4

BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 15 | 2021 04 NIEUWS ICT DOOR: WOUTER BOONSTRA Met een pamflet richting formatietafel roepen 14 ‘cyberburgemeesters’ op tot vaart, middelen en borging van digitale veiligheid in het overheidsbeleid. Er moet één bewindspersoon komen en één beleidsdepartement die landelijke regie voeren. DUURZAME AANPAK DIGITALE ONVEILIGHEID ‘BROODNODIG’ CYBERBURGEMEESTERS SLAAN ALARM Structurele aandacht en financiering voor de bestuurlijke en preventieve aanpak van digitale onveiligheid op lokaal niveau is nodig, omdat risico’s van digitalisering steeds vaker ontwrichtend uitwerken: van stelen van persoonsgegevens tot uitschakelen van vitale systemen. Hackincidenten in Lochem en Hof van Twente zitten vers in het geheugen. De exponentiele toename van cybercrime wordt de nieuwe categorie ‘high impact crimes’ genoemd. ‘Terecht dat digitale veiligheid landelijke prioriteit heeft’, aldus de cyberburgemeesters waaronder de initiatiefnemers Astrid Nienhuis (Heemstede) en Kees van Rooij (Meijerijstad). Burgemeesters dragen verantwoordelijkheid op vier sporen: het eigen huis op orde brengen en houden (informatiebeveiliging), voorbereiding op cyberincidenten en -crises en online aangejaagde ordeverstoringen en het regisseren van lokaal veiligheidsbeleid met daarin aanpak van cybercrime en gedigitaliseerde criminaliteit. ‘Landelijke support en regie is nodig om onze verantwoordelijkheden te kunnen invullen.’ Huidige proeftuinen, projecten en programma’s kunnen aan kracht winnen door meer te investeren in onderlinge samenhang en structurele middelen om goede resultaten lokaal uit te rollen. Het huidige beleid kenmerkt zich door ‘incidentele impulsen en support’ en leidt niet tot wezenlijke verandering, aldus de cyberburgemeesters. Het brengt enkele grotere gemeenten vooruit, niet alle 352 gemeenten. ‘Om onze verantwoordelijkheid echt waar te kunnen maken zijn middelen en een duurzame aanpak nodig.’ Het pamflet rept niet over extra bevoegdheden voor burgemeesters om bijvoorbeeld digitaal aangejaagde ‘Risico’s digitalisering werken steeds vaker ontwrichtend’ ordeverstoringen aan te kunnen pakken. Volgens de advocaten Heleen Peters en Cees van de Sanden kunnen burgemeesters met de huidige bevoegdheden al meer dan ze denken. ‘Maar voor krachtiger optreden, zoals met een digitale noodverordening, zijn er wel aanvullende wettelijke bevoegdheden nodig.’ ORDEVERSTORING Om digitaal aangejaagde ordeverstoringen te voorkomen is het zaak vooraf een plan te maken ‘en niet pas als de rellen zijn uitgebroken’. Aan de formatietafel zouden mogelijkheden voor verbetering moeten worden besproken. ‘De wetgeving, deels uit Thorbecke’s tijd, moet worden geactualiseerd’, aldus Van de Sanden. Digitale ordeverstoringen vanuit oproepen op social media geven een andere dynamiek aan de kwestie. ‘Het is niet meer fysiek op straat, maar in de digitale wereld. Wetgeving loopt per definitie achter, maar hier wringt dat steeds meer. Wat kunnen we daar dan tegen doen?’ Geef burgemeesters meer mogelijkheden om niet alleen tegen primaire overtreders te kunnen optreden, maar ook tegen digitale platforms (YouTube, Facebook etc) die overtredingen willens en wetens blijven faciliteren, bepleiten de advocaten. Peters wijst op digitale oproepen tot rellen in Utrecht en Den Bosch, waar honderden mensen op afkwamen. ‘Door creatieve toepassing van civiel en/of strafrecht kun je repressief het nodige, maar om problemen te voorkomen kun je veel beter meer specifieke wettelijke mogelijkheden creëren.’ Van de Sanden weet dat die wens leeft onder burgemeesters. ‘Anderen zeggen "het is hier geen Noord-Korea, je mag je mening toch wel uiten?", maar van de honderd pagina’s van het ‘Zakboek voor burgemeesters’ gaat maar een halve pagina over dit onderwerp. Eigenlijk zou je een debat moeten voeren over wat nodig en wenselijk is. De huidige wet- en regelging is er niet op toegesneden.’ De Lochemse burgemeester (en ‘ervaringsdeskundige’) Sebastiaan van ’t Erve steunt het pamflet van harte. Als wethouder in Amersfoort had hij te maken met een Project X-achtige situatie, waarna de politie de oproeper thuis bezocht en de ouders confronteerde. ‘Dat was uiterst effectief. Ik ben dat nooit vergeten. Het is niet ongrijpbaar.’ Als er serieuze vrees is voor verstoring van de openbare orde op basis van feiten, moet de provider de naam doorgeven. ‘We kunnen die persoon dan aanspreken. Je brengt het zo terug tot de basis, tot de mens. Het is dan minder interessant waar de server staat.’

5 Online Touch Home


You need flash player to view this online publication