BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 15 | 2021 ACHTERGROND 29 ‘ Met een stuk of zes waterhouderijen lost Aa en Maas de droogte op’ droogteperiodes beter doorkomen door dat water te parkeren, vast te houden, weg te zetten, te infiltreren – afijn, ik heb er tientallen woorden voor in mijn boek.’ voordat het hier bij ons in de gortdroge zomer van 2018 een issue zou worden. Nu ligt er Nederland Droogteland, een boek dat voor het eerst de uitdagingen op het gebied van droogte in kaart brengt waar we voor staan. ‘Het klimaatprobleem is een veelkoppig monster en gaat veel verder dan alleen die apocalyptisch stijgende zeespiegel’, zegt Didde, al jaren werkzaam als wetenschapsjournalist voor onder meer de Volkskrant en Binnenlands Bestuur. Droogte heeft meerdere gezichten. Het westen en noorden kampen met verzilting door oprukkend zeewater bij een lage waterstand in de rivieren. De veengrond klinkt er in, steden verzakken. Didde: ‘De dijken krijgen steeds meer water te verduren van zee, en de badkuip achter de dijk wordt intussen alleen maar dieper.’ In het zuiden en oosten verdorren de hoger gelegen zandgronden bij gebrek aan regen. ‘Tot voor kort was droogte in het klimaatbeleid een ondergeschoven kindje. Maar ik verzeker je: het wordt een blijvertje.’ STOFFIG LAND En toch is het in zijn boek bepaald nog niet alarmfase één. Het is gezien de dreigende omstandigheden eigenlijk opvallend monter van toon. Dat komt door de wetenschap dat er in Nederland tegenwoordig per saldo niet minder, maar méér regen valt dan vroeger. Maar ja, zegt Didde, ‘dat gebeurt vooral in het najaar en in de winter, als we er geen bal aan hebben. Dan zijn de landbouwgewassen al geoogst en ligt de natuur in winterslaap.’ Droogte is hier dus primair een verdelingsvraagstuk. Dat was wat hem erin fascineerde: ‘Ik dacht: laat ik eens een zoektocht ondernemen op basis van het feit dat het meer regent, maar dat het water op de verkeerde momenten en op de verkeerde plaatsen valt. Hoe kunnen we in Nederland de STOFFIG LAND Die zoektocht voert hem in Nederland Droogteland langs de uiteenlopende particulieren, partijen en gremia die de droogte bevechten. De boerenbedrijven, waar het schaarse water noodgedwongen over de blakerende akkers wordt gesproeid. De oververhitte, versteende steden. Vaak laat Didde zich op zijn tochten vergezellen door lokale droogteexperts, die hem de schellen van de ogen doen vallen. Zoals Corine Geujen van Natuurmonumenten, die hem vorig voorjaar door de Dommeldelta leidt. ‘Stoffig land. De zomer moest nog beginnen, maar in Brabant hadden ze toen al drie opeenvolgende droge jaren achter de rug. De natuur is dan de eerste verliezer, de boeren staan op plek twee. En dan moet je weten dat het een kletsnatte winter was geweest. Begin april hieven de Brabantse waterschappen het verbod op beregening voor boeren op, terwijl er toen al sprake was van droogte in de natuur. Daar in Brabant zag ik hoe hard het water in de Dommel bovenstrooms naar beneden roetsjt. Fijn voor de kayakkers, slecht voor de natuur. De beek is eeuwenlang rechtgetrokken, het water wordt daar totaal niet vastgehouden.’ De wetenschapsjournalist schreef, ook in dit magazine, al geregeld over technische innovaties die dat vasthouden van water mogelijk maken. De op te pompen ‘skippybal’ die in droge tijden een duiker afsluit (‘Ik heb dat woord misschien wel verzonnen’). De ondergrondse waterbergingen in grote steden, zoals die bij het Rotterdamse Sparta-stadion van waaruit voetbalvelden kunnen worden besproeid. ‘Je zet water weg in aquifers op vijftien, zestien meter diepte. Het kan op veel meer plaatsen dan we denken.’ Net zoals je hogerop aan de Rijn in Duitsland extra waterbuffers in de vorm van ondergelopen polders kunt creëren die je in tijden van droogte kunt benutten. ‘Maar ik kwam er gaandeweg achter: dit probleem krijg je er niet onder met de optelsom van alle denkbare technische oplossingen.’ Meer dan een kwestie van techniek is droogte volgens Didde een bestuurlijk probleem. Een regionale opgave, benadrukt Didde, ‘maar wel uit te voeren onder een landelijke paraplu.’ Centrale gedachte: ‘We moeten niet langer het grondwaterpeil aanpassen aan de bestaande functies in een gebied. Je moet precies omgekeerd redeneren: dat je de functies ent op het beschikbare waterpeil. Dus ja, het moet regionaal worden uitgewerkt door een bestuurlijke entiteit tussen waterschap en provincie in. In samenspraak met lokale gebiedsregisseurs. En daarbij gesteund door de Deltacommissaris of een ministerie. Want we kunnen veel en je struikelt over de technische oplossingen voor droogte, maar waar het aan ontbreekt is ruimtelijke regie.’ Regie die de uiteenlopende opgaven – energietransitie, woningbouw, natuur, recreatie, landbouwhervorming en droogte – combineert en in samenhang oppakt. CROSSOVERS Lokaal ziet Didde al de eerste, veelbelovende crossovers. ‘Neem het plan van het waterschap Aa en Maas om een waterhouderij op te richten: een groot bekken waarin water wordt weggezet als appeltje voor de dorst. De omliggende boeren kunnen daar in geval van nood uit putten. De natuur wordt ermee bevloeid. Maar het zijn ook schitterende recreatiegebiedjes. En je kunt er misschien wel een aqua thermiebassin bij doen. Met een stuk of zes van die waterhouderijen zou Aa en Maas de regionale droogte in de zomer een heel eind helpen oplossen. Het is toch eigenlijk idioot dat we dat nog niet doen?’ Begin op de droogste plekken, adviseert Didde. En neem tegelijk maatregelen tegen de ergste waterslurpers in het gebied. ‘Het besef dat je eigenlijk geen bloembollenteelt moet toestaan op het droge Drentse plateau is er al jaren. En toch is het Drents bloembollenareaal sinds het jaar 2000 verviervoudigd. Rara? Dus ja: lokaal ligt de eerste oplossing. Mits gesteund door iemand die droogtebestrijding op landelijk niveau voor elkaar bokst.’ Zal het genoeg zijn om hier Zuid-Franse toestanden te voorkomen? ‘Ik denk dat we het voor elkaar kunnen krijgen.’ ‘Nederland Droogteland’, uitgeverij Lias. Prijs: € 19,99. www.nederlanddroogteland.nl.
30 Online Touch Home