BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 15 | 2021 SERIE 27 tement van VROM dan weer naar het fusieministerie van Infrastructuur en Milieu. In het kabinet-Rutte III (vanaf 2017) kwam er weer een aparte minister voor LNV. ‘Natuur’ en ‘milieu’ bleven echter gescheiden, terwijl ‘klimaat’ een plek kreeg onder de minister voor Economische Zaken en Klimaat. STIKSTOFPOLITIEK De wondere wegen van ‘natuur’ en ‘milieu’ door het Nederlands bestuurlijk apparaat zijn achteraf gezien niet onlogisch. Zelfs de maatschappelijke organisaties die aandrongen op bescherming van de natuur of het leefmilieu vonden tot in de jaren zeventig dat beide thema’s weinig met elkaar te maken hadden. Sinds de eerste afbakening (‘verkaveling’) gaven de betrokken ambtenaren vorm en kleur aan de beleidsterreinen ‘natuur’ en ‘milieu’. Hun interne ‘organisatiecultuur’ ging uit van een scherpe belangentegenstelling met het werk van ‘landbouw’, maar gaf tegelijkertijd weinig ruimte aan affiniteit tussen ‘natuur’ en ‘milieu’ onderling. Bij het schrijven van deze tekst was nog niet duidelijk welke plek ‘natuur’ en ‘milieu’ na de regeringsformatie van dit jaar zulCOLUMN JAN VERHAGEN len krijgen. Wellicht komt er opnieuw een kavelruil, maar het lijkt onwaarschijnlijk dat beide beleidsterreinen voor de eerste keer ooit onder dezelfde minister zullen vallen. De traditionele ‘kavelscheiding’ hoeft een optimale vormgeving en uitvoering van beleid overigens niet in de weg te staan. Als ministers en ambtenaren maar niet in conflict raken over de juiste ‘kavelgrenzen’, kunnen hun overheidsdiensten prima samenwerken voor de uitdagingen van de toekomst. Het belang van de juiste ‘ruilverkaveling’ van beleidsterreinen zien we terug in de actuele ‘stikstofcrisis’, waarin ‘natuur’ en ‘landbouw’ opnieuw lijnrecht tegenover elkaar lijken te staan. Carola Schouten MEER LEZEN: • C. van Baalen et al. (red.), Natuur, milieu, klimaat. Jaarboek Parlementaire Geschiedenis 2019 (Amsterdam 2019). • S. Keulen, Monumenten van beleid (Hilversum 2014) 179-230. • H.T. Siraa et al., Met het oog op de omgeving. Een geschiedenis van de zorg voor de kwaliteit van de leefomgeving. Het ministerie van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer (1965-1995) 227-310. verkeerde als minister van LNV in het kabinet-Rutte III namelijk in de ondankbare positie dat ze verantwoordelijk was voor beide kampen. Zowel boeren als natuurbeschermingsorganisaties vonden dat ‘hun’ minister niet afdoende opkwam voor hun belangen. Toch lijkt het onwenselijk om terug te gaan naar afzonderlijke departementen voor ‘natuur’, ‘milieu’ en ‘landbouw’, in plaats van een gemeenschappelijk ministerie. Directe concurrentie tussen ministers die elk hun eigen wetsvoorstellen naar voren schuiven, levert vast mooi politiek vuurwerk op in de ministerraad. Maar voor een compromis over de ‘stikstofpolitiek’ – een compromis dat bovendien voor de rechter en de Raad van State moet standhouden – is die constructie waarschijnlijk minder zinvol. Bijna alle relevante kennis, expertise en contact met het maatschappelijk middenveld rondom de ‘stikstofcrisis’ is op dit moment ondergebracht bij één departement. De volgende minister van LNV heeft dus in principe alle troeven in handen om de ‘stikstofcrisis’ op te lossen. Kristian Mennen is onderzoeker aan de Radboud Universiteit Nijmegen. UITGEGUMD Hé, een rectificatie in de Staatscourant. Het rijk heeft een besluit verkeerd gepubliceerd, en herstelt dat. In het ‘Instellingsbesluit Stuurgroep Maatregelen financiële beheersbaarheid Jeugdwet’ worden de woorden ‘vertegenwoordigers van jeugdhulpaanbieders’ geschrapt. Uitgegumd. Die woorden zijn er blijkbaar per ongeluk ingekomen. Door een Haags spooktypemachine. Foutje. Kan gebeuren, toch? Toch heb ik maar even dat besluit opgezocht. Staatssecretaris Blokhuis van Volksgezondheid besluit dat er een stuurgroep komt die moet zorgen dat de kosten van de Jeugdwet beheersbaar worden. Hij wil of kan immers de gemeenten niet 1,5 miljard euro per jaar extra geven – dat is wat ze nu daaraan tekort komen. In die stuurgroep zitten hoge ambtenaren van het rijk, de VNG en van twee gemeenten. De stuurgroep laat zich bijstaan door een werkgroep. Die werkgroep bestaat uit lagere ambtenaren van het rijk, de VNG en die twee gemeenten. Blijkbaar heeft de staatssecretaris nooit besloten dat er ook vertegenwoordigers van jeugdhulpaanbieders in de werkgroep zaten. Daarom zijn zij nu uitgegumd. Uiteraard heb ik even doorgezocht. Dan vind ik een verklaring op de site van de branchevereniging Jeugdzorg Nederland: ‘De Branches Gespecialiseerde Zorg voor Jeugd stoppen met hun medewerking aan het traject dat de uitvoering van de Jeugdwet financieel beheersbaar moet maken. De branches vinden de opdracht van de stuurgroep te beperkt. Die is te veel gericht op bezuinigingen en te weinig op inhoudelijke verbeteringen. Ook krijgt de werkgroep te weinig tijd. En er zijn te weinig gegevens voor goed onder‘ Het is geen echte rectificatie’ bouwde keuzes. Verder vinden de branches oplossingen nodig voor het stagneren van de uitstroom uit de jeugdhulp, waardoor de kosten oplopen. En ze willen blijven inzetten op preventie.’ Het was dus geen foutje van het rijk. In de Staatscourant staat geen rectificatie maar een falsificatie. Het uitgummen is bewuste geschiedvervalsing om te verhullen dat de vertegenwoordigers van jeugdhulpaanbieders niet meer willen meewerken. De staatssecretaris heeft niet de moed om de waarheid te spreken en de discussie hierover aan te gaan. In de financiële verhouding is de waarheid voor het rijk geen optie meer. De rot bij het rijk zit diep van binnen.
28 Online Touch Home