ESSAY 19 Noordzeebadplaatsen’. Elke badplaats kreeg zijn eigen profiel, zodat dagjesmensen met hun hang naar vertier konden worden gescheiden van de serieuze vakantieganger. ‘Bij het dagbezoek overwegen de lagere inkomensklassen’, schreven de ambtenaren, ‘dit stoot het vacantiebezoek uit hogere inkomensklassen af.’ OPPORTUNISTISCHE KEUZES Zo leek de aan het strand ingezette vermenging van rangen en standen bestuurlijk bezworen. Maar de kust liet zich niet door een rijksdienst dwingen. Veel badplaatsen maakten na de oorlog hun eigen, opportunistische keuzes. In plaats van de gewenste verscheidenheid ontstond sterkere monotonie. Karakteristieke kustdorpen herrezen als eenheidsbeton. Allemaal uit vrees dat de badgast bij de buurgemeente zou boeken. Het bleef allemanszand, onze kust. Mét dus ook dat sluipende gevaar van botsende strandgangers dat de rijksdienst voorzag. Dat bleek begin deze eeuw toen Nederland in ruimtelijk opzicht kortstondig als voltooid werd beschouwd. Het rijk dat zich decennia sterk maakte voor de kwetsbare kustnatuur, trok zich terug. Gemeenten kregen het aan de kust voor het zeggen. De naoorlogse betonbouw verbleekte bij de bouwdrift die nu ontstond: het ene na het andere vakantiepark en appartementengebouw werd uitgerold. Vergunningen waren tijdens een diner voor twee met de wethouder zo geregeld. Die zag het toerisme als welkome injectie voor de gemeentekas. En gaf de lokale bestuurder in een vergrijzend krimpgebied eens ongelijk. Een Zeeuwse natuurbeschermer verzamelde in 2016 op verzoek van Natuurmonumenten het totale aantal kustaccommodaties dat in de drie voorgaande jaren was verrezen. Hij telde er de goedgekeurde plannen voor de drie volgende jaren bij op. Onthutsende cijfers. Het ging om meer dan Gemeenten kregen het aan de kust voor het zeggen BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 15 | 2021
20 Online Touch Home