludovicus Elewaut leidt de kerkelijke huwelijksinzegening. (onderaan: Kerkelijke Huwelijksakte Wulveringem - Archief Wulveringemkerk) 10) Arthur Marghelynck - “Le fief-manoir dit le chateau de Beauvoorde - Deel II, pag. 175 11) Annemie Morisse - Passies van een edelman, pag. 37 12) Arthus Merghelynck - Ecuyer - Le fief-manoir - Deel I, pag. 321 9
Op het kasteel wordt een groots banket gehouden met toespraken door de magistraten en de plaatselijke notaris. De gemeentesecretaris spreekt een ontroerende toast uit op het jonge koppel. In het park is er een echt volksfeest. Muziekkorpsen vrolijken iedereen op met hun zoete melodieën. Na de maaltijd doen de trouwers een rondwandeling in het dorp om de inscripties aan de versierde gevels te bewonderen. De dag wordt besloten met een groots vuurwerk. Een heuglijke dag voor de burgemeester en een deugddoende ontvangst van de jonge bruid waarover nog lang wordt nagepraat. Juliana zal door Merghelynck steeds Philips i.p.v. Flyps genoemd worden. (foto: Juliana - anno 1895) In het parochieregister van Langemark stond de familie in de 18de eeuw steeds als Philips ingeschreven. (13) Ondertussen is ze ook reeds sinds 7 juni 1895 officieel ingeschreven als inwoonster van Wulveringem. Voor de jonge bruid begint een totaal nieuw leven. Ze moet als in een sprookje geleefd hebben toen ze haar geliefde naar het kasteel volgde. Het nieuwe leven vraagt echter ook een aanpassing aan de gewoontes, gebruiken, opdrachten van de adel. Om haar hierbij te helpen zorgt Merghelynck voor heel wat nieuw personeel. 13) Annemie Morisse - Passies van een edelman, pag. 37 10
Nieuw personeel voor het kasteel deel 3 Vanaf de zomer 1896 komt nieuw personeel aan op het kasteel. (boven: uittreksel uit de personeelslijst uit het Archief Wulveringem - SAV) Om Juliana de nodige etiquette en gebruiken van haar nieuwe stand en een woordje Frans bij te brengen, engageert Merghelynck op 9 juli 1896 de 24-jarige Poperingse onderwijzeres Marguerite Vandenboogaerde, “brevetée de priemière classe de l’enseignement en France”. Ze wordt tevens gouvernante of gezelschapsdame van Mevrouw. Pieter Outtier uit Watou, de vaste koetsier van Merghelynck, blijft zijn taak vervullen. Op 3 juli is Camiel Vanwynsberghe uit Ieper reeds aangenomen als tafelknecht. Daags voordien, 2 juli, werd de 23jarige Julia Bortier uit Ieper als keukenmeid aangeworven. Marie Peutte die reeds in 1894 werkte voor Merghelynck zal samen met Bortier haar functie als keukenmeid tot 1900 uitoefenen. Marie Thijs wordt in 1897 dienstmeid op het kasteel en blijft er tot 1899. Later in de zomer van 1901 komen Euphrasie Obyn uit Merckem als bovenmeid en Cyriel Hoonraest uit Reninge als dienstknecht het personeelsbestand vervolledigen. (14) 14) Jan Vanacker - Passies van een edelman - pag. 39 11
Er is een redelijk verloop aan personeel dat ook vooral in de zomermaanden op het kasteel komt. Daarbij is hier verblijven ook niet zeer comfortabel. Het personeel is immers gehuisvest op de zolder die als slaapvertrek is ingericht. Het leven van Juliana en Arthur speelt zich af tussen Ieper in de winter en ‘s zomers in het kasteel. Juliana leert zich vlug aanpassen aan haar nieuwe levensstandaard. Mgr. Waffelaert bezoekt tweemaal het kasteel. (15) Op het kasteel worden regelmatig personaliteiten uit de adel, de culturele wereld, genealogen en zelfs de bisschop ontvangen. Mevr. Merghelynck treedt dan op als gastvrouw, hiertoe voorbereid door Marguerite Vandenboogaerde. Ondertussen wordt verder gewerkt aan het kasteel dat pas in 1902 volledig af is. De rol van Vandenboogaerde is niet te onderschatten. Als inwonende gouvernante en onderwijzeres wordt ze spoedig een goede vriendin van Juliana. Het leven op het kasteel verloopt dank zij haar in een aangename sfeer. Koetsier Pieter Outtier staat ook altijd klaar om met zijn werkgever een uitstapje te maken. Volgens oude inwoners had Merghelynck zelfs de gewoonte op zondag zijn ‘domein’ rond te rijden. Na de mis vertrok de koets uit het kasteelpark richting GoudenHoofdstraat, Kwadestraat en zo via de Wulveringemstraat terug naar het kasteel. (foto met koetsier Pieter Outtier, Juliana Flyps en Arthur Merghelynck) In de Gouden-Hoofdstraat en de Kwadestraat hield de koets zich nauwgezet rechts van de baan. Links was immers Vinkem. Zo liet hij duidelijk blijken waar hij de ‘baas’ was. Getuigen hebben dit later nog bevestigd. De mysterieuze Hélène deel 4 Rond 1900 verblijft tijdens de zomer regelmatig een nichtje van mevrouw op het kasteel. Het is de dochter van de jongste zus van Juliana. Juliana kent het meisje goed uit haar tijd in ‘Het Gouden Hoofd’. (foto op de volgende pagina: de geboorteakte van Hélène - 1886 - Archief Armentières - F) Haar ouders zijn allebei afkomstig uit Langemark waar vader Ludovicus Verbrugghe op 3 februari 1886 huwt met Elodia Flyps. Het koppel wordt op 2 maart 1886 uitgeschreven in Langemark. De gehuwden verklaren hun residentie in Armentières te willen inrichten. (16) Armentières waar hun dochter, Hélène Verbrugghe op 17 mei 1886 om zeven uur ‘s ochtends geboren wordt, thuis in een achterbuurt van de stad: ‘La rue des quais’. 15) Telkens ter gelegenheid van het Vormsel op 2 juli 1896 en op 5 juli 1900 - Liber Memorialis 16) Archief Armentières met bijgevoegd certificaat van de burgemeester van Langemark 17) Marc Verhaegen - Westhoek jg. 82, nr. 1, voorjaar 2016, p. 106, 108, 109, 113, 118 12 Wie is die Hélène? (17) Over haar afkomst hangt een waas van geheimzinnigheid, … een mistig verhaal. Wel vinden we een aantal aanknopingspunten in het tijdschrift ‘Westhoek’ waar haar kleinzoon Marc Verhaegen een stuk familiegeschiedenis weergeeft.
Zo zou Hélène - naar haar zeggen - ‘afgekocht’ zijn door het kinderloze koppel Merghelynck-Flyps, … voor een grote som geld en zo - volgens de aristocratische etiquette - grootgebracht zijn op het kasteel. Dit verkondigt ze haar hele leven lang en uiteindelijk gelooft ze het zelf. Haar leven lang is ze megalomaan en gedraagt ze zich als kasteelvrouw met een enorm misprijzen voor de gewone mensen en de Nederlandse taal. Wanneer men thuis Nederlands sprak was het onmiddellijk van: “Arrêtez de parler Flamand, on dirait de petits ouvriers!”. (18) Hélène verblijft wel regelmatig bij tante en nonkel maar ze woont officieel in Ieper en werd nooit in Wulveringem ingeschreven. Ze draagt ook nooit de naam Merghelynck. Waarom spreekt ze nooit over haar ouders? Ze stelt zich vooral voor als ‘kasteelvrouw’ en stoeft heel haar leven met haar ‘adellijke’ opvoeding. Zó dikwijls op ‘t kasteel was ze ook weer niet! Ook Merghelynck en zijn vrouw verbleven een groot deel van jaar in Ieper, kort bij het woonhuis van Hélène. Waarom wil ze niet praten over haar ouders? Die houding roept heel wat vragen op. Is ze beschaamd voor iets? We zoeken naar enkele mogelijke antwoorden. - Een eerste vaststelling: haar ouders ‘moesten’ trouwen wat in die tijd bij de dorpsgemeenschap wel over de tong ging. Bij het huwelijk is Elodie reeds 6 maanden ver in haar zwangerschap. - Is ze gewenst? Onmiddellijk na het huwelijk vertrekt het koppel naar Armentières, ver van huis, waar Hélène geboren wordt. - Is ze beschaamd voor haar vader, een man van 12 stielen en 13 ongelukken? Bij zijn huwelijk is hij dienstknecht. In Frankrijk is hij meubelverkoper (marchand de meubles). Plots verschijnt het koppel als hotelier in Ieper. Bij haar huwelijk is vader controleur op de tram in Oostende. 18) Marc Verhaegen - Lezing Kasteel Beauvoorde - 13 september 2015 19) Staf Verheye - Vier eeuwen Ieperse Herbergen - Iepers Kwartier 1999 - p. 244 20) Marc Verhaegen - Westhoek, jg. 32, nr. 1, voorjaar 2016 - p.106 13 - Misschien is wat volgt de belangrijkste reden. ‘La Tête d’Or’ of ‘Het Gouden Hoofd’ in Ieper Deze historische inrichting wordt reeds in 1602 vermeld. Charles Louis Thibault is in 1861 de uitbater. Hij sterft echter onverwacht op dinsdag 4 juni 1889. (19) Het hotel, gelegen op de hoek Rijselstraat - St.-Elisabethstraat wordt vermoedelijk in 1890 overgenomen door Ludovicus Verbrugghe en Elodie Flyps. In 1891 staan ze immers niet meer op de inwonerslijst te Armentières. Twee jaar later koopt Arthur Merghelynck zijn hotel en komt hier dagelijks zijn ‘apero’ drinken. Tien jaar na de overname van ‘Het Gouden-Hoofd’ door VerbrugghenFlyps wordt het koppel failliet verklaard. (zie volgende pagina) Rond die tijd (1900) duikt Hélène op bij de familie Merghelynck. Dit faillissement is ook voor Juliana en haar man een vervelende zaak en werpt een ander licht op het verhaal dat de “Merghelyncks er op stonden elk spoor te wissen van mijn grootmoeders (= Hélèné) bescheiden afkomst”. (20)
‘Het Gouden Hoofd’ was een hotel-restaurant met naam en faam, tot ver in de regio bekend voor zijn specialiteit ‘lapin à la moutarde’. (Marc Verhaegen - lezing 13 september 2015 - kasteel Beauvoorde, Waarom zou Merghelynck zo’n succesvol restaurant hebben willen sluiten? -Westhoek, jg. 32 - p. 106) Bron afbeelding - Le Progrès-Dimanche - 2 juin 1901 14
Wellicht is de financiële transactie zogezegd “voor de adoptie van Hélène”, een uitkering om de schulden van het faillissement te helpen delgen en een hulp voor haar ouders om in Oostende iets nieuws te beginnen, én zal Hélène er een mooier verhaal van gemaakt hebben … Hélène trekt thans met haar ouders naar Oostende waar de familie ingeschreven wordt in het bevolkingsregister. ‘Het Gouden Hoofd’ wordt op 22 juni 1901 openbaar verkocht door het Ieperse Vredegerecht en gekocht door de Zusters van de Voorzienigheid uit Rijsel (verbannen door de wet Combes). Juliana vangt haar nichtje op uit medelijden en zo speelt het koppel Merghelynck een beetje pleegouderpaar voor het meisje dat vanaf nu regelmatig bij hen verblijft. Wanneer Hélène, die sinds +/- 1900 ‘officieel’ met haar ouders in de Peter Benoitlaan 9 in Oostende woont, en op huwen staat, laat zich op 7 mei 1909 in de kustgemeente uitschrijven en op 25 mei 1909 wordt ze voor het eerst ingeschreven in het bevolkingsregister van Wulveringem. De bedoeling is uiteraard om hier te kunnen huwen. Normaal huwt men in de gemeente van de bruid! Op 30 september 1909 huwt Hélène Verbrugghe in Wulveringem met majoor Omer Antoine Verhaegen. Vader Verbrugghe die de trouwakte mee ondertekent, geeft nu ‘controleur bij de buurtspoorwegen’ als beroep op. Het ‘prestigieuze’ feest gaat door op het kasteel, met adellijke allures en heel wat hooggeplaatsten’. Na het huwelijk vestigt het koppel zich in St.-Kruis-Brugge. Daarna komt Hélène nog vele jaren op het kasteel met de kinderen haar suikertante bezoeken of zoals de omwonende zeggen ‘tante melken’. (dixit Lucien De Witte) © foto - collectie Jef Ameeuw ‘pensionnat du Sacré Coeur’-Ieper Ze richten het in als ‘pensionnat du Sacré Coeur pour jeunes Filles’. Het 18de eeuws gebouw wordt door de oorlog vernield. Hélène, ook genoemd de ‘juf van ‘t kasteel’ heeft dus heel wat redenen om, megalomaan zoals ze is, haar afkomst voor de omgeving te verbergen. Uittreksel trouwakte Hélène Verbrugghe - Archief Veurne (met beroep van vader!) 15
Afscheid van een monument deel 5 Op 14 juli 1908 sterft de 55-jarige Merghelynck, bijna blind, in zijn woning te Ieper. Hij wordt op 20 juli in de kerk van Wulveringem ten grave gedragen. Het dorp is in rouw. Nadat enkele toespraken werden gehouden, vertrekt de rouwstoet uit het kasteel voor zijn laatste tocht. Na de kerkdienst wordt hij begraven met de rug naar de kasteelkapel, met het gezicht naar het kasteel. (© bidprentje Arthur Merghelynck en foto grafsteen Merghelynck-Flyps + Anglikaanse kerk met schooltje - Collectie Jef Ameeuw) Drie jaar eerder, op 2 februari 1905, laat Merghelynck bij notaris Vandermeersch te Ieper twee geheime testamenten opmaken. In één ervan bedenkt hij zijn lieve echtgenoten en personeel. Juliana wordt royaal bediend. Ze krijgt in volle eigendom zijn huis in de Elverdingestraat te Ieper, alsook al zijn grondbezit in Langemark, Poelkapelle en Bikschote. Eveneens mag ze levenslang genieten van het vruchtgebruik op het kasteel, de bezittingen in Ieper, enz. Na de oorlog zal echter op het kasteel blijven wonen. Ieper is immens vernield. In 1926 zal ze de grond op de hoek Elverdingestraat-Vanden Peereboomstraat verkopen voor de bouw van de Anglikaanse kerk met schooltje. 21) Jan Vanacker - Passies van een edelman - pag. 131 thuisstad Poperinge. De andere personeelsleden alsook heel wat mensen die hem diensten hadden bewezen - zoals de postbode - werden begunstigd. (21) Opvallend: nergens is er sprake van Hélène en dus zeker niet van ‘adoptie’. Merghelynck heeft wellicht genoeg gegeven bij de schuldendelging in het faillissement? Haar gezelschapsdame Marguerite Vandenboogaerde ontvangt een hoeve in Poperinge met land in Reninge. Het jaar na het overlijden van Merghelynck vertrekt ze terug naar haar 16
Na de dood van haar man blijft Juliana, samen met haar personeel, teruggetrokken wonen in Ieper (tot 1914). Tijdens de zomermaanden verbleef ze op het kasteel. Ze wordt er gewaardeerd en is geliefd bij de bevolking. “Juliana Flyps is een zeer innemende figuur, erg sociaal voelend …” (22) Ze blijft ook haar overleden man en zijn werk in ere houden. In 1910 publiceert Arthurs vriend, Graaf Paul Armand du Chastel de la Howarderie op vraag van “Mevrouw douairière Merghelynck de Beauvoorde” postuum het eerste deel van “Les Etrangers dans la West-Flandre, le Tournaisis et la Chatellenie d’Ath”. Pas in de jaren vijftig van de twintigste eeuw zal het tweede deel verschijnen in ‘Les Tabelettes des Flandres’. (© voorpagina postume uitgave ‘Les Etrangers - collectie Jef Ameeuw) de broers Flyps - twee wezen op het kasteel - Regelmatig verblijven ook de broers Lucien en Léon Flyps bij hun tante op het kasteel. (tijdens de vakanties?) Na het overlijden van hun vader in 1901 en hun moeder in 1904 blijven ze samen met hun 7 jaar jonge zusje als wezen achter in Langemarkt. De oudste is dan 12 jaar, Léon 11 jaar. Vermoedelijk worden de jongens als internen in het college te Veurne ingeschreven. (Niet te bewijzen voor Léon door de afwezigheid van de palmaressen uit die periode 19041914.) Van Lucien zijn we wel op de hoogte. “Tijdens zijn schoolcarrière aan het deel 6 Bisschoppelijk College te Veurne is hij lid van de O.L.VrouwCongregatie en van het Vincentiusgenootschap” (23) 22) Marc Verhaegen - Westhoek, jg. 32, nr. 1, voorjaar 2016, p. 109 23) Nick Dewoene e.a. Project WO1 - College Veurne 17
Op 18 mei 1911 laat hij zich inschrijven als beroepsvrijwilliger bij het 4de Linieregiment in Brugge. Op dat ogenblik woont hij op het kasteel. In 1914 is hij reeds Eerste Sergeant Majoor. Wanneer op 13 augustus de slag bij Haelen losbreekt wordt zijn regiment er als versterking heen gestuurd. Bij een frontale aanval en een flankaanval werden bijna alle officieren gewond of gedood. (zie postkaarten - © collectie Jef Ameeuw) Lucien wordt zwaar gewond waarbij hij het gebruik van zijn linkerarm verliest. Hij wordt waarschijnlijk in een school in de omgeving van Haelen gehospitaliseerd en is van 8 september 1914 tot 7 juni 1915 met herstelverlof. Een actieve rol in de oorlog is daarna niet meer voor hem. Vanaf 9 juni 1915 werkt hij in het legerdepot van de 1ste Divisie in Offekerque (Frans-Vlaanderen). Op 5 augustus 1917 wordt hij opgenomen in de Compagnie der Badinrichtingen (frontdouches) in Oeren. Hij wordt in hetzelfde jaar ook nog ondergebracht in een Topografische eenheid. 18
Op 17 september 1917 wordt hij zwaar gewond door een vliegtuigbom bij de brug van Oeren en overgebracht naar het Belgisch Militair Hospitaal de ‘Clep’ in Hoogstade. (foto - militair Hospitaal Hoogstade) Wanneer de mensen in Wulveringem vernemen dat de neef van Mevrouw gewond is, trekken ze zelfs op bedevaart naar Izenberge om zijn genezing af te smeken. (24) (foto - bidprentje Lucien Flyps, broer van Léon) Lucien sterft op 6 oktober 1917 in het veldhospitaal te Hoogstade. Hij is 25 jaar. Op 9 oktober wordt Lucien begraven in Wulveringem. Zijn naam staat ook vereeuwigd op een herdenkingsplaat in het College te Veurne. (© foto - herdenkingsplaat in het College Veurne) Hij werd vereerd met de eretekens: Ridder in de Orde van de Kroon, Ridder in de Orde van Leopold II en het Oorlogskruis. (25) 24) Lut Ureel: “De kleine mens in de Grote Oorlog” - Lannoo 1984 - p. 33 25) Gone West - In Flanders Fields Museum - “Lucien Achiel Flyps” 19
Leven in oorlogstijd deel 7 Léon Flyps - Ridder Orde Leopold II met palm - Militair ereteken 2de klas - art 4 - Oorlogskruis 1914-1918 Hij bekomt wel een aantal eretekens: het oorlogskruis 1914-1918 en het Ridderkruis van de Leopoldsorde, telkens met felicitaties van de minister van landsverdediging, alsook 3 frontstrepen, toegekend te Brugge op 20 oktober 1921. Omwille van zijn invaliditeit bekomt hij eveneens een oorlogspensioen. Léon komt in 1920 op het kasteel wonen. (© Collectie Jef Ameeuw) Wanneer Léon tijdens de oorlog thuis is met verlof wil hij iets doen voor de soldaten op rust die zich in Wulveringem bevinden. Als grote cinema-fan geeft hij opdracht aan Gustaaf, de knecht van het kasteel om achteraan op het kerkhof met planken en metalen platen een primitieve filmzaal te bouwen als ontspanning voor de militairen. “In de winter van 1915 kwam er in ons dorp voor de soldaten een Kort voor de oorlog uitbreekt, verblijft Léon op het kasteel van Wulveringem. Hij laat zich als vrijwilliger - ‘Sergeant Volontaire de carrière’ - inschrijven bij het leger en wordt opgenomen in het ‘4de regiment de ligne’ op 1 april 1914. Op 12 augustus 1914 wordt hij wegens een val in Velthem overgebracht naar het hospitaal. Hij is zwaar gewond. We treffen hem op 12 augustus ‘15 aan in het ‘dépot de convalenscence’ te St.Adresse. Op 18 december 1916 krijgt hij ‘verlof zonder soldij’ in Wulveringem. Naar Langemark kan hij niet meer terug! Na ‘revisie’ in De Panne in februari 1917 blijkt hij niet meer in staat te zijn voor de dienst en wordt hij op 1 april 1918 definitief ongeschikt verklaard - 60 % invalide! Alles samen telt hij 24 maanden dienst. ‘cinema’ waar ook kinders van burgers welkom waren als ze maar de 25 centiem toegangsprijs betaalden. ... © Jef Ameeuw - Langemark met de op de achtergrond Duitse soldaten 20
… Het initiatief was van een neef van mevrouw van het kasteel (en kon dus op de goedkeuring van de geestelijkheid rekenen). Met planken en ijzeren platen had mijnheer Gustaaf op het kerkhof een primitieve zaal laten bouwen en daar werd elke avond een vertoning gegeven.” (De kleine mens in de Grote Oorlog - Lut Ureel - pag. 156 - Lannoo 1934) Na de oorlog blijft Léon definitief wonen op het kasteel. Langemark is nog enkel puin. (zie foto vorige pagina) Het ouderlijk huis zal de oorlog wel niet doorstaan hebben. In 1920 laat hij zich uitschrijven in zijn gemeente en wordt officieel inwoner van Wulveringem. Mevrouw heeft geen keuze. Het wordt een moeilijke tijd. Minder comfort, minder personeel, beperkte vrijheid en men moet zich aanpassen aan heel wat ongevraagde gasten. Zelfs de keuken moet gedeeld worden met het leger. Komt nog bij dat het kasteel in de winter weinig comfort biedt, weinig verwarming, … Ook staan er overal wachtposten opgesteld. Voor elk in- of uitgaan is er controle. De koning komt een paar keer beraadslagen op het kasteel en ook koningin Elisabeth, op weg naar haar school, bezoekt de legerstaf. In het kasteel is het een komen en gaan van hoge militairen en zelfs gekende kunstenaars komen er optreden met o.m. de violist Eugène Ysaye wiens zonen aan het front liggen. Voor de kasteelbewoners zelf verloopt het leven in ‘sourdine’. Eind december 1914 en in juli 1915 verwijdert men overal achter het front de kunstschatten. Ook uit de kerk en het kasteel vertrekt heel wat waardevols naar Frankrijk (Petit Palais). (26) Kleinere voorwerpen kunnen ter plaatse ondergebracht worden. Wanneer men in achttien een Duitse doorbraak verwacht, worden op 15 juni nog een aantal kunstschatten weggebracht. Na de oorlog komen de stukken beetje bij beetje terug en kan Mevrouw, geholpen door Léon aan de herinrichting van het kasteel beginnen. Wanneer men hiermee klaar is, wordt in 1926 in aanwezigheid van Juliana en ten overstaan van meester Aegidius Deeren, notaris te Nieuwpoort, een inventaris gemaakt van de inboedel, zowel van de meubelen, menagegoederen als kunstvoorwerpen. (27) (sourdine = gedempt) Generaal Deceuninjck © foto - collectie Jef Ameeuw Vanaf 16 oktober 1914 wordt Wulveringem overspoeld door vermoeide soldaten. Het kasteelpark ligt vol slapers. Op 2 december komt generaal Deceuninck met zijn legerstaf van de 6de Legerdivisie het kasteel opeisen. De generaal zelf neemt zijn intrek in de pastorie. 26) Jef Ameeuw - Gebeurtenissen in en rondom het kasteel van Beauvoorde - eigen beheer - 2016 - pag. 5-6 De Beauvoordse dorpsgazette - Winter 2002, pag. 19 27) J. Muls - Kasteel Beauvoorde - pag. 15, Koninklijke Vlaamse Academie 1953 21 tentoonstelling in Petit Palais (F) van kunstschatten uit Vlaanderen (achter het front) © foto - collectie Jef Ameeuw
Mevr. Merghelynck wordt zwaar getroffen door de vernietiging van haar huis in Ieper. Nochtans zal vooral een familiedrama in 1916 haar zeer diep raken. Foto van tijdens WO1 met de legerstaf en de familie Verhaegen met vooraan, v.l.n.r. François Verhaegen (1848-1927), Hélène Verbrugghe (1886-1967), Romeo Verhaegen (1887-1952), Irma Ricci (1851-1941), Gentran Verhaegen (1910-1956), mevr. Merghelynck, ?, Leon Flyps Na haar huwelijk met majoor Verhaegen woont Hélène in St.-KruisBrugge. Regelmatig komt het koppel tante bezoeken. Ze worden ook niet van tegenslag gespaard. Twee kinderen sterven jong. Tijdens de Eerste Wereldoorlog bezoekt Hélène met de kinderen regelmatig tante in het kasteel. Op dat ogenblik verblijven ze in St.Idesbald, Koksijde. Tijdens dit verblijf wordt Roger verhaegen geboren. Vader Omer, op dat ogenblik luitenant bij de 3de Lanciers geeft op 30 augustus 1915 het kind aan op het gemeentehuis. 22
(rechts: geboorteakte van Roger Verhaegen in Koksijde - © archief Koksijde) De kleine krijgt een ‘adellijke’ voornaam: Roger - Romeo - Marie - Jules - Henri - Idesbald. Die laatste verwijst vermoedelijk naar de plaatselijke heilige. Een jaar later bezoekt Hélène met haar kinderen haar tante in Wulveringem. De kinderen kunnen lopen en spelen in het park. Tijdens een onoplettendheid is de kleine Marc verdwenen. Men zal het lichaampje kort hierna terugvinden in de kasteelgracht. (28) (foto onder - Marc Verhaegen - +14 september 1916 © foto Marc Verhaegen - Keerbergen) (rechts: bidprentje Marc Verhaegen © verzameling Florizoone - archief Koksijde) 28) Marc Verhaegen -Westhoek, jg 32, nr. 1 - voorjaar 2016, p. 109 23
(boven: overlijdensakte van Marc Verhaegen 15 september klj1916 - © archief Wulveringem – S.A.– Veurne) Vader Omer Verhaegen meldt op 15 september 1916 het trieste bericht op het gemeentehuis bij burgemeester Pieter Huyghe. Het vierjarig zoontje wordt in Wulveringem begraven. Leven tijdens het interbellum deel 8 Na de Eerste Wereldoorlog toert Stijn Streuvels in de Westhoek. Zo bezoekt hij ook Wulveringem. Hij geeft in zijn boek ‘LAND en LEVEN in VLAANDEREN’ een prachtige ‘Streuveliaanse’ beschrijving van de kasteelomgeving en haar bewoners, expliciet over mevr. Merghelynck. “Onmiddellijk naast het kasteel ligt de dorpsplaats waar het belletje rinkelt aan de winkeldeur, waar de smid een boerenpaard nieuw beslag op de poten nagelt, waar de kleermaker van op zijn tafelier boven zijn brilglazen de voorbijgangers aanstaart, de bakker over zijn halve deur een asemptje schept, en twee gebuurwijven met den bezem in de hand, een koutertje slaan … Ginder in de eerste, uit haar hoog venster, staart de jonge edeldame over die eenzame dorpsdoening, over dat pietluttig leventje. Zij is in zwart rouwgewaad, heeft wellicht de genoegens en lusten van ‘t leven gekend, en slijt hier, in de eenzaamheid van het middeleeuwsch kasteel, in de urensdurende verveling, een nutteloos bestaan, met heimwee misschien naar de wereld - naar een stad in de afgelegen verte. 24
Wie weet, komt zij hier elken dag uit dit venster opdagen dat haar de boodschap der “gebeurtenis” brengen moet dewelke haar leven zal opfleuren? Wat eene stof voor een romancier om dien “Blik door het Venster” uit te werken?” (29) Na de oorlog vermindert het personeelsbestand drastisch. Voortaan worden mensen uit de omgeving aangeworven. Madeleine (Mady) Deceuninck uit de Wulveringsmtraat is huishoudster, Stefanie van het Zwaantje wordt aangenomen als kuisvrouw. foto linksboven - Madeleine (Mady) Deceuninck (© collectie Jef Ameeuw) Verder is er Henri Houck, vroeger reeds kleermaker van Merghelynck en Marie, zijn echtgenoten. Zij springen in waar en als het nodig is. (30) foto rechtsboven - Henri Hoek en echtgenote Marie Ter gelegenheid van de meiprocessie voor hun woning (nu Huize De Bryarde). Uitstalling van het H. Hartbeeld en huis bevlagd met de driekleur. (© archief Lucien De Witte) Henri Houck zorgt ook voor de verkoop van het overtollige fruit in de herfst. Zij wonen in een huisje van het kasteel. Tot de vaste bewoners van het kasteel behoort na de oorlog mijnheer Honoré. Hij komt bij zijn zus Juliana inwonen in 1923 na het overlijden van zijn vrouw Leonia Elodia Vanacker. (31) Honoré is een buitenmens. Tuin en park vormen zijn heiligdom. Hij kweekt er met zorg groenten, fruit en bloemen en kan zich volledig inleven in de druivenserre, de boomgaard en tussen de bloemenperken. Eens het morgenmaal voorbij ‘sloft hij op zijn klompen’ naar buiten tot het middagklokje oproept voor het middagmaal. Ook na het middagdutje is hij in het park te vinden. Ondertussen gedraagt Léon zich meestal als een ‘sinjeur’ of ligt te genieten. Veel werken is hem niet besteed. (© foto midden - Léon Flyps - collectie Jef Ameeuw) 29) Stijn Streuvels: ‘Land en Leven in Vlaanderen’ -L.J.Veen, Amsterdam 1923 30) Lucien De Witte - lezing Erfgoeddag 18 april 2004 - De Beauvoordse dorpsgazette - zomer 2004 31) Lucien De Witte - lezing Erfgoeddag 18 april 2004 - De Beauvoordse dorpsgazette - herfst 2004 Op het einde van de jaren dertig wordt Honoré ziek. Het is een zware slag voor mevrouw wanneer haar broer op 28 augustus 1939 op het kasteel sterft. Honoré wordt bijgezet in het graf van Lucien Flyps. (© bidprentje Honoré Flyps, broer van mevrouw - archief Florizoone Koksijde) 25
Leven tijdens het interbellum deel 8 - vervolg 1 Een groot moment in de loop van het jaar is de plechtige communie. Na twee jaar voorbereiding breekt telkens in de maand mei de grote dag aan. Het dorp staat dan gewoonlijk in rep en roer. Iedereen moet prachtig uitgedost zijn. De meisjes in een lang wit kleed; de jongens in een nieuw pak met een grote witte strik om de arm en elk met een kaars in de hand. Henri Houck zorgt jaarlijks voor de kaarsen. Zo trekt de stoet in processie vanuit het kasteelpark naar de kerk. Voor mevrouw is de plechtige communie ook een gelegenheid voor kennismaking met de jeugd van het dorp. ‘s Anderendaags, de tweede dag van de plechtige communie is er om 9 uur mis. De mooie kleren van daags voordien blijven achterwege. Na de viering trekken de kinderen naar het kasteel waar ze onthaald worden op dampende chocomelk en boterkoeken. De kinderen hebben immers nog niet ontbeten. Daarna is het plechtig moment aangebroken voor de ontvangst in de grote ridderzaal door mevrouw. Na een kort woordje van de douarière krijgen ze van haar elk een briefje van 5 frank: een schat voor die tijd! (32) Een belangrijke taak van mevrouw in de oktobertijd is eveneens het jaarlijks innen van de landpachten. Dit gebeurt steeds in een gemoedelijk gesprek tussen de pachters en de douarière. Meestal wordt alles beklonken met een goede borrel. Af en toe krijgt mevrouw ook nog een cadeau. foto - mevrouw Marghelynck en Hélène Verbrugghe (© collectie Jef Ameeuw) Zo verloopt het leven van de kasteelvrouw in de luwte van de dag, met weinig uitschieters, af en toe een bezoekje, maar … de Merghelyncks blijven achterwege. 32) Lucien De Witte - lezing Erfgoeddag 18 april 2004 - De Beauvoordse dorpsgazette - herfst 2004 26
Eenmaal kasteelvrouw, altijd kasteelvrouw Ook na de dood van haar man blijft Juliana houden aan haar adellijke gewoontes. “Op zondag in de hoogmis van 10 uur, wanneer alle parochianen reeds braafjes hun plaats in de kerk hadden ingenomen, deed de kerkbediende Henri Houck, de grote centrale deur open en deed mevrouw in vol ornaat - met grote hoed op - haar intrede, gevolgd door mijnheer Leon en mogelijke verblijfsgasten op het kasteel en stapte plichtsvol naar de voorbehouden plaatsen in de kasteelkapel. Pas dan kon de pastoor zijn mis beginnen.” (33) foto - mijnheer Léon Flyps bij de Minerva (© collectie Jef Ameeuw) Tussen beide oorlogen is de zondagnamiddag het uitgangsmoment van mevrouw. Leon haalt dan de wagen uit en samen rijden ze naar Oostende naar de bioscoop, een grote passie van Leon. Na de film eindigt het bezoek gewoonlijk in een restaurant. foto - mijnheer Léon Flyps en mevrouw Merghelynck in het kasteelpark (© collectie Jef Ameeuw) Ondertussen gaat het leven op het kasteel zijn gang. Op mooie zomerdagen brengt mevrouw haar tijd door in het park, samen met haar neef of bezoeker of haar huishulp Mady en haar hond Duc. foto - mevr. Merghelynck met mevr. Madeleine (Mady) Deceuninck (dienstmeid) en hond Duc (© collectie Jef Ameeuw) Soms krijgt mevrouw bezoek van haar nichtje Maria Eliza Julia. Ze is de zus van Leon, heeft twee dochtertjes en woont in Antwerpen. foto - nieuwe klok voor Wulveringem - peter August David en meter Juliana Flyps (© collectie Jef Ameeuw) Als graag geziene verschijning blijft mevrouw betrokken bij de parochianen. Wanneer op 10 mei 1930 onder het beeld van de heiliege Jacobus een kleine klok wordt gewijd tijdens het pastoorschap van Achiel Van Wallegem, zijn burgemeester August David en mevrouw Juliana Flyps peter en meter. De nieuwe klok krijgt de naam JacobusAchilleus-Augustus-Juliana. 33) Lucien De Witte - lezing Erfgoeddag 18 april 2004 - De Beauvoordse dorpsgazette - herfst 2004 27
Leven tijdens het interbellum deel 8 - vervolg 2 In 1935 wordt douairière Merghelynck geridderd. Ondertussen droomt Léon van het burgemeesterschap. Ze is voortaan ‘Ridder in de Kroonorde’. Hij stelt zich in 1936 kandidaat voor het ambt van burgemeester. Door het lobbywerk van garde Bolle wordt hij verkozen. Op 25 oktober 1936 wordt hij in een groot feest aangesteld. Een stoet trekt door de straten van Wulveringem met als grote verrassing het verschijnen van de pasgeboren reuzin Belle! In september 1935 wordt er een plechtige huldeviering met eucharistie gehouden in de kerk. Bij het buitenkomen van de kerk (© foto’s - collectie Jef Ameeuw) wordt mevrouw door de jeugd met bloemen bedacht. Daarna volgt nog een wandeling. Op het kasteel laat de douairière de parochianen genieten van een sigaar en een lekker glas wijn. 28
Enthousiast staat Juliana aan het kasteel haar neef toe te juichen. Tijdens het feest achteraf verwijst pastoor Dewancker naar zijn oom Merghelynck en drukt de wens uit dat zijn voetstappen worden gevolgd. Hij betrekt er spontaan zijn tante bij: “Mevrouw zal daartoe op haar gekende stille manier het hare bijdragen en bescheiden weten te wijzen op de hoogstaande voorbeelden van haar edelen gemaal”. Dienstdoende burgemeester Hoste verwijst naar de stoet. “Die prachtige stoet is het treffende bewijs van de genegenheid en dankbaarheid tegenover mevrouw Merghelynck, uwe achtbare tante”. Veldwachter Bolle sluit de reeks toespraken: “Geliefde Heer Burgemeester, uw zoo lief geprezene tante, mevrouw Douairière Merghelynck, en gij hebben de achting en genegenheid van het volk verdiend”. (34) 34) Wekelijks Nieuws - 30 oktober 1936 - Toespraken inhuldiging (© foto’s - collectie Jef Ameeuw) 29
Leven tijdens het interbellum deel 8 - vervolg 3 uittreksel akte aanneming Léon Flyps door mevr. Merghelynck (bron: stadsarchief Veurne) De kinderloze Juliana beslist in 1939 haar neef Léon als zoon aan te nemen (te adopteren). (foto rechts) Hij is dan 46 jaar en woont sedert 1920 op het kasteel te Wulveringem. Hiertoe doet ze een aanvraag bij de vrederechter van het kanton Veurne. Op 13 december 1939 wordt op het kasteel door Juliana, 73 jaar oud, de aanneming getekend. “Verklaart als kind aan te nemen: mijnheer Léon Gaston Flyps, oud 47 jaar, zonder beroep en de gezegde heer Léon-Gaston Flyps de hem aangeboden aanneming aanvaardende, …” Enkele weken later wordt dit door het Hof van Beroep te Gent bekrachtigd. “… uitgesproken den 25 januari 1940, verklarende dat er plaats grijpt tot kinderaanneming en bevelende dat dit vonnis zal aangeplakt worden op bepaalde plaatsen en aantal exemplaren …” “De originele akte opgemaakt door den deurwaarder Georges Gyselen te Veurne, den 5den februati 1940 geregistreerd, bevestigende dat gezegde vonnis op de door het beroepshof aangeduiden plaatsen en in het aantal exemplaren is aangeplakt geweest. En de genoemde heer Léon-Gaston Flyps heeft ons aangezocht over te gaan tot de inschrijving van voornoemde aannemingsakte in onze boeken van de burgerlijke stand overeenkomstig de voorschriften van artikelen 356 en 357 van het burgerlijk wetboek …” Uiteindelijk wordt de akte van aanneming ingeschreven in Wulveringem op 17 februari 1940 door gemeentesecretaris Remi Wackenier en medeondertekend door L. Flyps, Henri Houck en ???. 30
tweede wereldoorlog en de naweeën deel 9 1940 meldt zich slecht aan. De verhoudingen tussen Duitsland met Hitler en de buurlanden worden problematisch. Jonge mannen worden gemobiliseerd en op 10 mei breekt een conflict uit. Opnieuw zoals 25 jaar eerder wordt de Westhoek overspoeld door vluchtelingen. Maria Flyps, zuster van Léon, vlucht vanuit Antwerpen naar haar tante op het kasteel. Vluchtende Franse troepen dumpen hun wapens in de kasteelwal. Het rijdend materiaal van de Engelse achterhoede staat gecamoufleerd in het park. (35) overlijdensakte Juliana Flyps (13/05/1941) - Archief Wulveringem-Veurne Wanneer rond het kasteeldomein enkele obussen vallen, besluiten de bewoners ‘s morgens vroeg, op zondag 19 mei, naar Frankrijk te vluchten. Met de Minerva van het kasteel en wat noodzakelijke spullen vertrekken Léon en mevrouw, gevolgd door Omer Verhaeghen en Hélène. De dagen voordien heeft men reeds een aantal kunstschatten verborgen bij buren in de omgeving. Wanneer later in 1943 de bezetter alle meubilering opstapelt in de kapel en een deel buitenzet, zorgen de inwoners van het dorp dat deze kleinere zaken bij hen beschermd worden. Lang blijven de kasteelbewoners niet afwezig. Op 28 juni 1940 zijn ze reeds terug op het kasteel, dat intussen door de Duitsers is ingepalmd en als ‘Artskommandatur’ is ingericht. Het groot verdriet van Léon is zijn netjes verborgen wijnvoorraad die reeds door de Duitse kelen is gespoeld. 35) J. Ameeuw - Gebeurtenissen in en rondom het kasteel van Beauvoorde tijdens de eerste en tweede wereldoorlog - 2016 - pag. 17 - eigen beheer (© foto’s - collectie Jef Ameeuw) 31 De ongemakken van de vlucht hebben ook de Douairière geen goed gedaan. Ze komt de last en de angst van de vlucht niet meer te boven. Geestelijk en fysisch takelt ze af. Op 13 mei 1941 sterft Juliana Flyps in het kasteel. Met een sobere kerkdienst wordt afscheid genomen van het meisje dat het bracht tot kasteelvrouw. Na de kerkdienst wordt ze bijgezet bij haar man, Jonkheer Arthur Merghelynck. Aanvankelijk worden mevrouw en Léon nog geduld. Uiteindelijk verliest Léon zijn burgemeesterssjerp wegens ‘postverlating’. begrafenisstoet Juliana Flyps (1941) - Collectie Jef Ameeuw
tweede wereldoorlog en de naweeën deel 9 - vervolg 1 - Collectie Jef Ameeuw - boven - begrafenisstoet Juliana Flyps (1941) - onder - Juliana Flyps wordt bijgezet bij haar man, Jonkheer Arthur Marghelynck - links - bidprentje Juliana Flyps 32
Door het overlijden van Juliana Flyps beschikt de Academie nu volledig over het kasteel. Leon wordt als beheerder aangesteld. Tijdens de tweede wereldoorlog sluit Leon zich aan bij het geheim leger (G.L.) en wordt zo lid van de weerstand (aansluiting juni 1942). Hij wordt later officieel erkend als gewapend weerstander van 01/12/1941 tot 02/07/1944, wat neerkomt op 2 jaar en 8 maanden. (36) Voor de bezetter is hij echter een pottenkijker en hinderlijk. Hij wordt uit zijn ambt ontzet. “Etraitement surveillé par le V.N.V. locaux, n’hésitant pas à se mettre en rapport avec le Cdt. du secteur et à former l’A.S. dans la région.” In 1943 wordt hij uiteindelijk verbannen uit het ‘Sperrgebiet’. Leon trekt naar het Antwerpse, wellicht omdat zijn zuster er woont. Op 2 juli 1944 sterft hij in Berchem. Later wordt hij bijgezet bij zijn broer Lucien en zijn oom Honoré in de nabijheid van zijn adoptiemoeder. (zie bidprentje en detailfoto van het graf) Op 16 februari 1949 krijgt hij ‘Posthuumsgewijs’ de herinneringsmedaille 1940-1945 met twee gekruiste sabels. Op 12 maart 1957 bekomt hij postuum de medaille van de weerstand. (37) 36) Dienst van de Weerstand - bundel nr. II/43244-Attest 37) Dossier 352792 Staat van Dienst bij het G.L. (© foto en bidprentje Leon Flyps - collectie Jef Ameeuw) 33
Beperkte bronnenopgave en literatuur Archiefbronnen - Stadsarchief Veurne - Bevolkingsregister 1880-1920 Wulveringem - Archief Koksijde - collectie René Florizoone - Archief Erfgoedhuis Koksijde - afdeling bidprentjes - Flanders Fields Museum Ieper - dossier Lucien Flyps - liber memorialis Wulveringem Kranten - tijdschriften - Beauvoordse dorpsgazette - winter 2002 - p. 17 - Iepers Weekblad - 10 oktober 1909 - M. Verkest - Nieuwsblad van Ieper - 10 oktober 1908 - M. Verkest - Weekblad van Ieperen - zaterdag 15/06/1901 - Weekblad van Ieperen - zaterdag 29/06/1901 - Weekblad van Ieperen - zaterdag 13/07/1901 - Wekelijks Nieuws - 30 oktoer 1936 - Le Progrès - Dimanche 2 juin 1901 Literatuur - Ameeuw Jef - Gebeurtenis in en rondom het kasteel van Beauvoorde - 2016 - eigen beheer - Ameeuw Jef - Veurne in de Grote Oorlog - 2014 - de Klaproos pag. 15 - Ameeuw Jef - Beauvoorde tijdens de eerste wereldoorlog - uitgave de Beauvoordse dorpsgazette - Dendooven Dominiek e.a. - Hotel-Museum Arthur Merghelynck - 2001 - Donche P.A. - Kwartierstaat Arthur Merghelynck (1853-1908) - 2008 - eigen beheer - Erfwoord - mei-juni-juli 2008 - Muls J. Prof.Dr. - kasteel Beauvoorde 1953 - uitgave Koninklijke Vlaamse Academie voor Taal en Letterkunde - Priem V. - Kastelen en landhuizen in Groot Ieper Deel II—1996-1998 - eigen beheer - Tollebeek J. - Het verleden in de 19de eeuw - Arthur Merghelynck en het kasteel - Tablettes des Flandres - Tome I, 1948 - pag. 3-32 en Tome X, 1973 - p. 322-323 - Tablettes des Flandres - Brugge 1955 - Autour du centenaire d’ Arthur Merghelynck et de l’Hôtel-musée - Merghelynck Arthur - Château de Beauvoorde - twee delen - 1900-1901 (Le fief-manoir) - Merghelyunck Arthur - Eeuyer - Monographie de l’hôtel-musée Marghelynck - 1900 - Van Renynghe de Voxorie - Methodische en Historische gids Merghelynck-Museum - Ieper 1958 - Wandelgids Ieper - Arthur Merghelynck - passies van een edelman - 2008 - Kasteel Beauvoorde - Arthur Merghelynck - passies van een edelman - 2008 lay-out en publicatie - De Beauvoordse dorpsgazette - Stefaan Duron 34
1 Online Touch