16

BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 15 | 2021 16 ACHTERGROND BESTUUR ‘ Belast het decentraal bestuur niet met nieuwe decentralisaties’ van zuivere bestuurlijke verhoudingen versterken’, schrijft de Raad. FINANCIËLE ZEKERHEID De Graaf hamert op het belang van financiële zekerheid over langere termijn voor gemeenten. ‘We pleiten voor het afstappen van de trap-op-trap-afsystematiek.’ Via dat stelsel krijgen gemeenten en provincies meer geld als het rijk meer uitgeeft dan begroot en minder als het rijk minder uitgeeft dan in de begroting was opgenomen. De huidige financiële schommelingen leiden alleen maar tot bestuurlijke onrust, wat de interbestuurlijke samenwerking niet ten goede komt, constateert de Raad van State. Aan het tussentijds ingrijpen in wet- en regelgeving, met directe gevolgen voor de gemeentekas, moet ook een einde komen. Over meer gemeentelijke financiële lucht na eventuele verruiming van het lokaal belastinggebied, heeft de Raad bedenkingen. ‘Het is niet iets wat je per definitie wel of niet moet doen, maar het is geen oplossing voor de korte termijn. Het is ten eerste niet goed uitgedacht en de budgettaire verhoudingen zijn niet op orde. Dat moet eerst gebeuren’, stelt De Graaf. Franssen wijst op een ander gevaar: als het lokaal belastinggebied op korte termijn wordt verruimd zonder dat het gemeentelijk budget op orde is en zonder dat de interbestuurlijke verhoudingen zijn verbeterd, bestaat de kans dat gemeenten in financiële nood door het rijk zullen worden teruggestuurd,. ‘Als gemeenten aankomen met klachten over een tekort aan middelen, zal het rijk zeggen dat gemeenten nog voldoende eigen belastingruimte hebben.’ Die interbestuurlijke verhoudingen moeten, nu écht, worden verbeterd, benadrukken beide heren. Niet alleen het rijk moet daarvoor aan de bak. De Raad van State kijkt ook nadrukkelijk naar gemeenten en provincies. De VNG en het IPO moeten professionaliseren en zorgen dat ze met voldoende mandaat zaken kunnen doen met het kabinet. Daar schort het momenteel aan. ‘We zeggen vooral: zorg voor een helder en krachtig mandaat’, aldus De Graaf. ‘We weten, ook uit eigen ervaring, hoe moeilijk het is om gemeenten en provincies op een lijn te krijgen, maar het is niettemin cruciaal voor een verstandig en volwassen gesprek tussen het rijk en de andere overheden. De koepels moeten echt met mandaat kunnen spreken.’ Het is niet alleen voor gemeenten en provincies zelf belangrijk om met een mond te spreken; dat versterkt immers de eigen positie. ‘Voor een minister van Binnenlandse Zaken maakt het ook nogal wat uit. Het is voor de minister belangrijk om te weten wie er aan tafel zit en of de gemaakte afspraken blijven staan.’ De kennis en kunde bij de VNG en IPO moeten ook worden verbeterd, stelt Franssen. ‘Om op inhoudelijk vlak een gelijkwaardige gesprekspartner van Den Haag te kunnen zijn, moeten de koepels hun eigen kennisposities op orde zien te krijgen. Nu gaat het veel te veel over geld en veel te weinig over de vraag wat er achter dat geld wegkomt.’ Ook bij vakdepartementen JAN FRANSSEN ‘ De roep om centrale sturing in het ruimtelijk domein neemt toe’ schort het volgens Franssen overigens aan gedegen inhoudelijke kennis. ‘Men moet in de interbestuurlijke verhoudingen investeren; in tijd en in aandacht. Doe er nu eens wat mee’, benadrukt Franssen. De Graaf, nogmaals: ‘Maak er geen juridische verhouding van’. ‘Zorg dat het in de praktijk gaat werken. Dat moet bij Binnenlandse Zaken van bovenaf worden georganiseerd en van onderaf door eensgezind en met mandaat te spreken.’ Eerder verschenen op de website van Binnenlands Bestuur artikelen uit het interview met Thom de Graaf en Jan Franssen over herindelingen (‘Provincie en rijk moeten herindeling kunnen starten’) en het komende formatieproces (‘Gemeenten moeten bij formatie worden betrokken’).

17 Online Touch Home


You need flash player to view this online publication