23

BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 19 | 2021 ACHTERGROND 23 het open house instrument gekozen. Opvallend, vindt Uenk, omdat die inkoopmethode – waarbij alle aanbieders die aan de gemeentelijke eisen voldoen hulp en zorg mogen verlenen – op zijn retour bleek te zijn. ‘Veel gemeenten willen het aantal aanbieders terugdringen.’ Dat hopen ze via een overheidsopdracht (een zogeheten selectieve aanbesteding) te bewerkstelligen. Andere gemeenten stellen binnen een open house meer criteria, ziet Uenk echter ook. Ook daardoor vallen aanbieders af. Maar van afname in het gebruik van het open house instrument is vorig jaar geen sprake geweest, zo blijkt uit het onderzoek. Bij de jeugdzorg is zelfs sprake van een forse stijging: 76 procent van de nieuwe contracten per 2021 is via open house afgesloten. Per 2020 ging het om slechts 23 procent. Bij de Wmo werd meer dan de helft van de contracten (53 procent) die per 2021 zijn ingegaan, via open house afgesloten. Bij de inkoop voor 2020 lag dat op hetzelfde percentage. ‘Het was te complex om in deze coronatijd selectief in te kopen’, denkt Wind. ‘Als er geen corona was geweest, vermoeden we dat er bij de Wmo veel minder via open house zou zijn ingekocht en dat er bij de jeugdzorg sprake zou zijn van een lichte afname’, stelt Uenk. ONDER VUUR Open house ligt al langer onder vuur, stellen beide onderzoekers. Minister De Jonge (VWS, CDA) is er van meet af aan fel tegenstander van geweest. Ook bij staatssecretaris Paul Blokhuis (VWS, ChristenUnie), die vorig jaar het dossier jeugdzorg van De Jonge heeft overgenomen, gaan de handen er niet voor op elkaar. ‘Recenter wordt het verband gelegd tussen de toename van de kosten voor jeugdhulp en de grote tekorten daarop. Tot op heden is die relatie niet door betrouwbaar onderzoek vastgesteld’, stelt Uenk. Toch verwachten beide onderzoekers dat gemeenten door dergelijke berichten nog terughoudender zullen worden om voor open house te kiezen. De Jonge is al snel na zijn aantreden eind 2017 de strijd aangegaan tegen de verplichte Europese aanbesteding voor de jeugdzorg en Wmo. Daarvoor heeft hij ook in Europa gepleit, maar krijgt het daar vooralsnog niet voor elkaar. Recent heeft het kabinet een wetsvoorstel tot het schrappen van het zogeheten emvi-criterium bij de Kamer ingediend. Gemeenten moeten tot nu toe bij aanbestedingen in zee gaan met de economisch meest voordelige inschrijving (emvi). Nu die verplichting eraf gaat, is er meer ruimte voor onderhandelingen tussen gemeenten en aanbieders. Het maakt aanbestedings‘ Dit wordt een grote chaos voor aanbieders’ Bekostigingsvorm Inspanningsgericht Resultaatgericht Populatiebekostiging Onbekend / overig* Wmo 2018 62% 35% 3% 0% 2019 68% 25% 0% 7% procedures zonder offertefase mogelijk. Het is niet duidelijk wanneer de nieuwe Wet maatschappelijk verantwoord inkopen Jeugdwet en Wmo 2015 van kracht wordt; Tweede en Eerste Kamer moeten zich er nog over buigen. ‘Het is wel een interessante beweging als gemeenten en aanbieders meer kunnen onderhandelen’, vindt Uenk. Als aanbesteden wat makkelijker wordt, of de uitkomst ervan in ieder geval meer aan de wensen van de aanbestedende gemeente voldoet, laten mogelijk meer en meer gemeenten open house links liggen, zo hoopt het kabinet. Uit de cijfers over 2020 lijkt op het eerste gezicht dat gemeenten veel meer dan voorheen de uitbesteding van Wmo en jeugdzorg zijn gaan subsidiëren. ‘Het is simpelweg het gevolg van Covid-19. Anders dan veel andere inkooptrajecten, liepen inkoop met subsidie-instrument voor 2021 daarom onverminderd door. Dit vertekent het beeld per 2021’, aldus Wind. Een flinke trendbreuk zien Wind en Uenk wel in bekostigingsvormen (zie grafieken). Aan de ingezette trend om van inspanningsgerichte financiering over te stappen naar ‘outputgerichte’ bekostiging is vorig jaar een abrupt einde gekomen. Aanbieders worden daarbij op het vooraf afgesproken resultaat afgerekend, en niet op hun inspanningen om een resultaat te bereiken (prijs maal hoeveelheid). De laatste 2020 28% 2021 84% 35% 7% 21% 16% 0% jaren lag het percentage Wmo-voorzieningen dat op concrete output (resultaat) werd bekostigd, stabiel op een derde. ‘Vooral bij de jeugdzorg was outputgerichte bekostiging met een opmars bezig’, stelt Uenk. Van de in 2019 afgesloten jeugdzorgcontracten werd bij nog slechts 16 procent gekozen voor ‘afrekenen op resultaat’; een jaar later was dat aandeel gestegen naar 41 procent. ‘Voor de 2021-contracten keldert de toepassing van outputgerichte bekostiging. Nog slechts 7 procent van de nieuwe Wmo- en jeugdzorgcontracten voor 2021 zijn outputgericht bekostigd. Gemeenten lijken massaal terug te vallen op inspanningsgerichte contracten’, aldus Uenk. TE COMPLEX Corona zal daaraan hebben bijgedragen, vermoeden de onderzoekers. Veel gemeenten hadden plannen om over te gaan op resultaatgerichte financiering of speelden met de gedachte taakgerichte bekostiging (populatiebekostiging) in te voeren, maar durfden de overstap naar een nieuw financieringsmodel niet aan. ‘Ze vonden dat mogelijk te complex in een crisisjaar of hebben hier meer tijd voor nodig’, vermoedt Wind. Maar ook de financiële tekorten van gemeenten spelen mee om af te zien van een nieuwe financieringssystematiek, denkt Uenk. ‘Vooral bij de jeugdzorg was de afgelopen jaren in10%

24 Online Touch Home


You need flash player to view this online publication